QUIZ BECO LRJ 1

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 4

Te betalen btw is de btw die......

1. je als bedrijf voor de inkoop hebt betaald en nu moet betalen aan de fiscus.
2. Wat je als bedrijf terug krijgt van de fiscus
3. je als bedrijf hebt ontvangen en nu moet betalen aan de fiscus.
4. Wat je als consument aan de fiscus moet betalen

De btw is een directe belasting

1. Juist
2. Onjuist

Wat is een andere naam voor de verlies- en winstrekening

1. Balans
2. Exploitatiebegroting
3. Resulatenrekening
4. liquiditeitsbalans

Wat is een exploitatiebegroting?

1. De verwachte opbrengsten en kosten in een bepaalde periode
2. De verwachte omzet en schulden in een bepaalde periode
3. De verwachte bezittingen en kosten in een bepaalde periode
4. De verwachten schulden en bezittingen in een bepaalde periode

Welke maak je aan het begin van het jaar?

1. exploitatiebegroting
2. Eindbalans
3. Resultatenrekening
4. Balans

Welke kant van de exploitatiebegroting?

Debet

Credit

Huurkosten

IWO

Nettowinst

Omzet

Afschrijvingskosten

Nettoverlies

Opbrengst goederen

Kun je voorbeelden noemen van uitgaven op een exploitatiebegroting?

exploitatiebegroting alles wat je denkt te verdienen en uit te geven in 1 jaar. 

Wat is het verschil tussen de exploitatiebegroting en de resultatenrekening?

De verkoopprijs inclusief btw is lager dan de verkoopprijs exclusief btw

1. Waar
2. Niet waar

Btw is een voorbeeld van

1. directe belasting
2. indirecte belasting

Soms staat er bij een prijs "exclusief BTW".
Zit er dan wel BTW of geen BTW in die prijs?

1. wel BTW
2. geen BTW

Het btw-bedrag dat een bedrijf ontvangt van zijn klanten moet:

1. Het bedrijf afstaan aan de belastingdienst
2. Het bedrijf terugvragen aan de belastingdienst
3. Het bedrijf bij de omzet meetellen
4. Het bedrijf verdelen over de werknemers

Bij welke benaming is de verkoopprijs exclusief btw?

1. Bruto verkoopprijs
2. Consumentenprijs
3. Netto verkoopprijs
4. Inkoopfactuurprijs

Valt het volgende product onder de 0% of 9% BTW of 21% BTW

1. 9%
2. 21%
3. 0%

De consumentenprijs is altijd
exclusief BTW

1. Waar
2. Niet waar

BTW is een afkorting.
BTW staat voor ...

1. belasting toenemende waarde
2. belasting tegen waarde
3. belasting toegevoegde winkel
4. belasting toegevoegde waarde

De consumenten prijs is €67 (inclusief BTW), de BTW is 21%. Wat is de prijs zonder BTW?

1. €52,93
2. €55,37

Wat is geen directe belasting?

1. Inkomstenbelasting
2. wegenbelasting
3. BTW