Ontwikkelingspsychologie en Gehandicaptenzorg

Ontwikkelingspsychologie en Gehandicaptenzorg

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun je de verschillende aspecten van ontwikkelingspsychologie en gehandicaptenzorg benoemen en begrijpen hoe je als verpleegkundige kunt reageren op gedrag en omgaan met de beperkingen.

Wat weet je al over ontwikkelingspsychologie en gehandicaptenzorg?

Sociaal-emotionele ontwikkeling

De sociaal-emotionele ontwikkeling omvat de ontwikkeling van sociale vaardigheden, relaties en emoties.

Cognitieve ontwikkeling

Cognitieve ontwikkeling verwijst naar de ontwikkeling van denkprocessen, zoals leren, geheugen en probleemoplossing.

Seksuele ontwikkeling

Seksuele ontwikkeling omvat de fysieke, emotionele en psychologische veranderingen die optreden op het gebied van seksualiteit.

Lichamelijke ontwikkeling

Lichamelijke ontwikkeling verwijst naar de groei en veranderingen in het lichaam, zoals motorische vaardigheden en lichamelijke gezondheid.

Persoonlijkheidsontwikkeling

Persoonlijkheidsontwikkeling omvat de ontwikkeling van iemands unieke kenmerken, temperament en gedrag.

Ontwikkeling bij baby's

Baby's maken grote ontwikkelingen door op het gebied van motorische vaardigheden, zintuiglijke waarneming en sociale interactie.

Ontwikkeling bij peuters

Peuters ontwikkelen hun taalvaardigheid, zelfstandigheid en sociale vaardigheden.

Ontwikkeling bij kleuters

Kleuters maken grote vorderingen in hun taalontwikkeling, denkvaardigheden en zelfbewustzijn.

Ontwikkeling bij schoolkinderen

Schoolkinderen ontwikkelen hun cognitieve vaardigheden, sociale competentie en zelfbeeld verder.

Ontwikkeling bij pubers

Pubers maken grote veranderingen door op het gebied van identiteit, zelfstandigheid en sociale relaties.

Ontwikkeling bij adolescenten

Adolescenten ontwikkelen hun zelfstandigheid, identiteit en seksualiteit verder.

Ontwikkeling bij volwassenen

Volwassenen maken nog steeds ontwikkelingen door op het gebied van persoonlijkheid, relaties en zelfverwezenlijking.

Geschiedenis verstandelijke beperking in Nederland

Beschrijf de historische context van verstandelijke beperkingen in Nederland en de veranderingen in de zorg en inclusie.

Vormen van verstandelijke beperking

Beschrijf verschillende vormen van verstandelijke beperkingen, zoals lichte verstandelijke beperking (lvb), matige ernstige verstandelijke beperking (mevb), ernstige verstandelijke beperking (evb), niet-aangeboren hersenletsel (NAH), ernstige meervoudige beperking (EMB), autismespectrumstoornis (ASS) en zeer ernstige verstandelijke beperking (ZEV).

Ervaringsordening en niveaus

Beschrijf de ervaringsordening met 4 niveaus en leg uit hoe dit gekoppeld kan worden aan de verschillende niveaus van verstandelijke beperkingen.

Reageren op gedrag

Beschrijf hoe je als verpleegkundige kunt reageren op gedrag bij mensen met een verstandelijke beperking en welke benaderingen effectief kunnen zijn.

Omgaan met beperkingen

Beschrijf hoe verpleegkundigen kunnen omgaan met de beperkingen van mensen met een verstandelijke beperking en hoe ze hen kunnen ondersteunen in hun dagelijks leven.

Interactieve oefening: Casusbespreking

Bespreek een casus waarbij een persoon met een verstandelijke beperking betrokken is en vraag de studenten om na te denken over hoe ze zouden reageren en ondersteuning zouden bieden.

Samenvatting

Vat de belangrijkste punten van de les samen en beantwoord eventuele vragen van de studenten.

Evaluatie

Laat de studenten een korte evaluatie invullen om te zien hoe goed ze de lesstof hebben begrepen.

Vragen

Heb je nog vragen over ontwikkelingspsychologie en gehandicaptenzorg?

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.