In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Economische crisis
Slide 1 - Woordweb
Lesdoelen
1. Je kunt uitleggen hoe de crisis van 1929 is ontstaan.
2. Je weet wat de kenmerken van deze economische crisis zijn.
3. Je kunt uitleggen hoe de overheid in de VS vanaf 1933 probeerde om de crisis te verhelpen.
Slide 2 - Tekstslide
Voorkennis: In par 2 (Hoe verder na WOI?) hebben we het gehad over Duitsland aan het begin van de jaren '20. Noem hier de belangrijkste begrippen uit die paragraaf.
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Video
Waar begon de grote crisis van 1929?
A
Duitsland
B
Frankrijk
C
Groot-Brittannië
D
Verenigde Staten
Slide 5 - Quizvraag
De economische groei in de VS in de jaren '20 zorgde ervoor dat mensen veel geld leenden bij banken. Wat deden ze met dit geld?
A
Dit gaven ze uit aan vakanties
B
Hier kocht men huizen van
C
Hier kocht men aandelen van
D
Hier kocht men luxeproducten van
Slide 6 - Quizvraag
Eind jaren '20 komt er een einde aan de economische groei. Wat merken bedrijven daar in eerste instantie van?
A
Ze blijven met producten zitten
B
Ze moeten extra produceren
C
Bedrijven groeien door lage grondstofprijzen
D
Bedrijven kunnen minder werknemers vinden op de arbeidsmarkt.
Slide 7 - Quizvraag
Welk gevolg heeft het overschot aan producten bij deze bedrijven?
A
De productie gaat omlaag en ze nemen personeel aan
B
De productie neemt toe en men neemt personeel aan
C
De productie gaat omlaag en er vallen ontslagen
D
De productie neemt toe maar er vallen wel ontslagen
Slide 8 - Quizvraag
Wat doet afname van productie en het massaal ontslaan van personeel met de waarde van de aandelen van de bedrijven?
A
Die neemt toe
B
Die neemt af
Slide 9 - Quizvraag
Op welke datum vond de beurskrach plaats?
A
24 oktober 1929
B
24 september 1929
C
24 december 1929
D
24 november 1929
Slide 10 - Quizvraag
Het ineenstorten van de beurs en de aandelenkoersen hebben grote gevolgen. Kies het belangrijkste gevolg
A
Banken en leninghouders komen in acute geldnood
B
Banken keren geen spaargeld meer uit
C
Leninghouders doen langer over het terugbetalen van de lening
D
De banken krijgen er geld bij
Slide 11 - Quizvraag
In Nederland kon een werkloze steun krijgen. Hoe voorkwam de regering van Colijn zwartwerk?
A
Werklozen moesten verplicht solliciteren
B
Werklozen moesten een paar keer per dag stempels halen
C
Werklozen kregen een enkelband
D
Werklozen werden bij elkaar gezet in tehuizen
Slide 12 - Quizvraag
Lezen
Leg je telefoon op de hoek van je tafel, met het scherm naar beneden. Lees 4.2
Slide 13 - Tekstslide
Schrijf hier een aantal kenmerken van de economische crisis uit de jaren '30 op.
Slide 14 - Open vraag
In 4.2 wordt gesproken over de komst van President Roosevelt in 1933. Hij komt met de New Deal. Wat is dat?
Slide 15 - Open vraag
Als het goed is snap je:
Hoe de crisis van 1929 is ontstaan.......
En
Wat de kenmerken zijn van een economische depressie
En
Hoe Roosevelt met de New Deal de VS uit de crisis heeft geleid.
Slide 16 - Tekstslide
4.2 moet nu een eitje zijn
Lever je telefoon in en start met de opgaven van 4.2. Succes.