Methodisch werken (herhaling)

Methodisch werken
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Methodisch werken

Slide 1 - Tekstslide

Wat is methodisch werken?
A
Verpleegkundige zorg afstemmen op behoefte en wens van de cliënt
B
Werken op basis van een cyclisch stappenplan
C
Werken volgens gezondheidspatronen van Gordon
D
Persoonsgericht werken, je bent gastvrij

Slide 2 - Quizvraag

Wat is methodisch werken?
  • Methodisch werken geeft structuur en richting aan alle losse taken en doelen van de verpleegkundige
  • Het betekent dat je vraaggericht werkt op basis van een cyclisch stappenplan: het verpleegkundig proces. 
  • Je neemt je beslissingen op grond van een methodisch denkproces: klinisch redeneren. 
  • Je gebruikt daarbij de competenties (kennis, houding en vaardigheden) die je hebt ontwikkeld

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Het verpleegkundig proces bestaat uit 4 fasen.
Wat doe ik als verpleegkundige in de diagnostische fase?

A
Afnemen van een anamnese, gegevens verzamelen
B
verpleegplan maken
C
Verpleegdoelen formuleren, maken van een verpleegplan,
D
Interventies uitvoeren

Slide 5 - Quizvraag

Welke fasen vind je terug in het verpleegkundig proces?
Vier fasen:
  1. diagnostische fase; anamnese (gezondheidspatronen van Gordon), NANDA, klinische blik, observeren,
  2. planningsfase; actuele en potientele verpleegproblemen, verpleegprobleem formuleren (PES), verpleegplan maken
  3. uitvoeringsfase; uitvoeren van de verpleegkundige zorg
  4. evaluatiefase; evaluatie met client, naasten, mantelzorg

Slide 6 - Tekstslide

Verpleegkundig proces
  1. Gegevens verzamelen
  2. Verpleegkundige diagnose stellen
  3. Verpleegdoelen formuleren 
  4. Verpleegkundige interventies kiezen
  5. Uitvoeren verpleegkundige zorg
  6. Monitoren
  7. Evalueren van de zorg

Slide 7 - Tekstslide

Wat doe je niet bij
methodisch werken?
A
doelgericht zijn
B
procesmatig werken
C
onbewust werken
D
systematisch werken

Slide 8 - Quizvraag

Methodisch werken helpt je om op een vaste werkwijze een zorgprobleem aan te pakken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een voordeel van methodisch werken?
A
Het werk wordt overzichtelijker voor iedereen die ermee bezig is.
B
Kwaliteit van zorg verbeterd.
C
De samenwerking met collega’s gaat soepeler.
D
De overdracht aan collega’s wordt makkelijker.

Slide 10 - Quizvraag

Waar staat de P in PES voor?
A
Probleem
B
Oorzaak
C
Symptomen en klachten
D
alle drie de antwoorden zijn onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Welke aspecten bevat een verpleegprobleem?
De drie aspecten probleem, oorzaak (etiologie) en symptomen vormen samen de zogenoemde PES-structuur van een verpleegprobleem

P Verpleegproblemen zijn het uitgangspunt voor het plannen van verpleegkundige zorg
E Etiologie omvat alle oorzaken
S Onder symptomen worden alle klachten en verschijnselen verstaan die bij het probleem kunnen optreden.

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn potentiële verpleegproblemen?
A
Verpleegproblemen die op dit moment zichtbaar en actueel zijn
B
Verpleegproblemen geformuleerd volgens de PES structuur
C
Verpleegproblemen die de verpleegkundige op basis van deskundigheid in de toekomst verwacht.

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn potentiële verpleegproblemen?
Actuele verpleegproblemen zijn verpleegproblemen die zich op een bepaald moment voordoen, en door de verpleegkundige kunnen worden vastgesteld op basis van op dat moment aanwezige klachten en verschijnselen.

Potentiële verpleegproblemen zijn verpleegproblemen die zich nog niet voordoen, maar die de verpleegkundige op basis van haar deskundigheid in de toekomst verwacht.


Slide 14 - Tekstslide

Wat mis je in dit doel (smart)? Emma kan samen met de diëtiste en verpleegkundige een gezond eetpatroon opstellen.
A
Specifiek
B
Meetbaar
C
Acceptabel
D
Tijdsgebonden

Slide 15 - Quizvraag

SMART
  • S:Specifiek. Resultaat bij de zorgvrager zelf. Zo precies mogelijk omschrijven welk resultaat er bereikt moet worden.
  • M: Meetbaar. het doel moet meetbaar zijn zoals; gewicht, cijfers, tijd, kwaliteit, hoeveelheid e.d. 
  • A: Acceptabel. Het doel moet acceptabel zijn voor de zorgvrager.
  • R: Realistisch . Het doel moet niet te makkelijk of te moeilijk zijn. Het doel moet uiterlijk in een periode van 6 maanden behaald zijn. 
  • T. Tijdgebonden. Het doel heeft een duidelijk start en/of einddatum-tijd.

Slide 16 - Tekstslide

Waar staan de RUMBA eisen voor?
A
specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdsgebonden
B
relevant, begrijpelijk, meetbaar, in termen van gedrag, haalbaar
C
relevant, uitvoerbaar, meetbaar, belangrijk, aantoonbaar
D
realistisch, uitvoerbaar, maatschappelijk, belangrijk, acceptabel

Slide 17 - Quizvraag

RUMBA
  • R: Relevant; het doel moet in verband staan met het verpleegprobleem
  • U: understandable (begrijpbaar); collega's moeten direct begrijpen waar het over gaat
  • M: measurable (meetbaar); vage termen zoals 'normaal gedrag' eruit filteren en deze controleerbaar maken; bijv 'niet meer schelden en boos worden.'
  • B: behavioral (gedrag) een behaald doel is beter controleerbaar als de uitkomst zichtbaar is.  een doel als'minder depressief gedrag'is lastiger dan een doel: dhr doet weer met plezier mee aan de activiteiten.
  • A: attainable (bereikbaar) is het doelhaalbaar binnen een bepaalde periode. 

Slide 18 - Tekstslide

In de ouderenzorg noem je een zorgplan
A
verpleegplan
B
zorgleefplan
C
domeinplan
D
levensplan

Slide 19 - Quizvraag

Zorgplan
Het zorgplan, ook wel zorgleefplan genoemd, is een elektronisch (of schriftelijk) document waarin de afspraken over de zorg voor de cliënt worden vastgelegd. Het zorgplan vormt de basis voor de te verlenen zorg.

  • Mentaal welbevinden 
  • Lichamelijk welbevinden 
  • Woon- en leefomstandigheden 
  • Participatie

Slide 20 - Tekstslide