Methodisch werken les 3

Methodisch werken
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Methodisch werken

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Na deze les kun je benoemen wat De PES methode inhoudt.
  • Na deze  kun je de PES methode toepassen in een oefensituatie.
  • Na deze les kun je benoemen wat een smart en rumba doel is en hoe je deze kan toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Een verpleegkundig proces helpt de verpleegkundige/verzorgende om...
A
Te weten wie de behandelaar is
B
De client beter te begrijpen
C
De juiste keuzes te maken voor de cliënt
D
De juiste gesprekstechnieken toe te passen

Slide 3 - Quizvraag

Professioneel communiceren houdt in dat je...
A
Eerst de boodschap verzendt en daarna de regie neemt
B
Eerst de regie neemt en daarna de boodschap verzendt
C
Precies zegt waar het op staat zodra dat in je hoofd opkomt.
D
Altijd precies weet wat je wanneer moet zeggen

Slide 4 - Quizvraag

Gegevens verzamelen is een onderdeel van .... van het verpleegkundig proces
A
Diagnose
B
Evaluatie
C
Planning
D
Uitvoering

Slide 5 - Quizvraag

Verpleegdoelen formuleren is een onderdeel van.... van het verpleegkundig proces
A
Diagnose
B
Evaluatie
C
Planning
D
Uitvoering

Slide 6 - Quizvraag

Monitoren is een onderdeel van ... van het verpleegkundig proces
A
Diagnose
B
Evaluatie
C
Planning
D
Uitvoering

Slide 7 - Quizvraag

Evalueren van de zorg is een onderdeel van.... van het verpleegkundig proces
A
Diagnose
B
Evaluatie
C
Planning
D
Uitvoering

Slide 8 - Quizvraag

Methodisch werken is een ... proces
A
Cyclisch
B
Rechtlijnig
C
Thematisch
D
Variabel

Slide 9 - Quizvraag

Het zorgleefplan bestaat uit... domeinen
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 10 - Quizvraag

Onder het levensdomin participatie valt....
A
Aandacht voor voeding
B
Respect voor de eigen identiteit
C
Het contact met de maatschappij
D
Woonruimte waar de client zich veilig voelt

Slide 11 - Quizvraag

Onder het levensdomein 'Lichamelijk welbevinden en gezondheid' beschrijf je ...van de zorgvrager.
A
De lichamelijke toestand
B
de (mentale)stemming
C
De participatiebehoefte
D
De woon en leefomstandigheden

Slide 12 - Quizvraag

Door het werken met een zorgleefplan ligt de regie meer bij de
A
Huisarts
B
Specialist
C
Verpleegkundige/Verzorgende
D
Zorgvrager

Slide 13 - Quizvraag

Een zorgleefplan is een manier van
A
Chaotisch werken
B
Snel werken
C
Methodisch werken
D
Overwerken

Slide 14 - Quizvraag

Tijdens de anamnese verzamel je gegevens om...
A
inzicht te krijgen in het ziektebeeld
B
de arts te ondersteunen
C
te leren van fouten
D
een verpleegplan op te stellen

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het voordeel aan methodisch werken
A
het tussentijds of achteraf beoordelen van een agenda
B
je doorloopt alles stappen van het proces
C
een bepaalde kijk op iets, een richtinggevende zienswijze
D
de product en procesevaluatie

Slide 16 - Quizvraag

Wat is methodisch werken?
A
Verpleegkundige zorg afstemmen op behoefte en wens van de cliënt
B
Werken op basis van een cyclisch stappenplan
C
Werken volgens gezondheidspatronen van Gordon
D
Persoonsgericht werken, je bent gastvrij

Slide 17 - Quizvraag

Verpleegkundig proces
  • Gegevens verzamelen door een goede anamnese met behulp van de 11 gezondheidspatronen van Gordon.
  • Verpleegkundige diagnose stellen door middel van de PES structuur. Hierdoor krijg je het juiste probleem helder.
  • Doelen formuleren door middel van de RUMBA / SMART methode .
  • Interventies bepalen en omschrijven

Slide 18 - Tekstslide

Verpleegkundige diagnose stellen
Na dat je de juiste informatie hebt verkregen in het anamnese gesprek is het van belang om de juiste doelen te gaan omschrijven. 
Maar om zover te komen moet je eerst het juiste probleem goed  omschrijven.

Slide 19 - Tekstslide

Labels van Carpenito
  • Om een verpleegkundige diagnose te kunnen stellen moet je het verpleegprobleem goed kunnen omschrijven.
  • De labels van Carpenito helpen je hierbij.
  • Deze zijn gebaseerd op de 11 gezondheidspatronen van Gordon.
  • Je krijgt ze van mij uitgedeeld en bespreken ze even in het kort.

Slide 20 - Tekstslide

Een verpleegprobleem omschrijven
Een duidelijk en juist verpleegprobleem omschrijven is heel lastig. Hiervoor is de PES structuur bedacht.

P: Probleem (Wat is het gezondheidsprobleem?)
E: Etiologie (Wat is de oorzaak van het probleem?)
S: Symptomen (Welke signalen wijzen op het probleem?)

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeeld PES structuur
P: Mobiliteitsproblemen
E: Postoperatieve pijn
S: Kan niet zelfstandig lopen, aangezicht pijnscore van 7/10

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht
  • We maken groepjes via de spin.
  • Jullie krijgen van mij een flap met de casus erop.
  • Jullie gaan vanuit da casus een probleem omschrijven via de PES
  •  Hierna bespreken we jullie problemen
timer
20:00

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

SMART
Specifiek
Meetbaar 
Acceptabel
Realistisch
Tijdgebonden

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

RUMBA
R = Relevant : Belangrijk voor de cliënt / ter zake doend
U = Understandable: Begrijpelijk, in begrijpelijke taal geschreven
M = Measurable: Meetbaar, toetsbaar
B = Behavioral: Concreet, in gedragstermen en daardoor voor iedereen waarneembaar, gedrag
A = Attainable: Haalbaar

Slide 27 - Tekstslide

De S in SMART staat voor
A
Spectaculair
B
Specialistisch
C
Specifiek
D
Spannend

Slide 28 - Quizvraag

De M van een een SMART-doel betekent
A
Makkelijk
B
Meetbaar
C
Menselijk
D
Magisch

Slide 29 - Quizvraag

Bevat een SMART doel een eindtijd?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

Smart doelen zijn voor:
A
Lessen
B
Lesdoelen
C
lange termijndoelen en lesdoelen
D
lesdoelen en eigen leerdoelen

Slide 31 - Quizvraag

Wat zijn de SMART- doelen?
A
Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Relax, Toekomst
B
Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden
C
Speciaal, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Toekomst

Slide 32 - Quizvraag

Wat is een goed voorbeeld van een SMART doel?
A
Ondersteun Peter bij het zo spoedig mogelijk zelfstandig wonen
B
Binnen 2 weken smeert Hannah zelfstandig haar boterham tijdens het ontbijt op de woongroep
C
De begeleider helpt Wendy bij het uiten van haar emoties
D
Binnen 3 weken gaat Hans beter om met zijn emoties en wordt hij minder snel boos

Slide 33 - Quizvraag

Opdracht
  • Pak je flap er weer bij.
  • Je hebt een probleem omschreven.
  • Nu gaan we verpleegdoelen via de smart of rumba  methodiek omschrijven 
timer
20:00

Slide 34 - Tekstslide

Evaluatie les
Lesdoelen behaald?
Jullie weten wat de PES structuur inhoudt?

Slide 35 - Tekstslide