Les 2: Waarden & Persoonlijkheid

Les 2: Waarden en Persoonlijkheid
Wat is mijn persoonlijkheid en wat zijn mijn belangrijkste waarden?
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 2: Waarden en Persoonlijkheid
Wat is mijn persoonlijkheid en wat zijn mijn belangrijkste waarden?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van deze les:
  • Dat je weet welke persoonlijkheidstypes er zijn;
  • Dat je inzicht krijgt in welk jouw eigen persoonlijkheidstype;
  • Dat je weet wat normen en waarden zijn;
  • Dat je inzicht krijgt in jouw belangrijkste waarden.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we deze les doen:
  • TwinQ Persoonlijkheidstypes;
  • Big Five Persoonlijkheidstheorie;
  • Normen en waarden vanuit je hoofd;
  • Normen en waarden vanuit je gevoel;
  • Portfolio opdrachten.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TwinQ Persoonlijkheidstypes
Angela Weghorst onderzocht bij vierduizend 5- tot 25-jarigen wat hun passies en talenten zijn en welke waarden zij het meest belangrijk vinden. Door dit onderzoek heeft zij 7 TwinQ persoonlijkheidstypen ontdekt. 
Deze 7 TwinQ persoonlijkheidstypen hebben een eigen persoonlijkheid en eigen karaktereigenschappen.

De persoonlijkheidstypen zijn bedoeld om inzicht te geven in wie je bent en waarom je bepaald gedrag vertoont.

Slide 5 - Tekstslide

Ik zou minder tekst op de sheets gebruiken (ook volgende sheets). Misschien een goed idee om deze tekst in een soort reader voor ze te zetten en deze in Teams de plaatsen? Dan hebben ze wel de theorie tot hun beschikking, maar blijft de LessonUp wat 'rustiger'. 

Misschien is het leuk/interessant om de studenten in groepen te verdelen en elk groepje een theorie uit te laten werken en die te laten presenteren aan de klas (gelijk oefenen met presentatie)? Bijvoorbeeld 4 groepen: 2 keer Twinq en 2 keer Big Five
TwinQ Persoonlijkheidstypes
1. De Artist
De Artist is creatief, heeft een levendige fantasie en houdt ervan om dingen te creëren. De wijze waarop kan erg verschillend zijn, afhankelijk van het beschikbare materiaal of zijn stemming.

2. De Action Hero
De Action Hero is dol op sport en alles wat met actie en avontuur te maken heeft. Daarnaast vindt hij het leuk om zich bijvoorbeeld bezig te houden met computers, programmeren, rekenen of het bouwen en in elkaar zetten van dingen. Ook vindt hij het vaak leuk om anderen aan het lachen te maken.

3. De Romantic
De Romantic kan het best worden omschreven als een romantische dromer. Hij is sensitief, creatief, heeft een levendige fantasie en is een echte 'nature lover'. Zo vindt hij het bijvoorbeeld heerlijk om dieren te verzorgen en laadt hij helemaal op door in de natuur te zijn of bijvoorbeeld met z'n huisdier te knuffelen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TwinQ Persoonlijkheidstypes
4. De Creator
De Creator is dol op techniek en vrijwel alles wat daarmee te maken heeft. Zo is hij bijvoorbeeld geïnteresseerd in technologie, computers, en programmeren, vind hij het leuk om apparaten uit elkaar te halen, om erachter te komen hoe deze werken, dingen te bouwen of in elkaar te zetten, te experimenteren en proefjes te doen, te repareren en te sleutelen, nieuwe dingen uit te vinden o te ontwerpen.

5. De Intuitive
De Intuitive wordt hoofdzakelijk gestuurd door zijn intuïtie. Op basis daarvan bepaald hij of iets interessant is of niet. Zo kan het zijn dat hij alles leuk vindt, of niets, of veel dingen een beetje. Hij heeft over het algemeen veel met spiritualiteit, mindfulness, yoga, meditatie en activiteiten die gerelateerd zijn aan het zesde zintuig.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TwinQ Persoonlijkheidstypes
6. De Pragmatic
De Pragmatic wordt voornamelijk gekenmerkt door zijn pragmatische en gestructureerde houding. Hij is analytisch ingesteld en vindt het leuk om dingen of informatie te ordenen, te analyseren en te evalueren en informatie op een eenvoudige manier inzichtelijk te maken. Ook vindt hij het leuk om dingen te organiseren en te regelen of anderen te inspireren en raad te geven. Hij is erg geïnteresseerd in mensen.

7. De Buddy
De Buddy vindt het over het algemeen veel dingen leuk om te doen, maar heeft daarbij geen uitgesproken passie. Dit heeft te maken met het feit dat hij niet zozeer geïnteresseerd is in wát hij doet maar meer in met wíe. Hij is erg gericht op mensen in vindt het bijvoorbeeld leuk om zich in te leven in de ander of interessant om te weten waarom mensen zijn zoals ze zijn. Ook vindt hij het leuk om anderen aan het lachen te maken, te inspireren en raad te geven of te bemiddelen tussen mensen of groepen die het niet eens zijn met elkaar. Hij is goed in improviseren en in het regelen en organiseren van dingen. Daarnaast is hij dol op sport en vindt hij het leuk om bezig te zijn met uiterlijke verzorging.

Slide 8 - Tekstslide

Misschien leuk om hierna een sleepvraag te doen met afbeeldingen? Kijken of ze de 7 verschillende types hebben begrepen. 
Opdracht TwinQ Persoonlijkheidstypes
Lees de uitgebreide TwinQ persoonlijkheidstypen nog eens goed door en verwerk de volgende vragen in je verslag: 

  • In welk TwinQ-type herken jij jezelf het meeste? Leg uit waarom.
  • Welke kenmerken van het door jou gekozen TwinQ type passen het meest bij jou persoonlijkheid?
  • Herken je je in de valkuilen die worden genoemd? Leg je antwoord uit.
  • Heb je kenmerken bij een ander TwinQ persoonlijkheidstype gelezen die je ook bij jou vindt passen? Schrijf ze op.
  • En heb je nog andere valkuilen gelezen die bij jou passen? Schrijf ze op en geef een voorbeeld.
timer
30:00

Slide 9 - Tekstslide

TwinQ uitgebreid voor les printen uit boom

Big Five Persoonlijkheidstheorie

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Big Five Persoonlijkheidstheorie
Er zijn honderden of duizenden woorden waarmee je iemands persoonlijkheid kunt beschrijven. Waarom staan die niet allemaal in de lijst?

De makers van de test hebben om te beginnen al deze woorden verzameld. Het bleek dat veel van die woorden vaak voor dezelfde persoon gebruikt werden. Dus als mensen iemand praatgraag noemen, is de kans groot dat ze deze persoon ook als spontaan betitelen. Die eigenschappen zijn verwant en horen dus bij dezelfde persoonlijkheidseigenschap: extraversie. Maar: als twee persoonlijkheidseigenschappen niet vaker dan gemiddeld samengaan in personen, hebben ze kennelijk geen gemeenschappelijke oorsprong. Ze horen dan thuis bij een andere persoonlijkheidseigenschap. Zo kwamen de onderzoekers uiteindelijk uit bij vijf persoonlijkheidseigenschappen. Je zou kunnen zeggen: de vijf grootste gemene delers van alle persoonlijkheidseigenschappen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Big Five Persoonlijkheidstheorie
The big five is een persoonlijkheidstheorie. Het heet The big five omdat het vijf persoonlijkheidseigenschappen onderscheidt:

1. Extraversie
De mate waarin een persoon behoefte heeft aan contact met anderen. Extraverte mensen zijn sociaal, actief, praatgraag, gericht op personen, optimistisch. Introverte mensen werken het liefst alleen of in een rustige omgeving.
2. Inschikkelijkheid (vriendelijkheid)
Gedraagt iemand zich meestal meegaand, tolerant en hulpvaardig? Of juist wat meer competitief en weinig medewerkend?


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Big Five Persoonlijkheidstheorie
3. Zorgvuldigheid (orderlijkheid)

Gaat een persoon georganiseerd en doelgericht te werk of ongestructureerd en doelloos?
4. Emotionele stabiliteit
Dit is het andere uiterste van neuroticisme. Neurotische mensen maken zich veel zorgen, zijn onzeker en nerveus. Emotioneel stabiele mensen zijn tevreden met zichzelf, ontspannen en weinig emotioneel.
5. Openheid voor ervaring/ideeën
Openheid in de zin van het op zoek gaan naar nieuwe ervaringen. Mensen die hoog scoren op deze schaal zijn nieuwsgierig en fantasievol. Mensen die laag scoren zijn down-to-earth en houden zich het liefst bezig met de feiten van het hier en nu.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Big Five Persoonlijkheidstheorie
The big five is onder psychologen algemeen geaccepteerd als het belangrijkste persoonlijkheidsmodel in zijn soort. Het is de basis voor veel psychologische onderzoeken.


Een belangrijk kenmerk van The big five is dat de scores op de persoonlijkheidseigenschappen normaal verdeeld zijn. Dat betekent dat je volgens de test niet per se óf extravert óf introvert bent. Je kunt ook iets ertussenin zijn. Hierdoor voelen deelnemers aan de test minder weerstand als ze de testscore zien. Ze hebben minder het gevoel dat ze in een hokje zijn gestopt.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Big Five Persoonlijkheidstheorie
Verwerk de volgende vragen in je verslag: 

  • Welke vijf persoonlijkheidseigenschappen worden er onderscheiden in The big five?
  • Wat houden de vijf persoonlijkheidseigenschappen in?
  • Doe de test op de website: https://www.jobpersonality.com/big-five-persoonlijkheidstheorie
  • Test gelukt? Super! Je kunt nu zien hoe je op elke persoonlijkheidseigenschap scoort.
Schrijf de eigenschap op, schrijf jouw score op, schrijf op welke kenmerken bij jou en deze persoonlijkheidseigenschap horen.
  • Herken je jezelf in de uitkomst van de test? Leg je antwoord uit.
timer
30:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Normen en Waarden

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn Normen en Waarden?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Normen en Waarden
In je leven spelen normen en waarden een belangrijke rol. Normen en waarden zijn vaak al onbewust gecreëerd doordat we in onze eerste zeven levensjaren goed kijken naar hoe onze ouders met elkaar omgaan. Normen hebben te maken met gedragsregels, waarden met de overtuigingen of idealen die je nastreeft.

De waarden worden vaak ook drijfveren genoemd. Hoe meer inzicht je hebt in je eigen drijfveren, hoe beter je kunt bepalen of iets bij je past. Vind je geluk belangrijk, wil je zo onafhankelijk mogelijk zijn, iets voor de samenleving betekenen of heel rijk worden?

Slide 18 - Tekstslide

Ik denk dat het leuk is om hier met een sprekend voorbeeld te komen, denk bijvoorbeeld aan het geven van een hand man/vrouw, het opstaan in de bus voor een oude man/vrouw/zwangere en wellicht nog een extreem voorbeeld dat erg verschilt van de NL cultuur. Hierbij zou ik dan plaatjes gebruiken en aan de klas vragen wat ze zien en wat ze denken dat de waarden en bijbehorende normen zijn. 
Normen
Mensen zijn sociale wezens en vinden het belangrijk om geaccepteerd te worden. En om geaccepteerd te worden door anderen is het belangrijk om je aan te passen aan de normen en waarden van de groep. Dit heet het socialisatieproces.

Het socialisatieproces begint al bij je geboorte. Dan zijn je ouders je grootste voorbeeld en van hen leer je de belangrijkste dingen. Bijvoorbeeld hoe je je hoort te gedragen. Dit doen ze met woorden en uitleg, met liefde of een beloning, met straf of door dreiging van straf. Hierdoor leer je onder andere wat goed of slecht is en wat je wel of niet mag: de normen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarden
Normen maak je je eigen door er waarden van te maken. Denk aan ‘eerlijkheid’, ‘betrouwbaarheid’ of ‘respect’. Zo maak je je het gedrag van andere mensen eigen. Je neemt hun waarden en normen over. Je hoeft het er overigens niet helemaal mee eens te zijn, maar het zorgt er wel voor dat je in harmonie met hen kunt samenleven.

Waarden zijn de uitgangspunten van waaruit je als persoon handelt. Het zijn die zaken in ons leven die belangrijk voor ons zijn. Waarden sturen ons gedrag vaak onbewust. Ze zorgen ervoor dat je automatisch iets doet of denkt zonder jezelf af te vragen waarom je dit eigenlijk doet of denkt. Waarden verklaren waarom je iets wel of juist niet doet.
Je waarden worden vooral duidelijk als iemand ertegenin gaat. Toont iemand bijvoorbeeld geen respect terwijl jij respect heel belangrijk vindt? Dan kun je daar erg door geraakt worden.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overtuigingen
Waarden leiden weer tot overtuigingen. Ideeën en gedachten die we hebben over onszelf, de ander en de wereld. Het zijn conclusies gebaseerd op kennis, eerdere ervaringen en gebeurtenissen.

Slide 21 - Tekstslide

Ook hier zou ik werken met wellicht een aansprekend voorbeeld of vragen in de klas of ze die kennen bijvoorbeeld met een vraagsticker. Bijv. Geert Wilder (pvv).
Overtuigingen
Een overtuiging lijkt altijd waar.

Denk je dat je iets niet kunt, dan lijkt dat ook zo:
Wanneer je ervan overtuigd bent dat je niet creatief bent, zal dat je potentieel niet tot bloei brengen. Je zult niet snel tot actie overgaan wanneer je op je creativiteit wordt aangesproken en daardoor zul je niet het beste resultaat bereiken. Zie je wel, ik ben ook niet creatief! Dit is een voorbeeld van een belemmerende overtuiging.
Het werkt ook andersom:
Wanneer je ervan overtuigd bent dat je sportief bent, zal dat je potentieel tot bloei brengen. Wanneer je sportiviteit wordt aangesproken zul je graag tot actie overgaan, hierdoor ga je het vaker doen en daar zal het resultaat ook naar zijn. Zie je wel, ik ben ook sportief! Dit is een voorbeeld van een bekrachtigende overtuiging.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overtuigingen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1: Normen en Waarden
Vind je wel eens iets oneerlijk? Ben je wel eens gefrustreerd? Word je ergens heel blij van? 
Ben je wel eens geraakt door iets wat er gebeurde? Dit vertelt iets over de waarden die voor jou belangrijk zijn. Ga in tweetallen en bespreek de volgende punten:

  • Wat zijn normen en waarden? Bedenk 5 voorbeelden.
  • Normen en waarden zijn niet voor iedereen hetzelfde. Bespreek hoe het komt dat hier verschillen in zijn.
  • Wissel elkaars belangrijkste normen en waarden uit.
  • Verwerk deze in je verslag.
timer
15:00

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2: Normen en Waarden
Je hebt het misschien niet door, maar je waarden zijn bepalend voor de dingen die je doet en de keuzes die je maakt. Bewust en onbewust. Maar wat zijn nu die waarden in je leven, je opleiding en werk die voor jou belangrijk zijn? Daar helpt deze opdracht je mee.

1. Wat is voor jou belangrijk in dit leven?
timer
1:00:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2: Normen en Waarden
2. Mijn waarden:
 

  • Pak tien kleine blaadjes;
  • Bekijk de waardelijst;
  • Als je een waarde tegenkomt die je aanspreekt, schrijf je die op;
  • Iedere waarde op een apart papiertje. Denk niet te veel na!;
  • Schrijf achter de waarde waarom deze belangrijk voor jou is.


Slide 26 - Tekstslide

Post-its mee + waardenlijst printen uit boom


Opdracht 2: Normen en Waarden
3. Maak een top tien van de waarden die je opgeschreven hebt:
  



  • Pak de tien waarden die je hebt opgeschreven;
  • Leg de eerste waarde neer. Vergelijk deze met de tweede. Als je moet kiezen: welke is dan het belangrijkst? Deze leg je bovenaan;
  • Pak een voor een jouw waarden. Vergelijk ze met wat jij al hebt neergelegd en kies een plek voor de waarde. Zo ontstaat jouw top tien!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2: Normen en Waarden
4. Kijk nog eens naar jouw lijst. Ben je tevreden? Klopt het met wat jij belangrijk vindt? Je mag het nog aanpassen!

5. Werk samen met een medestudent. Bekijk elkaars waardelijst. Vinden jullie dezelfde dingen belangrijk? Staan er verrassende waarden op?

6. Bespreek ook: hoe was het om deze opdracht te doen? Was het moeilijk of juist helemaal niet?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2: Normen en Waarden
Reflectie:

  • Laat je tien waarden zien aan iemand die je goed kent.
  • Vraag hem of hij voor jou een top tien wil maken. Let op! Hij mag jouw top tien dus nog niet zien. Zo wordt duidelijk wat de ander denkt dat jij belangrijk vindt.
  • Vergelijk de uitkomsten en bespreek de overeenkomsten en verschillen.Herkent de ander jou in je waardelijst?

Verwerk vraag 1 t/m 6 én de reflectie in je verslag. Voeg tevens een foto bij van de door jou gemaakte waarde top 10. 


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de belangrijkste inzichten welke je vandaag hebt opgedaan?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud Portfolio
Verwerk in je portfolio het verslag van:

  • Opdracht Big Five
  • Opdracht 1 Normen en Waarden
  • Opdracht 2 Normen en Waarden

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies