Grammar Units 1 + 2



Units 1 + 2

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les



Units 1 + 2

Slide 1 - Tekstslide

Ready?
Let's see how much you already know!

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de goede bezittelijke vorm van
de stoel van Peter?
A
the chair of Peter
B
the chair from Peter
C
Peter's chair
D
Peters' chair

Slide 3 - Quizvraag

In welke zinnen wordt het bezit juist weergegeven?
A
The house of Peter
B
Peter's house
C
My sisters' rooms
D
My sister's rooms

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de juiste bezittelijke vorm van
de krant van morgen?
A
the newspaper of tomorrow
B
the newspaper from tomorrow
C
tomorrows newspaper
D
tomorrow's newspaper

Slide 5 - Quizvraag

Vertaal:
Neil denkt elke dag aan Jenny.

Slide 6 - Open vraag

Vertaal:
Eten jullie elke donderdag pizza?

Slide 7 - Open vraag

Vertaal:
Jullie kijken elke dag TV, nietwaar?

Slide 8 - Open vraag

He's very nice, _______?
A
doesn't he
B
isn't he
C
is he
D
can he

Slide 9 - Quizvraag

Jill likes him, ________?
A
doesn't she
B
does she
C
she doesn't
D
is she

Slide 10 - Quizvraag

Shhhh, I __________ homework!
A
do
B
does
C
don't do
D
am doing

Slide 11 - Quizvraag

Vertaal:
Normaal loop ik naar school, maar vandaag brengt mijn moeder me.

Slide 12 - Open vraag

Vertaal:
Ik heb gisteren Frozen 2 gekeken.

Slide 13 - Open vraag

My mother _______ me to practise yesterday.
A
drives
B
drove
C
was driving
D
droves

Slide 14 - Quizvraag

I _________ attention when the bell rang.
A
was paying
B
payed
C
paid
D
were paying

Slide 15 - Quizvraag

Vertaal:
Het ongeluk (accident) gebeurde terwijl ik naar huis liep.

Slide 16 - Open vraag

Vertaal:
Ik poets (= brush) elke avond mijn tanden.

Slide 17 - Open vraag

Vroeger keek ik altijd Frozen.

Slide 18 - Open vraag

Wat keek jij vroeger?

Slide 19 - Open vraag

Welk antwoord is correct?
A
I didn't used to watch Frozen.
B
I used not to watch Frozen.
C
I am not used to watch Frozen.
D
I didn't use to watch Frozen.

Slide 20 - Quizvraag

Vertaal:
Dat is niet mijn tas, maar de zijne.

Slide 21 - Open vraag

?
,
Zet de woorden in de juiste volgorde:
Yes, I am.
you
aren't
tired
very
always
are
You

Slide 22 - Sleepvraag