In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Cellen van dieren en planten
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
1. Je kunt delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en functies.
Slide 2 - Tekstslide
Bonusvraag
weefsel
weefsel
weefsel
weefsel
weefsel
orgaanstelsel
orgaanstelsel
cel
cel
cel
cel
cel
orgaan
orgaan
orgaan
orgaan
organisme
organisme
Slide 3 - Sleepvraag
Organisme
Organenstelsels
Organen
Weefsel
Cel
Slide 4 - Sleepvraag
Dit weefsel is afkomstig uit het
A
bottenstelsel
B
spierstelsel
C
zenuwstelsel
Slide 5 - Quizvraag
Dit is een afbeelding van...
A
Kraakbeenweefsel
B
Botweefsel
C
Zenuwweefsel
D
Spierweefsel
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Video
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
OVEREENKOMSTEN
Cytoplasma
Celmembraan
Celkern
(kernmembraan)
VERSCHILLEN
Vacuole
Celwand
Bladgroenkorrels/Plastiden
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven?
Celwand
Celkern
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Vacuole
Slide 12 - Sleepvraag
Sleep de naam naar de juiste afbeelding
Alleen Plantencel
Planten- en dierlijke cel
Celkern
celmembraan
Plastide
Celwand
Cytoplasma
Vacuole
Kernmembraan
Slide 13 - Sleepvraag
Als een tomaat rijpt gebeurt er iets met de kleur, hij gaat namelijk van een groene naar een rode kleur. Een type plastide verandert in een andere type plastide.