- kun je het verschil maken tussen hoofd- en bijzaken/
Slide 5 - Tekstslide
kernzin
In een alinea staat de hoofdzaak meestal in de eerste of de laatste zin. Dat is de kernzin. In de andere zinnen staan bijzaken. Ze geven uitleg of voorbeelden bij de kernzin.
Slide 6 - Tekstslide
De kernzin is..
A
De belangrijkste zin van de tekst.
B
De belangrijkste zin van een alinea.
C
De tekst samengevat in één zin.
D
Het onderwerp duidelijk uitgelegd.
Slide 7 - Quizvraag
Een kernzin is dus een hoofdzaak. Na de kernzin komt dus...
A
Een bijzaak
B
Een hoofdzaak
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een kernzin?
A
De eerste zin van de inleiding.
B
De laatste zin van het slot.
C
De belangrijkste zin van een tekst.
D
De belangrijkste zin van een alinea.
Slide 9 - Quizvraag
Hoofd- en bijzaken
Niet alle informatie in een tekst is even belangrijk. De belangrijkste informatie noem je de hoofdzaak. De minder belangrijke dingen zijn bijzaken. De bijzaken helpen je om de tekst beter te begrijpen of ze maken de tekst leuker om te lezen.
Slide 10 - Tekstslide
Wat zijn hoofdzaken?
A
de hoofdgedachte en de kernzin samen
B
Wat in een tekst belangrijk is
C
de inleiding
D
de alinea's
Slide 11 - Quizvraag
Wat zijn hoofdzaken?
A
de hoofdgedachte en de kernzin samen
B
Wat in een tekst belangrijk is
C
de inleiding
D
de alinea's
Slide 12 - Quizvraag
Wat zijn hoofdzaken?
A
De belangrijkste zaken in een tekst
B
Minder belangrijke zaken als uitleg/toelichting
C
Hetzelfde als het onderwerp
Slide 13 - Quizvraag
Wat kunnen bijzaken zijn?
A
een voorbeeld
B
kernzin
C
belangrijkste informatie
D
een uitleg
Slide 14 - Quizvraag
Het tegenovergestelde van hoofdzaken is bijzaken.
Wat zijn geen bijzaken?
A
voorbeelden
B
de gegevens in de kernzinnen
C
details
D
uitleg
Slide 15 - Quizvraag
Als iets een bijzaak is, dan ...
A
is het voor altijd
B
is dat het belangrijkste
C
is het minder belangrijk
D
eis je iets
Slide 16 - Quizvraag
Hoofd- en bijzaken: Wat zijn bijzaken?
A
Uitleg
B
Toelichting
C
Voorbeelden
D
Feiten
Slide 17 - Quizvraag
Maken opdrachten
In de les maken opdrachten Blok 4 Lezen: 1 tot en met