12.1 Eten en 13.2 voedselvoorziening

Thema 12 dieren & planten 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 12 dieren & planten 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen tijdens deze les?
uitleggen hoe de hoofdstukken samen zijn genomen; planten, dieren en duurzaamheid

welke opdrachten

eerste deel: eten

Slide 2 - Tekstslide

Je leert:

* Wat dieren en planten eten 
* Welke groepen er zijn (vleeseters, planteneters en alleseters)
* Op welke manieren wij voedsel produceren
* Wat de gevolgen zijn van deze voedselproductie


Slide 3 - Tekstslide

Wat eten dieren?
Dieren kunnen we verdelen in drie groepen: Noem voorbeelden van:
- Planteneter (herbivoren) 
- Vleeseters (carnivoren)
- Alleseters (omniforen)

Planten hebben celwanden. Dit is moeilijk te verteren, ze zijn erg hard.

Slide 4 - Tekstslide

0

Slide 5 - Video

Hoe kauwen dieren?
Planteneters - bijv. koeien
Plooikiezen malen het plantaardig voedsel fijn

Vleeseters - bijv. honden
Grotere scherpere hoektanden en knipkiezen zo verscheuren ze hun prooi.

Alleseters - bijv. mensen en varkens. Zij eten plantaardig en dierlijk voedsel.
Snijtanden en hoektanden om het eten los te knippen en knobbelkiezen om het eten goed te malen

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

Waardoor zijn honden slanker dan koeien?
Plantencellen hebben een celwand en zijn daardoor moeilijk fijn te kauwen en te verteren. Planteneters hebben daarom een lange darm die opgepropt zit in de dikke buik. 

Dierlijke cellen hebben geen celwand en zijn daardoor makkelijk fijn te kauwen en te verteren. Daarom is het verteringsstelsel korter. Dus een dunnere buik.

En alleseters zitten er tussenin

Slide 8 - Tekstslide

Water + Koolstofdioxide en lichtenergie--> Glucose + Zuurstof
Koolstofdioxide + 
licht + water ---> 
Glucose + zuurstof

Slide 9 - Tekstslide

0

Slide 10 - Video

Opslag glucose
Als de plant te veel glucose maakt wordt dit opgeslagen in de wortels stengels of vruchten

De plant zet deze glucose om in andere stoffen:
Eiwitten om te groeien
Zetmeel en vetten als reserve

Slide 11 - Tekstslide

Alle voedingstoffen horen in een kringloop
planten maken voedingsstoffen
Planteneters gebruiken de voedingsstoffen
vleeseters eten andere dieren
schimmels en bacteriën zorgen dat alles weer afgebroken wordt

Slide 12 - Tekstslide

Een voedselketen begint  altijd bij een plant.
Maar hoe maakt een plant die voedingsstoffen?

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk

Maken: de opdrachten van 12.1 tot en met 12



Slide 14 - Tekstslide

Deel 2 Voedselproductie

Slide 15 - Tekstslide

Lesdoelen
In deze les krijg je inzicht hoe ons voedsel wordt gemaakt.
Je leert hoe deze productie invloed heeft op de omgeving
Je leert hoe het natuurlijke evenwicht door de mens wordt verstoord.

Slide 16 - Tekstslide

Hoe kauwen dieren?
Planteneters - bijv. koeien
Plooikiezen malen het plantaardigvoedsel fijn

Vleeseters - bijv. honden
Grotere scherpere hoektanden en knipkiezen zo verscheuren ze hun prooi.

Alleseters - bijv. mensen en varkens. Zij eten plantaardig en dierlijk voedsel.
Snijtanden en hoektanden om het eten los te knippen en knobbelkiezen om het eten goed te malen

Slide 17 - Tekstslide

Licht, koolstofdioxide en water zet de plant om in glucose (om te groeien) en zuurstof
Koolstofdioxide + 
licht + water ---> 
Glucose + zuurstof

Slide 18 - Tekstslide

Opslag glucose
Als de plant te veel glucose maakt wordt dit opgeslagen in de wortels stengels of vruchten

De plant zet deze glucose om in andere stoffen:
Eiwitten om te groeien
Zetmeel en vetten als reserve

Slide 19 - Tekstslide

Alle voedingstoffen horen in een kringloop
planten maken voedingsstoffen
Planteneters gebruiken de voedingsstoffen
vleeseters eten andere dieren
schimmels en bacteriën zorgen dat alles weer afgebroken wordt

Slide 20 - Tekstslide

Hoe werd en wordt ons voedsel bereid?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wat is het verschil met vroeger?

  • Akkerbouwers
  • Tuinbouwers
  • Veehouders

Slide 23 - Tekstslide

Hoe produceren akkerbouwers?
  • Veel van hetzelfde (monocultuur, alles is tegelijk te oogsten)
  • Door gebruik van mest om de opbrengst te verhogen 
  • Ziekten proberen te voorkomen (gewasbeschermingsmiddelen)

Slide 24 - Tekstslide

Tuinbouw
  • Veel energie nodig zoals licht (zelfs 's nachts branden de lampen)
  • Veel dezelfde producten, geen afwisseling
  • Bestrijdingsmiddelen

Slide 25 - Tekstslide

Hoe produceren veehouders?
  • Veel van hetzelfde (intensieve veehouderij / bio-industrie)
  • Opbrengst verhogen (krachtvoer)
  • Ziekten proberen te voorkomen (medicijnen)

Slide 26 - Tekstslide

0

Slide 27 - Video

Gevolgen van deze productie
  • Te veel mest (mestoverschot, overbemesting)
  • Watervervuiling
  • Zure neerslag (ammoniak)
  • Minder natuur
  • Minder verschillende soorten
  • Bestrijding van schadelijke 
insecten maar ook van nuttige 
insecten

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Wat kun je zelf doen?
  • Bewust kiezen
  • Niet elke dag vlees
  • Geen bestrijdingsmiddelen gebruiken als je last hebt van bijvoorbeeld insecten. Gebruik een hor, of laat spinnen hun werk doen
  • Als je een tuin hebt, plant er verschillende soorten in

Slide 30 - Tekstslide

Opdrachten 
Maak de opdrachten van 13.2 tot en met 17
Let op: dit is het volgende hoofdstuk

Slide 31 - Tekstslide