future

Week 23
  • What do you remember about the future + wordorder?
  • How well do you know the words? 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Week 23
  • What do you remember about the future + wordorder?
  • How well do you know the words? 

Slide 1 - Tekstslide

am/is/are going to
will
shall
zal/zullen/zou/zouden
alleen bij een vraagzin waarbij je een voorstel doet.
ga/gaat/gaan
zal/zullen/zou/zouden

Slide 2 - Sleepvraag

Next
9 questions about the future

Slide 3 - Tekstslide

Which sentence is correct?
A
I am going to have dinner with my grandparents tonight.
B
I will have dinner with my grandparents tonight.

Slide 4 - Quizvraag

I ...... help you when I get home from shopping.
A
shall
B
will

Slide 5 - Quizvraag

.................. Farrokh's birthday party?
A
Will you go to
B
Shall you go to
C
Are you going to

Slide 6 - Quizvraag

Look at the clouds it...
A
shall rain.
B
is going to rain.
C
it will rain.

Slide 7 - Quizvraag

.....please buy me a present?
A
Shall you
B
Will you
C
Are you going to

Slide 8 - Quizvraag

Nelson .........
a song for us tonight. He's practising in his room right now.
A
is going to sing
B
will sing
C
shall sing

Slide 9 - Quizvraag

Zullen we zaterdag naar de film gaan?

Slide 10 - Open vraag

am/is/are going to
will
shall
Bij een vraagzin waarbij je een voorstel doet.
Bij voornemens, beloftes, wensen, aanbiedingen

- Bij plannen in de toekomst
(ligt al vast)

Slide 11 - Sleepvraag

Ik weet hoe ik de 'future' moet gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Next
8 questions about word order

Slide 13 - Tekstslide

?
to the pool
this afternoon
Are you going

Slide 14 - Sleepvraag

Which sentence is correct?
A
In summer in the hills we love walking.
B
In the hills we love walking in summer.
C
We love walking in the hills in summer.

Slide 15 - Quizvraag

Which sentence is correct?
A
I am at school every day.
B
At school everyday I am.
C
At school I am every day.

Slide 16 - Quizvraag

Which sentence is correct?
A
I will buy you a ticket this afternoon at the zoo.
B
I will buy you a ticket at the zoo this afternoon.

Slide 17 - Quizvraag

Maak een goede Engelse zin. Gebruik de zinsdelen hieronder.



in the mountains - shall we hike- this weekend

Slide 18 - Open vraag

Maak een goede Engelse zin. Gebruik de zinsdelen hieronder.



He isn't going to work- all summer - at the supermarket

Slide 19 - Open vraag

Dus, eerst
dan
tijd (wanneer)
plaats (waar)

Slide 20 - Sleepvraag

Ik begrijp de woordvolgorde
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Waar ga je nog mee aan de slag?
words
plaats/tijd
future

Slide 22 - Poll