De arbeidsmarkt ma2 Vmbo T

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

vandaag

H4 de arbeidsmarkt
Doel van deze les:
weten hoe de arbeidsmarkt werkt zodat je straks een betere
keuze kunt maken als je een opleiding kiest.
 

hoe gaan we dat doen?

lessonup
quiz
huiswerk

Hoofdstuk 4

De arbeidsmarkt

vraag naar arbeidskrachten

alle mensen die nodig zijn om het werk in de samenleving uit te voeren
Totale behoefte aan arbeidskrachten=
werkgelegenheid

beroepsbevolking

alle personen tussen 15 en 67 jaar die minimaal 12 uur per week
voor werk beschikbaar zijn

arbeidsverdeling

al het werk wat gedaan moet worden is verdeeld over beroepen, functies, bedrijven en bedrijfstakken

postindustriele samenleving

 waar de meeste mensen in de dienstensector werken

verdeling van het werk

leidde tot verschillende beroepen, ieder beroep
heeft een STATUS
Kennis, macht en inkomen 
bepalen je maatschappelijke positie

maatschappelijke klasse

alle mensen met ongeveer dezelfde maatschappelijke
positie
niet iedereen heeft dezelfde maatschappelijke positie=
sociale ongelijkheid

ontwikkelingen arbeidsmarkt

werkgelegenheid verandert steeds
flexibel werken
werken met computers

boeken dicht

test: heb je opgelet?

pak je telefoon

tot welke arbeidssector hoort
de Efteling

1. primaire sector
2. tertiaire sector
3. secundaire sector
4. quartaire sector

Welke situatie is voor jou gunstig als je klaar bent met studeren?

1. krappe arbeidsmarkt
2. ruime arbeidsmarkt

Waar komt het aanbod van arbeid vandaan?

1. arbeiders
2. arbeidsverdeling
3. beroepsbevolking
4. arbeidsmarkt

De tuinbouw is een belangrijk onderdeel van de agrarische _____ in Nederland

1. uniform
2. pluriform
3. arbeidsmarkt
4. sector

Wie zijn spelers op de arbeidsmarkt?
Welk antwoord is niet goed

1. particulierebedrijven
2. iedereen in Nederland
3. overheid
4. beroeps-bevolking

wie behoort er niet tot de
beroepsbevolking

1. een jongen van 12 jaar
2. een vrouw van 64 jaar
3. een man in een rolstoel van 31 jaar, 15 uur pw
4. een man met PTST, 12 uur per week

sociale ongelijkheid
bestaat tussen mensen op basis van

1. beroep en opleiding
2. opleiding en inkomen
3. inkomen en woonsituatie
4. beroep en inkomen

noem een voordeel van flexibel werken

noem een nadeel van flexibel werken

huiswerk

maken
vraag 1, 3,4,6,8,9,13,16,17
of samenvatting en begrippen