In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
HOOFDSTUK 4
DE ARBEIDSMARKT
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de arbeidsmarkt?
Vraag
Aanbod
--> De vraag naar arbeidskrachten en het aanbod van arbeidskrachten.
Slide 2 - Tekstslide
Vraag en aanbod
Vraag naar arbeidskrachten: alle mensen die nodig zijn om het werk in de samenleving uit te voeren.
Aanbod van arbeidskrachten: alle personen tussen 15 en 75 jaar die minimaal 12 uur per week voor werk beschikbaar zijn.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
In de arbeidsmarkt zijn verschillende beroepen en bedrijven. Er wordt dan gesproken van arbeidsverdeling: Het verdelen van het werk over personen, beroepen, functies, bedrijven en bedrijfstakken.
Arbeidssectoren
Slide 5 - Tekstslide
Je kunt de beroepen onderverdelen in vier arbeidssectoren:
Arbeidssectoren
Primaire sector: Zorgt voor grondstoffen en voedsel.
Secundaire sector: De industrie waar de grondstoffen van de primaire sector wordt verwerkt tot producten.
Tertiaire sector: Hierin worden de producten van de secundaire sector verkocht.
De quartaire sector:Overheidsinstanties en andere vormen van niet-commerciële diensten
Slide 6 - Tekstslide
De status van jouw beroep bepaalt jouw maatschappelijke status.Door deze status behoor je tot een bepaalde maatschappelijke klasse:Een groep mensen met ongeveer dezelfde maatschappelijke positie binnen de samenleving.
Er bestaat grote ongelijkheid in status en klasse. Dit wordt ook wel sociale ongelijkheid genoemd.
Maatschappelijke klasse
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
4.2 Ontwikkelingen arbeidsmarkt
Drie ontwikkelingen:
werkgelegenheid verandert voortdurend.
Flexibel werken is toegenomen.
Veel meer werk via computers.
Slide 9 - Tekstslide
Werkgelegenheid
Werkgelegenheid verschilt per baan. Nu zijn er veel docenten nodig.
Afhankelijk van economie (crisis of niet)
Komst van machines en robots heeft ervoor gezorgt dat er sommige banen minder of niet meer nodig zijn. Denk aan de postbode
Slide 10 - Tekstslide
Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
1. werkgelegenheid verandert
2. toename flexibel werken
3. automatisering en digitalisering
Slide 11 - Tekstslide
Flexibel werken betekend dat je wisselende werktijden hebt en op verschillende werkplekken werkt.
Tijdens de pandemie moesten veel mensen thuis werken. Vanaf deze periode hoor je dan ook steeds meer mensen die aan flexibel werken doen.
Flexibel werken
Slide 12 - Tekstslide
Naast flexibel werken is er ook een vorm van flex-werken. Hierbij gaat het om werken zonder vast contract.
Je kan tijdelijk voor een baas werken voor een bepaalde opdracht. Je weet dan niet hoelang de baas je nodig zal hebben.
Er zijn ook mensen die er bewust voor kiezen. Zij werken voor meerdere werkgevers. Dit zijn vaak zzp'ers: zelfstandigen zonder personeel.
Flex-werken
Slide 13 - Tekstslide
Steeds meer werk wordt geautomatiseerd. Dat betekent dat mensenwerk wordt overgenomen door computers/robots.
Industriële automatisering: Automatisch voeren van vee, robots die auto's in elkaar zetten. Computers kunnen zwaar en vervuilend werk van mensen overnemen.
Automatisering in de dienstverlening: Word en Excel maakt het kantoorwerk sneller en effectiever. Er worden robots gebruikt voor de klantenservice en in de ouderzorg.
Digitale automatisering: Er wordt meer gebruik gemaakt van systemen om gegevens op te slaan