Dezelfde producten van verschillende merken testen.
D
Niets
1 / 24
volgende
Slide 1: Quizvraag in interactieve video
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3
In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Wat doet een vergelijkend warenonderzoek?
A
Advies geven over de rechten van de consument.
B
Onderzoek doen naar consumenten-organisaties.
C
Dezelfde producten van verschillende merken testen.
D
Niets
Slide 1 - Quizvraag
Wat doet een vergelijkend warenonderzoek?
A
Advies geven over de rechten van de consument.
B
Onderzoek doen naar consumenten-organisaties.
C
Dezelfde producten van verschillende merken testen.
D
Niets
Slide 2 - Quizvraag
Wat doet een vergelijkend warenonderzoek?
A
Advies geven over de rechten van de consument.
B
Onderzoek doen naar consumenten-organisaties.
C
Dezelfde producten van verschillende merken testen.
D
Niets
Slide 3 - Quizvraag
Hoofdstuk 2: Wat voor consument ben jij?
Paragraaf 2.3 Hoe wil je wonen?
Slide 4 - Tekstslide
Planning
- Herhalen paragraaf 2.1 & 2.2
- Uitleg paragraaf 2.3
- Samen maken opdracht * 3 blz. 48
* 4 blz. 48
* 7 blz. 49
* 10 blz. 50
*14 blz. 51
Slide 5 - Tekstslide
Herhaling paragraaf 2.1
Slide 6 - Tekstslide
Consumentenorganisaties
A
zorgen ervoor dat je de hoogste kortingen krijgt
B
zijn bedrijven waar consumenten kunnen werken
C
komen op voor de rechten en plichten van de consument
D
als je product stukgaat kun je bij hun terecht
Slide 7 - Quizvraag
Wat doen consumentenorganisaties?
A
Informatie over producten geven
B
Acties voeren bij fabrikanten/ overheid
C
Advies geven over je rechten en plichten
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een keurmerk?
A
Het logo op je kleren
B
Een logo waarmee een bepaald kwaliteit wordt beloofd
C
Een merk van een goed product
D
Een merk
Slide 9 - Quizvraag
Herhaling 2.2 Waar heb je recht op?
Slide 10 - Tekstslide
Wanneer ben je beschermd door het consumentenrecht?
A
iets kopen op een rommelmarkt
B
iets kopen in een winkel
C
iets kopen via marktplaats
D
iets kopen van een vriend
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een verzameling van wetten en regels die de consument beschermt bij de aankoop van producten ?
A
consumentenwetten
B
consumentenregels
C
consumentenrecht
D
productregels
Slide 12 - Quizvraag
Je hebt recht op een deugdelijk product. Wat is een deugdelijk product?
A
Het product moet bij normaal gebruik voldoen aan de verwachtingen die ervan mag hebben
B
Het product moet altijd van de beste kwaliteit zijn
C
Bij verkeerd gebruik moet product blijven functioneren
Slide 13 - Quizvraag
De warenwet is
A
De mensen die voedsel controleren
B
De mensen die de waarde controleren van een product
C
De wet waarin staat dat een product niet schadelijk mag zijn voor je gezondheid
D
De wet waarin staat dat een product voor eerlijke waarde verkocht moet worden
Slide 14 - Quizvraag
Marie heeft een nieuwe wasmachine gekocht bij de expert. Door een fout in de wasmachine lekte deze. Het gevolg hiervan is dat het laminaat helemaal nat en kromgetrokken is.
Bij wie kan Marie de gevolgschade claimen volgens de wet productaansprakelijkheid
A
Bij de Expert
B
Bij de fabrikant
C
De schade kan Marie niet claimen
Slide 15 - Quizvraag
Waarom is de Wet koop op afstand in het leven geroepen?
A
omdat de consument producten niet kan zien/proberen vóór de koop
B
omdat er veel oplichters op internet zijn
C
omdat het in de Europese regelgeving staat
D
omdat er steeds meer op internet wordt gekocht
Slide 16 - Quizvraag
Wanneer kun je volgens de colportagewet een koop terugdraaien?
A
Een product van €49,99 die je binnen een week terugstuurt
B
Een product van €99,99 die je binnen een maand terugstuurt
C
Een product van €69,99 die je binnen 10 dagen terugstuurt
D
Een product van €9,99 die je binnen 3 dagen terugstuurt
Slide 17 - Quizvraag
Wat is consumer power
A
sterke verbruikers
B
consumenten die samenwerken om een bedrijf te beinvloeden