KWA-C les 2

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 2

KWA-C les 2

Zeynep Karaca-Çukur

Planning

• Terugblik 
• Theorie​ 8.3 wijs kinderen de weg 
• Opdrachten 8.3. wijs kinderen de weg​ 
• Afsluiten 

Wat betekent het begrip ‘mishandeling’?​

Wat betekent het begrip ‘misbruik’?​

Vanaf welke leeftijd tot welke leeftijd ben je een kind?​

1. 0 - 15 jaar
2. 0 - 16 jaar
3. 0 - 18 jaar
4. 0 - 21 jaar

Wat staat er in het verdrag voor de rechten van het kind?​

1. In dit Kinderrechtenverdrag staan 54 artikelen met afspraken over de rechten van kinderen en jongeren tot 18 jaar. Bijna alle landen in de wereld hebben het Kinderrechtenverdrag ondertekend. Nederland ook, sinds 1995.
2. In dit Kinderrechtenverdrag staan 10 artikelen met afspraken over de rechten van kinderen tot 10 jaar. Bijna alle landen in de wereld hebben het Kinderrechtenverdrag ondertekend. Nederland ook, sinds 1995.
3. In dit Kinderrechtenverdrag staan 54 artikelen met afspraken over de rechten van kinderen tot 21 jaar. Bijna alle landen in de wereld hebben het Kinderrechtenverdrag ondertekend. Nederland ook, sinds 1995.

8.3 Wijs kinderen de weg

In de sociale ontwikkeling van kinderen staat omgang met elkaar centraal
opkomen, beslissingen, vertrouwen, vrienden.​

​​

Vanaf kleutertijd ontstaan vriendschappen --> voorkeuren wie wel en wie niet?​

Kinderen passen zich aan regels/eisen van een groep​.

Socialisatie: Beter begrijpen en aanpassen aan groep

Houden aan groepsnorm = sneller geaccepteerd worden​

• Knutselclub = geen knutseldoos, dan mag je niet mee doen​
  
• Voetbalclub = geen voetbalkleren dan mag je niet mee doen

Jij en de kinderen hebben invloed op het groepsklimaat (negatief en positief)

Losmakingsproces: 

• Bij pubers (los komen van ouders/beg.) zelfstandig zijn en zoeken naar eigen ID.​
• Kan conflicten opleveren (interesse verschilt tussen ouder en kind).​
• Hierdoor worden vrienden belangrijker (zelfde proces).​

Je leert kinderen goed omgaan met elkaar door te helpen met interactie --> Hoe?

Groepsklimaat​

• Nieuwe groep = wennen​
  
• Vertrouwen = dingen ondernemen​
  
• Groepsproces: Soms wel en soms niet goede samenwerking en ​vertrouwen in groep

Jij en de kinderen hebben invloed op het groepsklimaat (negatief en positief)

Groepsklimaat kun je beïnvloeden​
Kijken naar sfeer, relaties, interacties, rollen en samenhang = inschatten​

• Sfeer: Warm, rustig, vrolijk, enthousiast, vijandig, onverschillig, onrustig​
  
• Relaties: Veel communicatie, weinig communicatie, meer/minder vriendschappen?​
  
• Rollen: initiatieven, sociale kinderen, plezier in groep, machtshebber en meelopers of terugtrekkers​
  
• Samenhang: betrokken, elkaar kennen, samenwerken, verbinden losse vrienden

Positieve groepsnormen: elkaar helpen en samen delen.

00:22

Welke vraag stelt de pedagogisch medewerker en wat voor invloed heeft dit op de kinderen?

Zelfstandig werken

Lees paragraaf 8.3 blz. 241 – 243​

Maak van je werkboek de vragen van paragraaf 8.3 blz. 135 – 136

Boek: Nu pedagogisch werk Basisboek Opvoeding en Ontwikkeling