wk 24: formuleringen + werkwoordspelling

Wat we deze les gaan doen:
Formuleren:
  • Lees en verwonder je over formuleringen in kranten en tijdschriften. Wat gaat er fout?

Spellen:
  • Herhaling ww-spelling + oefenen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat we deze les gaan doen:
Formuleren:
  • Lees en verwonder je over formuleringen in kranten en tijdschriften. Wat gaat er fout?

Spellen:
  • Herhaling ww-spelling + oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Formuleringen
Formuleren is een breed onderwerp dat je in vwo 4 t/m 6 zult gaan krijgen. Bij dit onderdeel gaat het er onder andere om welke woorden je kiest, dat je de juiste woordvolgorde hanteert en de interpunctie juist gebruikt.

Slide 2 - Tekstslide

HOER!!
GEFELICITEERD MET
TIGO

Slide 3 - Tekstslide

Groepsopdracht formuleren
Je wordt in een groep geplaatst. 
Ga naar drive --> formuleren --> opdracht 1. 

Bepaal per tekst/plaatje wat er verkeerd is gegaan in de formulering. Je hoeft geen verbetering voor te stellen.

Enkele teksten worden klassikaal besproken.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

De regels nog een keer:
pv tt: "werken/lopen"
pv vt: 't x kofschip  (wel 't'    niet 'd')
vdw: 't x kofschip
vdw als bnw: eindigt op - en of -t / -d?
inf: hele werkwoord tt (wij-vorm)

Slide 6 - Tekstslide

Spelling vdw als bnw
Een voltooid deelwoord kan iets zeggen over een zelfstandig naamwoord. In dit geval treedt het vdw op als een bijvoeglijk naamwoord. Kijk maar:
kopen (gekocht = vdw) De gekochte goederen.
verven (geverfd = vdw) De geverfde deur.
meten (gemeten = vdw) De gemeten kozijnen.

Slide 7 - Tekstslide

Eindigt het gewone vdw op -en, dan neem je die -en over als je het woord bijvoeglijk gaat gebruiken. Kijk maar:

kiezen (gekozen =vdw) De gekozen kandidaat.
bewijzen (bewezen = vdw) De bewezen theorie.

Slide 8 - Tekstslide

Eindigt het gewone vdw op een -t of -d dan schrijf je het woord zo kort mogelijk, tenzij er een uitspraakfout* ontstaat. Kijk maar:
Redden (gered = vdw) Het geredde* hondje.
Beantwoorden (beantwoord = vdw) De beantwoorde mail.
Werken (gewerkt = vdw) De gewerkte uren.
witten (gewit = vdw) De gewitte* muren.

Slide 9 - Tekstslide

Nu zelf oefenen
Oefen op de manier die bij jou past:
  • jufmelis
  • cambiumned
  • oefeningen in drive in de map ww-spelling
  • oefeningen in de methode

Slide 10 - Tekstslide

Afsluiting
Huiswerk in Som:


Ww-spelling:
Neem de regels nog een keer door en bepaal waar je moeite mee hebt. Stel de volgende les gerichte vragen aan je docent. 

Slide 11 - Tekstslide