Kern les 40 Samenstellingen

Kern les 40 Samenstellingen
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Kern les 40 Samenstellingen

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekenen de volgende woorden?

a. hoofd weg
b. hoofdweg

Slide 2 - Tekstslide


a. hoofd weg

Slide 3 - Tekstslide

b. hoofdweg

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekenen de volgende woorden?

a. drink water
b. drinkwater

Slide 5 - Tekstslide

c. drink water

Slide 6 - Tekstslide

b. drinkwater

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekenen de volgende woorden?

a. lui paard
b. luipaard

Slide 8 - Tekstslide

a. lui paard

Slide 9 - Tekstslide

b. luipaard

Slide 10 - Tekstslide

Vul de juiste samenstelling in 

Slide 11 - Tekstslide

Je kunt de haantjes herkennen aan hun felrode
A
hanen kammen
B
hanenkammen

Slide 12 - Quizvraag

Er zijn ..... in Ouwehands Dierenpark!
A
weerwolven
B
weer wolven

Slide 13 - Quizvraag

Ze is een .... voor haar leeftijd.
A
klein kind
B
kleinkind

Slide 14 - Quizvraag

Les 68 Bijvoeglijk naamwoord

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 1
Vul de goede vorm van het bijvoeglijk naamwoord in. 

Slide 16 - Tekstslide

De ... (geel) regenjas.
A
geel
B
gele
C
gelen

Slide 17 - Quizvraag

Een... (geel) werkboek.
A
geel
B
gele
C
gelen

Slide 18 - Quizvraag

Het ... (geel) flatgebouw.
A
geel
B
gele
C
gelen

Slide 19 - Quizvraag

De kandelaar van .... (zilver).
A
zilver
B
zilvere
C
zilveren

Slide 20 - Quizvraag

Een... (zilver) ring.
A
zilver
B
zilvere
C
zilveren

Slide 21 - Quizvraag

Het ... (zilver) kettinkje.
A
zilver
B
zilvere
C
zilveren

Slide 22 - Quizvraag

De ... (scheef) helling.
A
scheef
B
scheve
C
scheven
D
schefe

Slide 23 - Quizvraag

Een ... (scheef) schilderijtje.
A
scheef
B
scheve
C
scheven
D
schefe

Slide 24 - Quizvraag

Het ... (scheef) gebouw.
A
scheven
B
scheef
C
scheve
D
schefe

Slide 25 - Quizvraag

Opdracht 3
Kies de juiste vorm van het bijvoeglijknaamwoord. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze reep bevat weinig calorieën, maar die van jou heeft er nog veel... (weinig)

Slide 27 - Open vraag

Het achterste treinstel is vies, maar het middelste treinstel is nog veel... (vies)

Slide 28 - Open vraag

Waarom bloos je zo? Je wangen zijn nog ...(rood) dan mijn telefoonhoesje.

Slide 29 - Open vraag

Les 82 Meervoudsvormen

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht 1
Welke woorden staan in het meervoud?

Slide 31 - Tekstslide

Nieuwe Formule 1-auto's bereiken snelheden van boven de 350 kilometer per uur.

Slide 32 - Open vraag

Wat is het enkelvoud van:
Formule 1-auto's
snelheden

Slide 33 - Open vraag

Huizen en bedrijven worden verwarmd met restwarmte.

Slide 34 - Open vraag

Wat is het enkelvoud van:
huizen
bedrijven

Slide 35 - Open vraag

Musici speelden valse melodieën tijdens het nieuwjaarsconcert.

Slide 36 - Open vraag

Wat is het enkelvoud van:
musici
melodieën

Slide 37 - Open vraag

Kinderen spelen met peuters op de speelgoedbeurs.

Slide 38 - Open vraag

Wat is het enkelvoud van:
kinderen
peuters

Slide 39 - Open vraag

Mensen in steden zijn steeds minder tevreden over hun buurt.

Slide 40 - Open vraag

Wat is het enkelvoud van:
mensen
steden

Slide 41 - Open vraag

Opdracht 4
Geef van de volgende woorden beide meervouden.

Slide 42 - Tekstslide

meubel
A
meubels, meubeli
B
meubelen, meubeli
C
meubel's, meubelen
D
meubels,meubelen

Slide 43 - Quizvraag

cello
A
cella, celli
B
celli, colloos
C
cello's, celloos
D
cello's, celli

Slide 44 - Quizvraag

been
A
beenen, bene
B
bene, beenderen
C
beenderen, beenen
D
benen, beenderen

Slide 45 - Quizvraag

motor
A
motor's, motoren
B
motors, motoren
C
motoren, motooren
D
motooren, motor's

Slide 46 - Quizvraag

strip
A
strippen, strips
B
strips, strip's
C
strip's, strippi
D
strippi, strips

Slide 47 - Quizvraag

aquarium
A
aquario, aquaria
B
aquaria, aquariums
C
aquariums, aquarium's
D
aquarium's, aquaria

Slide 48 - Quizvraag

eigenaar
A
eigenaar's, eigenaaren
B
eigenaaren, eigenaren
C
eigenaars, eigenaren
D
eigenaren, eigenaar's

Slide 49 - Quizvraag