3LW4 Circulatiestelsel 1

6.1 + 6.2
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AnatomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

6.1 + 6.2

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- je kent de functie en de onderdelen van het circulatiestelsel
- je kunt de verschillende delen van het hart benoemen

Slide 2 - Tekstslide

6.2 Bouw + werking hart
  • het circulatiestelsel is een transportstelsel
  • vervoert bloed met daarin opgeloste stoffen en bloedgassen
  • heeft een pomp (het hart) en een stelsel van buizen (de bloedvaten)

Slide 3 - Tekstslide

6.2 Bouw + werking hart
-Grote bloedsomloop brengt O2-rijk bloed naar alle delen van het lichaam en haalt CO2 op
-Kleine bloedsomloop brengt CO2 naar de longen en haalt daar O2  op

Slide 4 - Tekstslide

6.2 Bouw + werking hart
Hart (cor) ligt achter het borstbeen en de ribben en is de pomp die de bloedstroom in gang houdt
  • hart ligt achter het borstbeen, links tussen beide longen in 
  • onder het hart ligt het middenrif

Slide 5 - Tekstslide

6.2 Bouw + werking hart
Hart (cor) bestaat uit twee helften en vier ruimtes
  • 2 boezems (atria)
  • 2 kamers (ventrikels)

Slide 6 - Tekstslide

6.2 Bouw + werking hart
  • Boezems ontvangen bloed vanuit het lichaam (rechterboezem) of de longen (linkerboezem)
  • Boezems hebben een dunne spierwand; er is niet veel spierkracht nodig om het bloed verder te leiden

Slide 7 - Tekstslide

6.2 Bouw + werking hart
  • Kamers ontvangen bloed vanuit de boezems en duwen het bloed het hart uit,  vanuit de linkerkamer: richting het lichaam . Vanuit de rechterkamer: richting de longen
  • Kamers hebben een dikke spierwand; vooral de linkerkamer

Slide 8 - Tekstslide

6.2 Bouw + werking hart
  • beide harthelften worden gescheiden door een stevige wand, het harttussenschot (septum)
  • tussen beide boezems is het harttussenschot dun, maar richting de hartpunt wordt het schot steeds dikker (gespierder)

Slide 9 - Tekstslide

6.2 Bouw + werking hart
De weg die bloed aflegt:
  •  O2 arm holle ader
  • O2 arm rechterboezem
  • O2 arm rechterkamer
  • O2 arm longslagader
LONGEN
  • O2 rijk longaders
  • O2 rijk linkerboezem
  • O2 rijk linkerkamer
  • O2 rijk aorta
LICHAAM

Slide 10 - Tekstslide

6.2 Bouw + werking hart
  • Bovenste en onderste holle ader (1) brengen zuurstofarm bloed naar de rechterboezem
  • de rechterboezem verplaatst het bloed naar de rechterkamer
  • de rechterkamer duwt het bloed naar de longslagader (2), die zich splitst naar beide longen

Slide 11 - Tekstslide

6.2 Bouw + werking hart
  • de longaders (per long twee aders, 3) brengen zuurstofrijk bloed naar de linkerboezem
  • de linkerboezem verplaatst het bloed naar de linkerkamer
  • de linkerkamer duwt het bloed naar de grote lichaamsslagader (aorta, 4)

Slide 12 - Tekstslide

6.2 Bouw + werking hart
Elke harthelft duwt het bloed één kant op, om te voorkomen dat het bloed terugstroomt heeft het hart vier kleppen...
  • 2 boezemkamerkleppen
  • 2 vaatkleppen

Slide 13 - Tekstslide

6.2 Bouw + werking hart
Boezemkamerkleppen
  • aan elke boezemkamerklep zitten peesdraadjes bevestigd
  • de peesdraadjes voorkomen dat de klep doorslaat de boezem in

Slide 14 - Tekstslide

6.2 Bouw + werking hart
Vaatkleppen
  • elke vaatklep heeft drie halvemaanvormige zakjes
  •  de opening is richting het bloedvat
  • wanneer de zakjes zich met bloed vullen, sluit de klep vanzelf

Slide 15 - Tekstslide

6.2 Bouw + werking hart
Kransvaten
  • hart wordt zelf voorzien door de kransvaten of coronaire vaten
  • kransslagaders ontspringen bij de ingang van de aorta in de linker- (1) en rechter- (2) kransslagader
  • ze buigen beide af naar beneden (naar de kamers)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video