H: Avoir

GRAMMAIRE ET ÉCRIRE
AVOIR = HEBBEN
Mercredi le onze octobre,1D


1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolvwoLeerroute VLeerjaar 1,3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

GRAMMAIRE ET ÉCRIRE
AVOIR = HEBBEN
Mercredi le onze octobre,1D


Slide 1 - Tekstslide

LES BUTS
  • Ik kan iemand beschrijven
  • Ik kan het werkwoord avoir (hebben) gebruiken
Bienvenue(5 min) 
Les buts (5 min)
Au programme (5 min)
Au travail- avoir (25 min)
Fin et réflexion (5)

Slide 2 - Tekstslide

UITLEGVIDEO

Slide 3 - Tekstslide

AU PROGRAMME
  • I
  • Bienvenue(5 minutes)
  • Les buts (5 minutes)
  • Au programme (5 minutes)
  • Au retour / Het lidwoord (5 minutes)
  • Au travail / Werkwoord avoir  (25 minutes)
  • La fin et réflexion (5 minutes)
Bienvenue(5 min) 
Les buts (5 min)
Au programme (5 min)
Au travail- avoir (25 min)
Fin et réflexion (5)

Slide 4 - Tekstslide

Lidwoorden
  • I
  • La ami of l'ami?
  • L'hôtel of la hôtel?
  • Les livres of les livre?
  • Un homme (m) of une homme (m)
  • Une fille (m)

Slide 5 - Tekstslide

Mnl.
Vrl.
Mv.
de/het
een
Les articles (de lidwoorden) |
Lidwoorden 
Un
La / L'
Une
Les
Des
Le /L'

Slide 6 - Sleepvraag

AU TRAVAIl 
Wat?
Pagina . 48,49 et 50
Fais les exercices  31D t/m 32A
Hoe?
Klassikaal
Eerder klaar?
Maak 33A








timer
20:00

Slide 7 - Tekstslide

AU TRAVAIl 
Wat?
Pagina . 48,49 et 50
Fais les exercices  30 t/m 31D
Hoe?
Klassikaal
Eerder klaar?
Maak 33A








timer
20:00

Slide 8 - Tekstslide

AU TRAVAIl 
Wat?
Pagina . 48,49 et 50
Fais les exercices  31E t/m 32A
Hoe?
Klassikaal. Hulp nodig? Gebruik de phrases-clés 
Eerder klaar?
Maak 33A








timer
20:00

Slide 9 - Tekstslide

HUISWERK
Exercices 31 t/m 32 A


Leren E&F, p. 53







timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

Fin et réflexion
Vertaal 
J'ai un chien = 
Nous avons un chat =
Il a un copain = 


Slide 11 - Tekstslide

Fin et réflexion
Vertaal 
J'ai un chien = Ik heb een hond
Nous avons un chat = wij hebben een kat
Il a un copain = hij heeft een vriend


Slide 12 - Tekstslide