H3 Politiek voorbereiding DT 4.3

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Omschrijf in eigen woorden wat politiek is

Slide 2 - Open vraag

Vul de zin aan.
Een ambtenaar is iemand die werkt voor.......

Slide 3 - Open vraag

Het is verboden om op de fiets te appen. Leg uit wat dit met politiek te maken heeft.

Slide 4 - Open vraag

De overheid zorgt voor allerlei dingen in dit land, zoals goede wegen en veiligheid. Hoe komt de overheid aan het geld om dit te betalen?

Slide 5 - Open vraag

Leg uit wat een democratie is.

Slide 6 - Open vraag

Een referendum past het beste bij een indirecte/directe democratie, omdat.....

Slide 7 - Open vraag

In een directe democratie hebben burgers meer invloed op de politieke beslissingen dan in een indirecte democratie. Leg uit waarom.

Slide 8 - Open vraag

Als je in Nederland mag stemmen , moet je aan een voorwaarde voldoen. Welke is dat?

Slide 9 - Open vraag

Behalve actief kiesrecht heeft een Nederlander ook passief kiesrecht. Leg uit wat passief kiesrecht is.

Slide 10 - Open vraag

In Nederland zijn verkiezingen vrij en geheim. Leg uit wat dit betekent.

Slide 11 - Open vraag

Waarom zijn media in verkiezingstijd belangrijk voor politieke partijen?

Slide 12 - Open vraag

Wat zijn de twee belangrijkste verschillen tussen linkse en rechtse partijen?

Slide 13 - Open vraag

Komt de volgende uitspraak van een linkse of rechtse partij? 'We verlagen de uitkeringen. Zo moedigen we mensen aan om weer aan het werk te gaan.' Leg je antwoord uit.

Slide 14 - Open vraag

Streep een partij die niet in dit rijtje thuishoort. Leg je antwoord uit. GROENLINKS/VVD/SP/PVDA, want...

Slide 15 - Open vraag

Noem twee politieke partijen die horen bij de politieke middenpartijen.

Slide 16 - Open vraag

Er zijn in Nederland drie grote politieke stromingen. Welke ??

Slide 17 - Open vraag

De SP is een politieke partij met duidelijk sociaal-democratische ideeën. Leg uit waarom de SP rijke mensen meer belasting wil laten betalen.

Slide 18 - Open vraag

Noem twee belangrijke uitgangspunten van liberalisme.

Slide 19 - Open vraag

Het kabinet is het dagelijks bestuur van Nederland. a) Wie zitten er in het kabinet? b) Wat is de belangrijkste taak van het kabinet?

Slide 20 - Open vraag

Leg de relatie uit tussen een minister en staatssecretaris.

Slide 21 - Open vraag

Noem 2 werkgebieden van ministers.

Slide 22 - Open vraag

Noem 3 taken van de koning.

Slide 23 - Open vraag

Wat staat er in de troonrede beschreven?

Slide 24 - Open vraag

Wat staat er beschreven in de grondwet?

Slide 25 - Open vraag

Nederland is een rechtsstaat. Wat betekent dat precies?

Slide 26 - Open vraag

De Nederlandse regering kan niet zomaar nieuwe wetten doorvoeren. Door wie wordt de regering gecontroleerd?

Slide 27 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een pressiegroep.

Slide 28 - Open vraag

Wie vormen het dagelijks bestuur van de gemeente?

Slide 29 - Open vraag

Noem 2 belangrijke taken van de burgemeester.

Slide 30 - Open vraag

Wie heeft de meeste macht in de gemeente; de burgemeester, de wethouders of de gemeenteraad? Leg je antwoord uit.

Slide 31 - Open vraag

Wat hebben de leden van de Provinciale Staten te maken met de Eerste Kamer?

Slide 32 - Open vraag