20162017 H3 Hoofdstuk 4 paragraaf 2

Hoofdstuk 4 Paragraaf 2
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 Paragraaf 2

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Huiswerk voor deze les
Bespreken opgaven vorige les
Leerdoelen
Keuze moment: Luisteren naar instructie / Maken
Instructie
Maken opdrachten
Herhalen leerdoelen
Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk voor deze les
Lezen 4.2
Herhalen Figuur 4.3
Leren figuur 4.7 en Tabel 4.1
Afmaken 3 t/m 5 en 7 t/m 10

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het symbool voor Platina?
A
Pt
B
Pl
C
Pa
D
Pi

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het symbool voor Lood?
A
Lo
B
Pl
C
Pb
D
Ld

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het symbool voor fluor?
A
Fo
B
Fr
C
Fu
D
Fl

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het symbool voor waterstof?
A
H
B
H2
C
W
D
W2

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het molecuulformule voor zuurstof?
(getallen staan in subscript)
A
Z
B
Z2
C
O2
D
Oh4

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het molecuulformule voor koolstofmonooxide?
(getallen staan in subscript)
A
C2O2
B
CO2
C
KMO
D
CO

Slide 9 - Quizvraag

Bespreken opdrachten
3 t/m 5 en 7 t/m 10

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kan de molecuulformule van een stof opschrijven.
Je kan een molecuultekening maken van een stof.
Je kan aan de molecuulformule van een stof zien of het een ontleedbare of niet-ontleedbare stof is.
Je kan de systematische naam van een stof geven.

Slide 11 - Tekstslide

Keuze moment
Keuze 1: Luisteren naar instructies


Keuze 2: Maken opdrachten
Makkelijke opdracht: 12, 13, 15, 18, 19 , 21, 22
Moeilijke opdracht: 14, 16, 20 

Slide 12 - Tekstslide

Instructie
Elke atoom heeft zijn eigen symbool.
Staan in periodiek systeem

Zuurstof - O
Koolstof - C

Slide 13 - Tekstslide

Instructie
Een molecuul bestaat uit twee of meer atomen

Een molecuultekening geeft een schematisch beeld van deze groep atomen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Instructie
Index: Geeft aan hoeveel atomen van een soort in een molecuul zitten.


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Instructie
Coëfficient is een getal dat voor een molecuulformule staat


Slide 18 - Tekstslide

Instructie
Ontleedbare stoffen hebben meerdere soorten atomen in de molecuulformule:

Slide 19 - Tekstslide

Instructie
Niet-ontleedbare stoffen hebben 1 soort atomen in de molecuulformule

Figuur 4.7
Elementen die twee-atomig voorkomen

Slide 20 - Tekstslide

Instructie
Systhematische naam
Naam van stof

Eerst naam stof eerste symbool
Daarna naam tweede symbool

Slide 21 - Tekstslide

Instructie
Systhematische naam
Naam van stof

Eerst naam stof eerste symbool
Daarna naam tweede symbool

Slide 22 - Tekstslide

Instructie
Systhematische naam
Naam van stof

Eerst naam stof eerste symbool
Daarna naam tweede symbool

Slide 23 - Tekstslide

Instructie
Systhematische naam
Naam van stof

Eerst naam stof eerste symbool
Daarna naam tweede symbool

Slide 24 - Tekstslide

Instructie
Nabouwen moleculen

Slide 25 - Tekstslide

Maken opdrachten
Makkelijke opdracht: 12, 13, 15, 18, 19 , 21, 22
Moeilijke opdracht: 14, 16, 20

Slide 26 - Tekstslide

Herhalen leerdoelen
Je kan de molecuulformule van een stof opschrijven.
Je kan een molecuultekening maken van een stof.
Je kan aan de molecuulformule van een stof zien of het een ontleedbare of niet-ontleedbare stof is.
Je kan de systematische naam van een stof geven.

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen 4.3
Afmaken opdrachten uit les: 
Herhalen figuur 4.3, figuur 4.7 en tabel 4.1
Leren figuur 4.10

Slide 28 - Tekstslide