2. Rijk of arm

2. Rijk of arm
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2. Rijk of arm

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Leerdoelen
Bk
• Je kent een aantal ontwikkelingskenmerken.
• Je kunt met de ontwikkelingskenmerken bepalen wat arme en rijke landen zijn.
KB-TH-HV
• Je weet waarom het lastig is nauwkeurig te bepalen wat arme en rijke landen zijn.
• Je weet waarom arme landen vaak lange tijd arm blijven.
• Je weet waarom rijke landen vaak lang rijk blijven.

Slide 3 - Tekstslide

Aantekening startklaar
  • Wat: Zorg dat je tafel zo staat dat je gezicht naar het bord staat om aantekeningen te maken + device
  • Hoe: Je heb je schrift open met een werkende pen en je device ingelogd in LessonUp bij de juiste les. 
  • Tijd: 1 minuut
  • Uitkomst: Je kan goed meedoen en aantekeningen maken
  • Klaar?: Schrijf alvast de titel van de paragraaf bovenaan 

timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

Waneer ben je in Nederland arm?

Slide 5 - Open vraag

Zet de landen op de goede volgorde: bovenaan het laagste bbp
Nederland 
Argentinië
Zambia 

Slide 6 - Sleepvraag

BBP
= brute binnenlands product
Maar dit geeft niet altijd een goed beeld. Waarom niet? 
Elite en Massa

Slide 7 - Tekstslide

Zet de landen op de goede volgorde: bovenaan het laagste bbp per hoofd
Nederland 
Argentinië
Zambia 

Slide 8 - Sleepvraag

BBP per hoofd 
= brute binnenlands product per hoofd
= BBP gedeeld door alle inwoners 
Maar dit geeft niet altijd een goed beeld. Waarom niet? 
Elite

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Lorenzcurve
Met deze curve kun je kijken of het inkomen eerlijk verdeeld is in een land
Beschrijf wat je ziet? 

Slide 11 - Tekstslide

Lorenzcurve
Beschrijf wat je nu ziet? 
In wat voor landen komt de curve op deze manier voor? 
Verklaar!

Slide 12 - Tekstslide

Lorenzcurve Nigeria: zijn de inkomens eerlijk verdeeld?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

De Lorenzcurve gebruik je om inkomensongelijkheid aan te geven.
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quizvraag

Lorenzcurve: hoeveel % van de inkomsten gaat naar 50% van de bevolking?
A
Ongeveer 10%
B
Ongeveer 50%
C
Ongeveer 90%
D
Ongeveer 60%

Slide 15 - Quizvraag

Aan het werk! 
Lezen: § 3.2 Rijk of Arm
Klaar? steek je hand op
Maken/Huiswerk: §3.2 opdr 1 t/m 7 
Klaar? Laat het zien aan mij. 
Succes! 

Slide 16 - Tekstslide

Planning
Lopen door armoede en rijkdom
Uitleg deel 2 rijk of arm
Werken aan huiswerk
Afsluiting

Slide 17 - Tekstslide

Aantekening startklaar
  • Wat: Zorg dat je tafel zo staat dat je gezicht naar het bord staat om aantekeningen te maken + device
  • Hoe: Je heb je schrift open met een werkende pen en je device ingelogd in LessonUp bij de juiste les. 
  • Tijd: 1 minuut
  • Uitkomst: Je kan goed meedoen en aantekeningen maken
  • Klaar?: Schrijf alvast de titel van de paragraaf bovenaan 

timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide

Loop door Kaapstad!
  1. Ga naar de stad Kaapstad op Google Maps. 
  2. Ga eerst naar de buurt: Kraaifontein East
  3. Pak het poppetje rechtsonder en zet hem in de buurt neer
  4. Loop nu eens door de buurt en wat valt je op?
  5. Ga daarna naar de wijk: Newlands, en doe hetzelfde!
  6. Loop ook hier doorheen en wat valt je op?
  7. Wat zijn de verschillen? Noteer 3x arm 3x rijk
  8. Waar zie je dat aan?  
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Armoedegrens 
  • = het inkomen dat je minimaal nodig hebt om te kunnen leven 
  • Denk aan: huis, eten en kleding
  • Bij geld gaat het vaak over het woord: WELVAART

Slide 20 - Tekstslide

Ontwikkelingskenmerken
Maar welvaart zegt nog niets. Daarom kijken we ook naar andere onderwerpen:
  • levensverwachting 
  • gezondheidszorg
  • onderwijs
  • ondervoeding
  • analfabetisme 

Slide 21 - Tekstslide

HDI 
Deze kenmerken samen noem je HDI(human development index) 
  1.  Volksgezondheid, aan de hand van de gemiddelde levensverwachting bij de geboorte.
  2. Kennis: aan de hand van het analfabetisme en het deel van de bevolking dat primaire, secundaire en tertiaire educatie doorloopt.
  3. Levensstandaard: aan de hand van het bruto nationaal product per hoofd van de bevolking, in koopkrachtpariteit in dollars.

Een koopkrachtpariteit tussen 2 landen geeft aan hoeveel je van de valuta van het ene land moet uitgeven om hetzelfde te kunnen voor 1 eenheid van de valuta in het andere land.
Denk aan de Roebel in Rusland = niks meer waard

Slide 22 - Tekstslide

Wat betekent het begrip HDI?
A
Human Developers Insurance Index
B
Home Development Index
C
Human Development Index
D
Human Destination Investigation

Slide 23 - Quizvraag

Hoe wordt de HDI gerankt?
Hoe dichter bij ..., hoe beter ontwikkeld
A
0
B
1
C
10
D
100

Slide 24 - Quizvraag

Hoe meet je welvaart het best?
A
Met de HMI
B
Met de HDI
C
Met het BBP
D
Met het BBP per hoofd

Slide 25 - Quizvraag

Welke indicatoren zijn onderdeel van de Human Development Index (HDI)?
A
BNP/hoofd, bevolkingsgroei, zuigelingensterfte
B
BNP/hoofd, artsendichtheid, scholingsgraad
C
BNP/hoofd, levensverwachting, analfabetisme
D
BNP/hoofd, vruchtbaarheidscijfer, toegang tot basisbehoeften

Slide 26 - Quizvraag

Arme landen blijven arm
  • Geen geld om te investeren in onderwijs, wegen en.. oorlog 
  • Kolonialisme = 
  • VB van Nederland = 
  • Waarom? Economisch of politiek er beter van worden --> ze verdienden heel veel geld 

Slide 27 - Tekstslide

Wat is een kolonie?
A
Een cultuurgebied
B
Een gebied met gemeenschappelijke cultuur
C
Een gebied waar een ander land de baas is
D
Een gebied waar twee culturen zich mengen

Slide 28 - Quizvraag

Rijke landen blijven rijk
Hoe blijven rijke landen rijk? 
Geef twee maatregelen die rijke landen toepassen, om er voor te zorgen dat ze rijk blijven!!!
1. 
2. 
sluiten grenzen voor producten 
heffen extra belasting op producten 

Slide 29 - Tekstslide

Invoerrechten zijn er om:
A
De lokale markt te beschermen tegen goedkope buitenlandse producten
B
meer te verdienen in een land
C
De import af te remmen en de lokale markt te stimuleren
D
alle drie zijn correct

Slide 30 - Quizvraag

Verklaar waarom niet iedereen profiteert van het feit dat een land rijker wordt!

Slide 31 - Open vraag

Ontwikkelingshulp wordt soms pas gegeven als landen blijk geven van goed bestuur en aanpak van corruptie.
Welke twee doelen dient dit?
THV

Slide 32 - Open vraag

Begrippen
• Bbp
• Bbp per hoofd
• Armoedegrens
• Levensverwachting
• Analfabetisme
• Human Development Index (HDI)
• Absolute armoede
• Relatieve armoede
• Kolonialisme
• Invoerrechten

Slide 33 - Tekstslide

Aan het werk! 
Lezen: § 3.2 Rijk of Arm
Klaar? steek je hand op
Maken/Huiswerk: §3.2 opdr 1 t/m 7 
Klaar? Laat het zien aan mij. 
Succes! 

Slide 34 - Tekstslide

Wat moet je nu kunnen en kennen? 
Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 
Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.
Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.

Slide 35 - Tekstslide