3.2 Welvaart, crisis en dreiging

3.2 Welvaart, crisis en dreiging
deel 1
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.2 Welvaart, crisis en dreiging
deel 1

Slide 1 - Tekstslide

1. Herhaling
2. Leervragen 3.2 (deel 1)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling vorige les

Slide 3 - Tekstslide

Leervragen
uitleggen wat er in het vredesverdrag na WO1 is afgesproken.
Aan het einde van de les kan je......
uitleggen hoe het met de economie ging in 1920.
uitleggen hoe Italië een totalitaire dictatuur werd. 

Slide 4 - Tekstslide

Na de Eerste Wereldoorlog werd er een vredesverdrag ondertekend: het Verdrag van Versailles. Duitsland kreeg alle schuld! 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Verdrag van Versailles

  • Duitsland moet veel grondgebied afstaan (ongeveer 10%)

  • Duitsland moet kolonies afstaan

  • Duitsland mag geen leger meer hebben van groter dan 100.000 man

  • Duitsland moet herstelbetalingen doen aan vnl. Frankrijk

Slide 7 - Tekstslide

Verdrag van Versailles 
  • Duitsland mag geen grote oorlogsschepen meer hebben (bepaald gewicht)

  • Duitsland mag geen luchtmacht meer hebben

  • Duitsland moet Polen doorgang geven naar de Oostzee (Poolse Corridor)

Slide 8 - Tekstslide

Gevolgen van de wapenstilstand en de vrede
  • Oprichting Republiek van Weimar (Eerste democratie in Duitsland)

  • Veel nieuwe staatjes in Europa (Polen, Joegoslavië).

  • Verenigde Staten trekt zich terug uit de wereldpolitiek

Slide 9 - Tekstslide

Vóór...
...na

Slide 10 - Tekstslide

                Verdrag?! Dictaat!




In Duitsland is grote onvrede en spreekt men
liever van het Dictaat van Versailles
meer in deel 2

Slide 11 - Tekstslide

De Roerige jaren 20'
Amerika gaat een 'Gouden tijd' tegenmoet na de Eerste Wereldoorlog
  • Auto's
  • Koelkasten
  • Radio's

Rond 1925 gaat het in meerdere Europese landen goed.




In de Roerige jaren 20' was het motto: ''Leef nu, betaal later''. Heel de Amerikaanse samenleving was gebaseerd op (ongezonde) leningen.

Slide 12 - Tekstslide

Dictatuur in Italië
In Italië ging het minder goed. Veel Italianen waren niet blij met hun democratie. Hierom greep Mussolini de macht. 

In zijn ideeën (ideologie) was er geen plaats voor democratie. Italië werd een dictatuur. 

Doel: Italië terug naar de glorietijd van het Romeinse Rijk

Slide 13 - Tekstslide

Fascisme kenmerken
Mussolini hoorde bij het facsisme. Hierbij mag je geen andere mening hebben dan de leider. Dit noem je ook wel: totalitair. 

  • Geen democratie
  • Nationalisme
  • Geweld is goed!
  • 1 sterke leider

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
STAP 1
Klaar?
Vooruitblik
Huiswerk!

Maken:
  • BK: bladzijde 
  • KGT: bladzijde 98-99-100-101

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op

Goed zo!
Laat het zien aan de docent.  

Daarna, lezen in je leesboek

Slide 17 - Tekstslide

3.2 Welvaart, crisis en dreiging
deel 2

Slide 18 - Tekstslide

1. Herhaling
2. Leervragen 3.2 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 19 - Tekstslide

Herhaling vorige les

Slide 20 - Tekstslide

Leervragen
uitleggen hoe het met de economie ging in 1930.
Aan het einde van de les kan je......
uitleggen hoe Duitsland een totalitaire dictatuur werd. 

Slide 21 - Tekstslide

Economische crisis
In 1929 kwam er een economische wereldcrisis. Geld was niks meer waard en miljoenen mensen raakten werkloos. 

De crisis begon in Amerika, maar door internationale handel werd ook Europa geraakt. 

De consumptie steeg en mensen konden geld lenen. Dit noem je krediet.

Slide 22 - Tekstslide

1929 - Economische wereldcrisis
  •  Bedrijven gingen minder produceren. 
  • Personeel werd ontslagen. 
  • Minder geld voor luxe producten. 
  • Er ontstond een crisis.
  • Veel werkeloosheid. 

Slide 23 - Tekstslide

Dictatuur in Duitsland
In Duitsland was er ook crisis. Hitler werd erg populair.

Nationaalsocialisme (Nazi's)
  • Een sterk Duitsland maken
  • Einde van de straf uit WOI
  • Een gezond 'Arisch' ras
  • Maatregelen tegen de joden

In 1933 grijpt Hitler de macht:
het land werd een totalitaire dictatuur.
'Führer' (leider) was de titel die Hitler aannam. Hij werd dictator van Duitsland.

Slide 24 - Tekstslide

Nationaalsocialisme en de economie
Kenmerken van nationaalsocialisme
  • gewelddadig
  • tegen de democratie
  • nationalistisch
  • racistisch, vooral tegen de Joden

Hitler laat de Duitse economie weer opknappen:
  • Snelwegen
  • Bruggen
  • Leger
Hitler leende grote bedragen geld van banken.

Slide 25 - Tekstslide

Adolf Hitler
Geboren in Oostenrijk-Hongarije
  • Gewelddadige vader
  • Mislukte kunstenaar

Invloed van de Eerste Wereldoorlog:
  • Duitsland is ''verraden''
  • Mein Kampf

Hitlers Duitsland:
  • Arisch en Jodenvrij
  • Groot en machtig
De Swastika (hakenkruis) werd gezien als een symbool wat door de vroegere Ariërs werd gebruikt.

Slide 26 - Tekstslide

NDSAP beloofde meer werk, meer huizen, betere omstandigheden voor het Duitse volk. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Slide 30 - Tekstslide

Wat was het grote verschil tussen het nationaalsocialisme van Hitler en het fascisme van Mussolini?
A
Het nationaalsocialisme was gewelddadig, het fascisme niet
B
Het nationaalsocialisme was nationalistisch, het fascisme niet.
C
Het nationaalsocialisme was niet democratisch, het fascisme wel
D
Het nationaalsocialisme was racistisch, het fascisme niet

Slide 31 - Quizvraag

Aan de slag
STAP 1
Klaar?
Vooruitblik
Huiswerk!

Maken:
  • BK: bladzijde 
  • KGT: bladzijde 102-103-104-105

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op

Goed zo!
Laat het zien aan de docent.  

Daarna, lezen in je leesboek

Slide 32 - Tekstslide