H2: 2.4 Massa bij chemische reacties les 4

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Startklaar:  Maak opdracht 22 en 23 op blz 41 
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
- JDW-map





LessonUp: 
JA!

Telefoons 

Slide 2 - Tekstslide

We gaan starten!
                                                                                               Wachttijd:
stopwatch
00:00

Slide 3 - Tekstslide

H2: Chemische reacties
2.1: Molecuulmodel
2.2 Mengen of reageren
2.3 Ontleding
2.4 Massa bij chemische reacties

Slide 4 - Tekstslide

Lesprogramma
  1. Huiswerk controle 
  2. Terugblik
  3. Leerdoelen
  4. Instructie
  5. Nabespreking
  6. Afsluiting

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerkcontrole
Opdracht 26 t/m 30 en 36, 37 op bladzijde 44 en 45

Slide 6 - Tekstslide

Over welke opgaven van
het huiswerk zijn er vragen?

Slide 7 - Woordweb

Terugblik
  1. Je kent de definitie van het energie-effect en kan het verschil uitleggen tussen exotherm en endotherm.
  2. Je kan het verschil uitleggen tussen ontleding op macro- en microniveau.
  3. Je kent de definities van thermolyse, elektrolyse en fotolyse.
  4. Je weet wat een reactieschema inhoud en kan deze maken. 

Slide 8 - Tekstslide

Sleep de juiste omschrijving naar de juiste ontleding.
Thermolyse
Fotolyse
Elektrolyse
Ontleding met behulp van licht
Ontleding met behulp van warmte
Ontleding met behulp van elektriciteit

Slide 9 - Sleepvraag

Noem de drie ontledingsreacties

Slide 10 - Woordweb

In het plaatje zie je:
A
een verbinding die ontleed in twee ontleedbare stoffen
B
6 moleculen van een verbinding die ontleden in 2 niet-ontleedbare stoffen
C
6 moleculen van de ene stof die veranderen in 9 nieuwe stoffen
D
6 moleculen en 9 atomen

Slide 11 - Quizvraag

Leerdoelen 2.4 Massa bij chemische reacties
  1. Je kent de wet van massabehoud en kan deze uitleggen aan de hand van een reactieschema.
  2. Je kan rekenen met vaste massaverhoudingen.
  3. Je weet wat overmaat en ondermaat inhoud en kan dit gebruiken in een rekensom.  




Slide 12 - Tekstslide

Wet van behoud van massa
Er kan geen massa verschijnen of verdwijnen.

Slide 13 - Tekstslide

Wet van massabehoud
Massabehoud: 
Bij chemische reacties geldt de wet van massabehoud: de totale massa van de beginstoffen is gelijk aan de totale massa van de reactieproducten.


Slide 14 - Tekstslide

Wet van massabehoud



                                           --->
+
1 auto             ---->       1 wrak                  +     4 wielen
 

Slide 15 - Tekstslide

--->
+
1 auto                   ---->              1 wrak                  +     4 wielen
 
  • Wat is de massa van het wrak?
  • 1200-(4*25)=1100 kg
  • Hier pas je de wet van massabehoud toe.
massa 1 auto: 1200 kg                     ? kg                   massa 1 wiel:  25 kg
                                                                                 massa 4 wielen: 100 kg

Slide 16 - Tekstslide

Wet van behoud van massa 
In 1789 formuleerde de fransman Antoine Lavoisier wet van massabehoud. Hij was niet de eerste, want in Rusland was de wet al in 1748 door Michael Lomonosov bewezen met experimenten.  
Beide wetenschappers realiseerden zich dat bij chemische reacties ook vaak gassen een rol spelen. Ze bedachten hoe ze deze gassen konden opvangen en meewegen.  Zo ontdekten ze de wet van behoud van massa!



 

Slide 17 - Tekstslide

Wet van massabehoud
  • Vastgesteld door mr. Lavoisier, ook wel de wet van Lavoisier genoemd.
  • Er kan geen massa verloren gaan.
  • Geldt ook bij chemische reacties: de stoffen (moleculen) veranderen tijdens de reactie, de massa niet!

Slide 18 - Tekstslide

Massaverhouding
Elke chemische reactie verloopt met een massaverhouding!

Slide 19 - Tekstslide

Massaverhouding bij chemische reacties
  • In een chemische reactie  reageren stoffen altijd in een   vaste  massaverhouding met elkaar. 
  • Als de beginstoffen niet in de juiste massaverhouding zijn, blijft een van   de beginstoffen over. 
  • Hiermee kun je berekeningen uitvoeren.
  • Die stof is in overmaat aanwezig. 
  • Ondermaat betekent, dat er van die beginstof te weinig is.

Slide 20 - Tekstslide

--->
+
1 auto        ---->       1 wrak       +     4 wielen
 
  • massaverhouding auto : wielen
  •                                     1200 : 100
  •                                          12 : 1
massa 1 auto: 1200 kg                                        massa 1 wiel:  25 kg
                                                                                 massa 4 wielen: 100 kg

Slide 21 - Tekstslide

Rekenen met massaverhoudingen
Vergelijking met koken
Recept voor simpele salade van 300 gram.
Benodigheden: 250 gram sla, 50 gram dressing
sla      +         dressing         ->        salade
250 gram           50 gram                   300 gram   
500 gram          100 gram                  600 gram 
Verhouding is dan 250 / 50 is het zelfde als 5 : 1   


Ook koken voldoet aan de wet van behoud van massa!
x 2 

Slide 22 - Tekstslide

Voorbeeld Massaverhouding
Vast natrium en chloorgas reageren tot vast natriumchloride. Natrium en chloor reageren in een massaverhouding 1,0:1,5.
Bereken hoeveel gram natriumchloride je maximaal kunt maken met 14,0 g chloor.


  • Natrium (s) + chloor (g) -> natriumchloride (s)
  • 1,0 : 1,5 : 2,5 (massabehoud)
  •                             14,0 g : ?
  • Maak een verhoudingstabel.
  • 14,0 * 2,5 / 1,5 = 23,3 g natriumchloride

Slide 23 - Tekstslide

De vaste stof natriumchloride ontstaat uit de reactie van vast natrium met gasvormig chloor. Bereken hoeveel gram natriumchloride je maximaal kan maken uit 14,0 gram natrium.

  1. Schrijf het reactieschema op.


  1. natrium (s) + chloor (g) --> natriumchloride (s)

Slide 24 - Tekstslide

De vaste stof natriumchloride ontstaat uit de reactie van vast natrium met gasvormig chloor. Bereken hoeveel gram natriumchloride je maximaal kan maken uit 14,0 gram natrium.

  1. Schrijf het reactieschema op.
  2. Schrijf de massaverhouding eronder.
  3. Schrijf de bekende gegevens daaronder. 
  4. Bereken de onbekende.

  1. natrium (s) + chloor (g) --> natriumchloride (s)
2. 1,0             :        1,5           -->            ....?
3. 14,0            :        ....           -->            ....?
4. 14,0            :        21,0          -->            ....?

Slide 25 - Tekstslide

De vaste stof natriumchloride ontstaat uit de reactie van vast natrium met gasvormig chloor. Bereken hoeveel gram natriumchloride je maximaal kan maken uit 14,0 gram natrium.

  1. Schrijf het reactieschema op.
  2. Schrijf de massaverhouding eronder.
  3. Schrijf de bekende gegevens daaronder. 
  4. Bereken de onbekende.

  1. natrium (s) + chloor (g) --> natriumchloride (s)
2. 1,0             :        1,5           -->            ....?
3. 14,0            :        ....           -->            ....?
4. 14,0            :        21,0          -->            ....?

Slide 26 - Tekstslide

Salmiak maken
waterstofchloride (g) + ammoniak (g) --> salmiak (s)
Het blijkt dat 36 gram waterstof precies met 17 gram ammoniak reageert.
Volgens de wet van behoud van massa ontstaat er dan 53 gram salmiak (36 + 17 = 53 gram).
De massaverhouding is dan 36 : 17 = of te wel 2,1 : 1,0. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag


Opdracht 39 en 41
26 t/m 30 en 36, 37 op bladzijde 44 en 45
in je digitale omgeving mag ook!
Je mag samenwerken

Slide 29 - Tekstslide

Afsluiting: we weten
  1. Je kent de wet van massabehoud en kan deze uitleggen aan de hand van een reactieschema.
  2. Je kan rekenen met vaste massaverhoudingen.
  3. Je weet wat overmaat en ondermaat inhoud en kan dit gebruiken in een rekensom.   




Slide 30 - Tekstslide

Het is duidelijk waar we met het hoofdstuk aan het werk gaan
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Ik begrijp de leerdoelen van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

De les was leuk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?

Slide 34 - Woordweb

Waar wil je nog extra uitleg over?

Slide 35 - Woordweb

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk:
Zet in je Planner!
Opdracht 39 t/m 42 en 45 t/m 49 op bladzijde 48 en 49
in je digitale omgeving mag ook!

Dank je wel voor je aandacht.


Slide 36 - Tekstslide