periode 3

Ik kan de theorie van de paragrafen lezen toepassen 
oefentoets maken

Toet lezen dinsdag 18 feb 4e uur



timer
25:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ik kan de theorie van de paragrafen lezen toepassen 
oefentoets maken

Toet lezen dinsdag 18 feb 4e uur



timer
25:00

Slide 1 - Tekstslide

Oefentoets
1. Noem 2 manieren waarop je een tekst kan inleiden.
2. Noem 2 manieren waarop je een tekst kan afsluiten.
3. Noem 2 signaalwoorden van opsomming.
4. Noem 2 signaalwoorden van tegenstelling.

Slide 2 - Tekstslide

indeling van een tekst blz. 12
1. De aanleiding wordt genoemd
2. Een voorbeeld gegeven
3. Een anekdote verteld
4. Een vraag gesteld
5. Een mening gegeven
6. Een samenvatting gegeven
https://www.dedagvandaag.nl/dag/17-01-2025/bovenbouw



Slide 3 - Tekstslide

Hieronder staan vijf zinnen. Vul de ontbrekende signaalwoorden in.

- zoals                             - en
- dus                                - daardoor
- maar                             - want
1. Op vakantie lopen mensen vaak ziektes op............malaria en het zika-virus.
2. Ik wil graag een nieuwe fiets kopen .........dit kan niet want ik heb geen geld.
3. We zijn nog geen achttien jaar,...............we mogen nog geen alcohol kopen.
4. Mijn kapster heeft haar arm gebroken.......kan ze mijn haar nu niet knippen.
5. Mijn moeder gaat iedere vrijdagochtend naar de slager........ de bakker.

Slide 4 - Tekstslide

opsomming ook, tevens, bovendien, ten tweede, ten slotte
tegenstelling maar, echter, toch, hoewel, daarentegen
tijd eerst, dan, daarna, toen, vroeger, voordat, nadat
oorzaak-gevolg doordat, daardoor, als gevolg van, het gevolg is
voorbeeld Zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, onder andere
vergelijking net zo als, even als, groter dan
conclusie dus, concluderend, dat betekent

Slide 5 - Tekstslide

Bij welk verband hoort het signaalwoord DUS?
A
opsomming
B
conclusie
C
tijd
D
oorzaak/gevolg

Slide 6 - Quizvraag

Bij welk verband hoort het signaalwoord ZO
A
Voorbeeld
B
conclusie
C
oorzaak/gevolg
D
vergelijking

Slide 7 - Quizvraag

Bij welk verband hoort het signaalwoord Als GEVOLG VAN?
A
opsomming
B
conclusie
C
oorzaak /gevolg
D
vergelijking

Slide 8 - Quizvraag

Bij welk verband hoort het signaalwoord DAARNA?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
tijdsvolgorde
D
vergelijking

Slide 9 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort bij het verband OPSOMMING?
A
eerst
B
tevens
C
bijvoorbeeld
D
concluderend

Slide 10 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort bij het verband OORZAAK/GEVOLG?
A
concluderend
B
toen
C
bovendien
D
daardoor

Slide 11 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort bij het verband VERGELIJKING?
A
even....als
B
maar
C
toch
D
echter

Slide 12 - Quizvraag

Wat gaan we nog doen?
- begrijpend lezen
- Artikel schrijven
- debat voeren (Toetsweek)

Slide 13 - Tekstslide

periode 3

Slide 14 - Tekstslide