Herhaling unidad 4, compañeros 1

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

querer

Slide 2 - Woordweb

ww querer - willen 
NL
yo
quiero
ik wil
quieres
jij wilt
él/ella/usted
quiere
hij/zij/u wil
nosotros
queremos
wij willen
vosotros
queréis
jullie willen
ellos/ellas/ustedes
quieren
zij / u mv willen

Slide 3 - Tekstslide

Mi hermana (querer) ______ viajar a Latinoamérica.
A
quiere
B
quieres
C
quere
D
quiero

Slide 4 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van querer in.
Yo... dos plátanos
A
queremos
B
quieres
C
quiere
D
quiero

Slide 5 - Quizvraag

vervoeg
querer (vosotros)
A
queréis
B
quieremos
C
quieréis
D
queremos

Slide 6 - Quizvraag

GUSTAR

Slide 7 - Tekstslide

las tortugas
el perro
Me gusta 
Me gustan 

Slide 8 - Sleepvraag

me
te
le
nos
os
les
A mí ... gusta mucho jugar al fútbol
A ti ... gusta el guacamole
A Lucas ... gusta la música latina
A nosotras ... gusta el chocolate
A vosotros ... gusta ver series en Netflix
A ellos ... gusta quedar con amigos

Slide 9 - Sleepvraag

Telbare en niet-telbare woorden
Telbare woorden:
Kunnen enkelvoud of meervoud zijn:
"Quiero una manzana/ Quiero unas manzanas. (Ik wil een appel/ik wil een paar appels)

Niet-telbare woorden:
Zijn altijd enkelvoud en hebben geen lidwoord:
"Quiero leche' (ik wil melk)
"Quiero azúcar" (Ik wil suiker)

Slide 10 - Tekstslide

Telbaar/niet-telbaar: ¿Tienes ...... leche?
A
un
B
una
C
-

Slide 11 - Quizvraag

Telbaar/niet-telbaar: Mi hermano tiene ........ perro negro.
A
un
B
una
C
-

Slide 12 - Quizvraag

HAY
 Maar wat wordt er met HAY bedoeld?
HAY betekent ER  IS of ER ZIJN.
Het hoeft NIET vervoegd te worden
Er is geen yo Hay, tú hay etc


WEL:
- Hay manzanas (er zijn appels)
- Hay fruta (er is fruit)

Slide 13 - Tekstslide