wk 39: les 3 - 27 Werkwoordspelling

Vrijdag 29 september - 2HAT1
  • 10 minuten stillezen
  • Terugblik: Engelse werkwoorden, (on)voltooid deelwoord
  • Aan de slag!













timer
10:00
Vrijdag 6 oktober: SO H27
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vrijdag 29 september - 2HAT1
  • 10 minuten stillezen
  • Terugblik: Engelse werkwoorden, (on)voltooid deelwoord
  • Aan de slag!













timer
10:00
Vrijdag 6 oktober: SO H27

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les heb je geleerd...
...hoe je het (on)voltooid deelwoord moet schrijven.
...hoe je Engelse werkwoorden moet vervoegen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les ga je...
...verder oefenen met werkwoordspelling.

Slide 3 - Tekstslide

27. Werkwoordspelling: pv tt, pv vt
De leerling maakt het huiswerk.            pv tt - ik-vorm+t
De leerling maakte het huiswerk.          pv vt - ik-vorm+te
De leerlingen maakten het huiswerk.  pv vt - ik-vorm+ten

De leerling downloadt de film.                 pv tt - ik-vorm+t
De leerling downloadde de film.             pv vt - ik-vorm+de
De leerlingen downloadden de film.    pv vt - ik-vorm+den


Slide 4 - Tekstslide

27. Werkwoordspelling - Engelse werkwoorden

Managen
Hij managet           (Hij loopt)
Hij managede      (Hij rende)
Hij heeft gemanaged

 


Slide 5 - Tekstslide

27. Werkwoordspelling - Engelse werkwoorden

Deleten
Hij deletet           (Hij loopt)
Hij deletete      (Hij werkte)
Hij heeft gedeletet

 


Slide 6 - Tekstslide

Uitzonderingen Engelse werkwoorden

Hij baseballt - Hij baseballde - Hij heeft gebaseballd
Hij paintballt - Hij paintballde - Hij heeft gepaintballd
Hij passt - Hij passte - Hij heeft gepasst
Hij appt - Hij appte - Hij heeft geappt
Hij crost - Hij croste - Hij heeft gecrost
Hij strest - Hij streste - Hij heeft gestrest
Hij e-mailt - Hij e-mailde - Hij heeft ge-e-maild

Slide 7 - Tekstslide

27. Werkwoordspelling - Het voltooid deelwoord
Een voltooid deelwoord staat altijd samen in de zin met een vorm van hebben, zijn of worden (de persoonsvorm).

Hoe weet je of het voltooid deelwoord op een -d of een -t eindigt?
  1. Maak het woord langer in de verleden tijd
  2. Gebruikt 'T eX KoFSCHiP

De plannen zijn gewijzig...   1. Gisteren wijzigde ik de plannen   2. stam = wijziG  ---> gewijzigD       
Zijn nummer is geblok...       1. Gisteren blokte ik zijn nummer     2. stam - blokK    ----> geblokT

Slide 8 - Tekstslide

27. Werkwoordspelling - Het onvoltooid deelwoord

Een onvoltooid deelwoord geeft aan dat iets nog gaande is. Het is dus nog niet voltooid.

Maak je door achter het hele werkwoord een -d te zetten.


Rillend stond ik op de schaatsbaan.

Lachend zwaaide ik naar mijn vriend.

Zittend keken we naar de optocht.

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Maak Drillster-oefeningen H27 (via SOM, Leermiddelen, KERN)

https://www.gimkit.com/view/63c936ef26b118002149ef1d 

Slide 10 - Tekstslide