De beoordelingscriteria bepalen het niveau van de examinering. Zij zijn afgeleid van de omschrijving van het gedrag dat past bij de werkprocessen in een kerntaak. Het beoordelingsformulier laat zien welke criteria horen bij welk werkproces. Het formulier maakt ook duidelijk dat er per criterium gescoord moet worden met een 0, 1, 2, of 3. Nadat de scores bij elkaar zijn opgeteld komt het resultaat van de opdracht tevoorschijn:
onvoldoende, voldoende of goed.