Nieuwsartikel LES 2

Nieuwsartikel
LES 2
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
JournalistiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nieuwsartikel
LES 2

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Kort herhalen vragen
  • Herhalen bronnen
  • Opdracht - opbouw nieuwsartikel bij meegenomen nieuwsbericht
  • Nieuwsquiz

Slide 2 - Tekstslide

Vragen bij het nieuws?

Slide 3 - Tekstslide

  • Wat is er aan de hand?
  • Wie deed of overkwam het?
  • Waar is het gebeurd?
  • Wanneer is het gebeurd?
  • Waarom is het zo gegaan?
  • Op welke wijze is het in zijn werk gegaan?
  • Wat zijn de gevolgen?
  • Hoe nu verder?
  • Kan het in de toekomst worden voorkomen?



Voorbeeldvragen voor een nieuwsartikel

Slide 4 - Tekstslide

Welke bronnen ken je?

Slide 5 - Woordweb

Soorten bronnen
Formeel
Informeel
Menselijk
Schriftelijk
Online (websites)

Slide 6 - Tekstslide

Formele bron
  •  Overheid (Gemeente, Provincie of een ministerie)
  • Instellingen (ziekenhuizen of scholen)
  • Politie en brandweer
  • Universiteit of kennisinstelling



Vaak krijg je maken met voorlichters of communicatiemedewerkers.

Soms helpen deze je heel goed verder helpen, soms moet je slimme vragen stellen 

Slide 7 - Tekstslide

Informele bron

Informele bronnen zijn burgers, mensen op straat of ervaringsdeskundigen. 

Informele bronnen komen in verschillende rollen voor. We noemen er 3:

1. De voxpop of burger als voorbijganger willekeurig gekozen voor een reactie.
2. De burger als betrokkene, bijvoorbeeld als slachtoffer of ooggetuige.
3. De burger als vertegenwoordiger van een grotere groep mensen, bijvoorbeeld de woordvoerder van een groep wijkbewoners.


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Betrouwbaarheid menselijke bron


Wees altijd op je hoede wanneer je iemand spreekt of wanneer iemand zich bij jou meldt met nieuws. Hoe check je of je bron betrouwbaar is?

1. Heeft degene een belang?
2. Heeft degene verstand van het onderwerp?
3. Klopt het verhaal nadat je het verhaal hebt gecheckt? Hoor en wederhoor


Slide 10 - Tekstslide

Schriftelijke bron

Naast menselijke bronnen zijn er natuurlijk schriftelijke bronnen, zoals naslagwerken, onderzoeken en informatie die je online vindt (websites)




Slide 11 - Tekstslide

Is een website betrouwbaar?

Slide 12 - Tekstslide

Website betrouwbaar?
1. Autoriteit; wie is er verantwoordelijk voor de website? Een officiële instantie of ‘zomaar’ iemand. Contactgegevens?

2. Inhoud; is de informatie realistisch en actueel (wanneer is de site voor het laatst bijgewerkt?)? Is de site neutraal of staan er veel meningen op?

3. Ontwerp; is de site goed opgezet? Of ziet het er heel slordig en amateuristisch uit.


Slide 13 - Tekstslide

HOE BEPAAL/ VIND JE BRONNEN BIJ JE ONDERWERP
1. Relevantie? Past de bron bij je onderwerp? 
2. Deskundigheid
3. Hoor- en wederhoor

Hoe verwerk je bronnen (informatie, citaten)
1. Verwerk je bronnen op logische plekken in het verhaal.
2. Niet te lang. Een paar zinnen is vaak genoeg.
3. Zorg voor afwisselende bronnen; een omwonende, getuige, maar ook een (vertegenwoordiger van een) officiële instantie: politie, gemeente, bedrijf, organisatie.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
Omschrijf hoe je van jouw nieuwsbericht een nieuwsartikel maakt, lever in:
  • Het nieuwsbericht
  • Welke vragen kun je stellen bij het bericht? 4 a 5 vragen
  • Welke bronnen ga je raadplegen om deze vragen beantwoord te krijgen?

Inleveren in Teams

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide