H4 - TH5 regeling - BS4

Thema 5 - Regeling
Basisstof 3 - Het zenuwstelsel 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Thema 5 - Regeling
Basisstof 3 - Het zenuwstelsel 

Slide 1 - Tekstslide

Soorten zenuwcellen 
  • Sensorische zenuwcel
- Van receptor naar centraal zenuw stelsel(CZS)
- 1 lange dendriet en 1 korte axon
- Cellichaam dichtbij CZS
  • Schakelcel
- Binnen CZS
  • Motorische zenuwcel
- CZS naar effector
- Meerdere korte dendrieten en 1 lange axon
- Cellichamen in CZS
  • Glia cellen -> maken de myeline aan
binas 88A

Slide 2 - Tekstslide

Thema 5 - Regeling
BS4: Reflexen en het autonome zenuwstelsel

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
5.4.1 Je kunt de functie van reflexen en een reflexboog beschrijven.
5.4.2 Je kunt de werking van het autonome (vegetatieve) zenuwstelsel beschrijven.

Slide 4 - Tekstslide

Begrippen
reflex
reflexboog
reactiesnelheid
autonome zenuwstelsel
orthosympatische deel
parasympatische deel

Slide 5 - Tekstslide

indeling van het zenuwstelsel
BS 3
BS 4

Slide 6 - Tekstslide

bewuste reacties 

Slide 7 - Tekstslide

bewuste en onbewuste reacties

Slide 8 - Tekstslide

indeling van het zenuwstelsel
BS 3
BS 4

Slide 9 - Tekstslide

bewuste reactie
het animale zenuwstelsel regelt bewuste reacties:
-> bewegingen die je bewust wil maken
  • impuls in bewegingscentra van de grote hersenen 
  • via schakelneuronen naar de kleine hersenen 
  • vervolgens naar de schakelneuronen in de hersenstam en het ruggenmerg
  • impulsen via motorische neuronen naar de spieren die dan samentrekken en bewegen

Slide 10 - Tekstslide

reflexen
  • onbewuste reacties 
  • ook animale zenuwstelsel!!!
  • vb. als je iets heet aanraakt dat je je hand snel wegtrekt
  • reflex is een vaste, snelle onbewuste reactie op een bepaalde prikkel

Slide 11 - Tekstslide

Reflexen - reflexboog

Slide 12 - Tekstslide

Reflexen - reflexboog

Slide 13 - Tekstslide

indeling van het zenuwstelsel
BS 3
BS 4

Slide 14 - Tekstslide

indeling van het zenuwstelsel

Slide 15 - Tekstslide

Autonome zenuwstelsel
BiNaS 88L
2 delen:
parasympatisch
  • activeert
orthosympatisch
  • remt

Slide 16 - Tekstslide

Autonome (vegetatieve) zenuwstelsel
parasympatisch
  • rust en herstel bevordering
  • verhoging activiteit van darmbeweging, verteringssappen, 
  • verlaging van de hartslag en ademhaling
orthosympatisch
  • energie kostende activiteiten:
  • verhoging hartslag, ademhaling, lever, etc
  • verlaging activiteiten van verteringsstelsel en nieren

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

innerveren - dubbele innervatie 
aansturing door het zenuwstelsel van de organen = innerveren

elk orgaan is verbonden met beide autonome zenuwstelsels
- de activerende othosympatische
- de remmende parasympatische
zo blijft de werking in balans

dit heet dubbele innervatie 

Slide 19 - Tekstslide

Autonome zenuwstelsel
BiNaS 88L
2 delen:
parasympatisch
  • activeert
orthosympatisch
  • remt

Slide 20 - Tekstslide

huiswerk bij BS4
maak de opdrachten 37 t/m 51

(hieronder extra oefenvragen)



Slide 21 - Tekstslide

tijd voor een paar vragen!! 

Slide 22 - Tekstslide

Orgaan dat prikkels op kan vangen.
Orgaanstelsel dat bestaat uit hersenen, ruggenmerg en zenuwen.
Gedeelte van het zenuwstelsel dat uit hersenen en ruggenmerg bestaat.
Cel in het zenuwstelsel die impulsen kan geleiden.
Cel in een zintuig waar een prikkel wordt omgezet in een impuls.
Zintuig
Zenuwstelsel
Centraal zenuwstelsel
Zenuwcel
Zintuigcel

Slide 23 - Sleepvraag

Als je parasympathische zenuwstelsel meer doet dan je sympatische zenuwstelsel, dan ben je...
A
in rust
B
in actie

Slide 24 - Quizvraag

Deel van de zenuwcel dat impulsen doorgeeft aan een spier of andere zenuwcel
Deel van een cel waarin de celkern zit.
Deel van de zenuwcel dat impulsen doorgeeft aan het cellichaam
Verbinden het centrale zenuw-stelsel met alle lichaamsdelen.
Deel van een zenuwcel voor voortgeleiding van impulsen, omgeven door een isolerend laagje.
Axon
Cellichaam
Dendriet
Zenuwen
uitloper

Slide 25 - Sleepvraag

Als je dronken bent, sta je wat wankel op je benen. Op welk deel van de hersenen heeft alcohol hier invloed?
A
de grote hersenen
B
de kleine hersenen
C
de thalamus
D
de hersenstam

Slide 26 - Quizvraag

Ook heb je , als je dronken bent, een verminderd reactievermogen. Je reageert trager op prikkels. Op welk deel van de hersenen heeft alcohol hier invloed?
A
de grote hersenen
B
de kleine hersenen
C
de thalamus
D
de hersenstam

Slide 27 - Quizvraag

Is het effect van adrenaline gelijk aan die van het ortho- of parasympatisch zenuwstelsel?
A
Orthosympatisch
B
Parasympatisch

Slide 28 - Quizvraag

Het autonome zenuwstelsel bestaat uit 2 delen: parasympatisch en orthosympatisch.

Zit er in elk orgaan van elk deel een zenuw?
A
ja
B
nee

Slide 29 - Quizvraag

Als je direct reageert door je hand weg te trekken van een heet voorwerp dan heet dat een...
A
reflex, deze gaat via het ruggenmerg
B
reflex, deze gaat via de kleine hersenen
C
effector, deze gaat via het ruggenmerg

Slide 30 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van een reflex?
A
Een spier-zintuig-schakelcel-gevoelszenuwcel-bewegingszenuwcel.
B
Zintuig-gevoelszenuwcel-schakelcel-bewegingszenuwcel-spier

Slide 31 - Quizvraag

Kan een terugtrek-reflex nog optreden als in de reflexboog de zenuwcellen R zijn uitgeschakeld? En als in de grote hersenen de bewegingscentra zijn uitgeschakeld?
A
Ja Ja
B
Ja Nee
C
Nee Ja
D
Nee Nee

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video