over taal blok 5 klas 2

Leenwoorden
moedertaal
chattaal
groepstaal
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Leenwoorden
moedertaal
chattaal
groepstaal

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn leenwoorden?
Leenwoorden zijn woorden  die oorspronkelijk uit een andere taal komen, maar die wij tegenwoordig ook in de Nederlandse taal gebruiken. 
Vaak is er geen Nederlands woord voor. 

Door de schrijfwijze en uitspraak kun je zien dat het leenwoorden zijn. (geen Nederlandse spelling)

Slide 2 - Tekstslide

Luister en kijk goed, straks komen er vragen over dit verhaaltje. 
‘Gisteren ging ik naar een restaurant. Ik bestelde spareribs met barbecuesaus. Als dessert nam ik een dame blanche. Thuis ging ik op het internet surfen naar leuke gadgets. Ik twijfel nog tussen een e-reader en een tablet.’

Slide 3 - Tekstslide

Welke leenwoorden uit het
verhaaltje weet je nog?

Slide 4 - Woordweb

Welk woorden zijn leenwoorden?
(geef meer dan 1 antwoord.)
A
restaurant
B
spareribs
C
barbecuesaus
D
jurk

Slide 5 - Quizvraag

Welk woorden zijn leenwoorden?
(geef meer dan 1 antwoord.)
A
dessert
B
gadgets
C
huiskamer
D
e-reader

Slide 6 - Quizvraag

Uit welke taal komen de leenwoorden 'gadget, e-reader en tablet' ?

Slide 7 - Open vraag

Uit welke taal komen de leenwoorden 'dessert, dame blanche en restaurant' ?

Slide 8 - Open vraag

Wat betekent "moedertaal"
A
De taal van het land waarin je woont.
B
Kindertaal
C
De taal die je van je ouders hebt geleerd.

Slide 9 - Quizvraag

Welke taal is je moedertaal?

Slide 10 - Woordweb

Wat is groepstaal?
A
dialect
B
De taal die bij een bepaalde groep mensen hoort.
C
ABN

Slide 11 - Quizvraag

Wat is chattaal?

Slide 12 - Woordweb

Tot slot
Signaalwoorden

Maak het werkblad

Slide 13 - Tekstslide