In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
WELKOM
bij Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Planning vandaag
Planning periode
Herhalen Woordenschat
Woordenschat H5
Oefenblad
Slide 2 - Tekstslide
Planning periode A
Toets Woordenschat H1, H2, H4 en H5: maandag 11 november.
Wat moet je leren?
Leer de woordenlijsten en LessonUps van:
H1: vergelijking
H2: metafoor en personificatie
H4: rijmende uitdrukkingen
H5: uitdrukkingen uit de handel en scheepvaart
Slide 3 - Tekstslide
Beginrijm is:
A
De woorden aan het EIND van de zin rijmen op elkaar.
B
Een aantal keer herhalen van dezelfde beginletter (=alliteratie).
C
De woorden in het MIDDEN van de zin rijmen op elkaar.
D
Het is eigenlijk geen rijm.
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een eindrijm?
A
Aan het begin van een nieuwe zin rijmen.
B
Aan het einde van de zin rijmen.
C
Aan het einde van de alinea's rijmen.
D
Waar het rijmen stopt.
Slide 5 - Quizvraag
Hoe noem je beginrijm?
A
assonantie
B
alliteratie
C
acrostichon
D
synoniemen
Slide 6 - Quizvraag
Alliteratie of eindrijm? her en der
A
beginrijm (alliteratie)
B
eindrijm
Slide 7 - Quizvraag
H5 Woordenschat: uitdrukkingen
uit handel en scheepvaart
Nederland is van oudsher een handelsland. De scheepvaart speelde daarbij een belangrijke rol.
Aan de handel en de scheepvaart hebben we veel spreekwoorden en uitdrukkingen te danken.
Vaak gebruiken we die zonder te weten waar ze vandaan komen.
Denk maar aan:
het over een andere boeg gooien (het op een andere manier proberen)
aan de grond zitten (geen geld meer hebben)
Slide 8 - Tekstslide
Welke uitdrukking uit de handel past bij onderstaande betekenis?
Geen geld meer hebben
A
Aan de prijs zijn
B
Bakzeil halen
C
De kost gaat voor de baat uit
D
Aan de grond zitten
Slide 9 - Quizvraag
Welke uitdrukking uit de handel past bij onderstaande betekenis?
Failliet gaan
A
Op de fles gaan
B
Kant nog wal raken
C
De balans opmaken
D
Op de markt komen
Slide 10 - Quizvraag
Welke uitdrukking uit de scheepvaart past bij onderstaande betekenis?
samenwerken
A
in zee gaan (met)
B
het over een andere boeg gooien
C
over de brug komen
D
de wind in de zeilen hebben
Slide 11 - Quizvraag
Vandaag
Leren: nieuwe uitdrukkingen.
Maken:woordenschat H5 (uitdrukkingen uit de handel en scheepvaart).
Daarna: lijst met uitdrukkingen en betekenissen maken.
Opdrachten niet af? Zet ze in je daltonplanagenda: bij donderdag.
timer
10:00
Slide 12 - Tekstslide
In de 17ᵉ eeuw hadden veel Nederlanders een baan in de scheepvaart. Hierdoor ontstonden een aantal spreekwoorden en gezegden, die tegenwoordig nog steeds gebruikt worden. Koppel elk gezegde aan de juiste betekenis.
buiten de boot vallen
mensen binnenboord houden
roeien met de riemen die je hebt
ergens in verzeild raken
niet mee kunnen doen met iets
je best doen om iets zo goed mogelijk te doen met beperkte middelen
toevallig ergens in terecht komen
ervoor zorgen dat iedereen mee blijft doen
Slide 13 - Sleepvraag
Welke uitdrukking uit de handel of scheepvaart ken je nog?