Herhaling FARMA

Herhaling FARMA
BBL3
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMiddelbare schoolMBOmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Herhaling FARMA
BBL3

Slide 1 - Tekstslide


Slide 2 - Open vraag

Onder welke groep valt Ciprofloxacine?
A
Chinolonen
B
Macrolides
C
Penicillines
D
tetracyclines

Slide 3 - Quizvraag

Geneesmiddelen in het lichaam worden ook weer uitgescheiden. Noem twee organen die betrokken zijn bij de uitscheiding van geneesmiddelen.

Slide 4 - Open vraag

Bij de behandeling van een infectie met antibiotica is het belangrijk dat er een voldoende hoge bloedspiegel wordt verkregen. Wat wordt bedoeld met de bloedspiegel van een geneesmiddel?

Slide 5 - Open vraag

Naast klachten als geïrriteerde ogen, jeuk, niezen en irritatie van de keel, heeft mevrouw de Vries veel last van een verstopte neus door de allergie. De huisarts schrijft een corticosteroïdneusspray voor. Wat is een voorbeeld van een corticosteroïdneusspray?

A
Levocabastine
B
Cromoglicinezuur
C
Mometason
D
Xylometazoline

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent Resistentie ?

Slide 7 - Woordweb

Wat betekent Sublinguaal?
Kun je nog een andere noemen?

Slide 8 - Open vraag

Wat is een indifferente
zalf? Noem er 2

Slide 9 - Woordweb

Salbutamol is
A
SAMA
B
SABA
C
LAMA
D
LABA

Slide 10 - Quizvraag

Tiotropium is
A
SABA
B
LABA
C
LAMA
D
SAMA

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een veel voorkomende bijwerking bij inhalatiecorticosterioden?

Slide 12 - Open vraag

Waar staat de afkorting FTU voor ?
en leg dit begrip uit

Slide 13 - Open vraag

Onder welke klasse valt triamcinolonacetonide creme?
A
klasse 1
B
klasse 2
C
klasse 3
D
klasse 4

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn kenmerken van diabetes type 1

Slide 15 - Woordweb

Onder welke groep valt Metformine?
A
Thiazolidinedionderivaten
B
Sulfonylureumderivaten
C
DDP-4 remmers
D
Biguaniden

Slide 16 - Quizvraag

Noem een veel voorkomende
bijwerking
van metformine

Slide 17 - Woordweb

Werking: ...................... verbeteren de insulinegevoeligheid. De toename in insulinegevoeligheid op het niveau van de lever (onderdrukking van de glucoseproductie) lijkt hierbij belangrijker dan die op het niveau van de skeletspier (toename van de glucoseopname)
A
Sulfonylureumderivaten
B
biguaniden
C
Thiazolidinedionderivaten
D
DDP-4 remmers

Slide 18 - Quizvraag

Noem een interactie / contra indicatie op gebied van diabetes

Slide 19 - Open vraag

Waar valt Seretide onder?
A
ICS
B
LABA
C
LABA/LAMA
D
ICS/LABA

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent halfwaarde tijd?

Slide 21 - Open vraag

Noem een oogdruppel die
wordt gebruikt bij Glaucoom

Slide 22 - Woordweb

Noem een oogdruppel of zalf die gebruikt
wordt bij een ooginfectie

Slide 23 - Woordweb

Cetrizine valt onder :
A
hyposensibilisatie
B
corticosteroïden
C
antihistaminica
D
histamine afgifteremmer

Slide 24 - Quizvraag

Formoterol valt onder
A
LABA
B
LAMA
C
SABA
D
SAMA

Slide 25 - Quizvraag