Inkoopfactuurprijs - BTW - inkoopprijs

Inkoopfactuurprijs - btw - inkoopprijs
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Inkoopfactuurprijs - btw - inkoopprijs

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Herhaling vorige lessen
- nakijken  H5 en H7
- uitleg nieuwe onderwerp: Inkoopfactuurprijs
- aan de slag met de sommen

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les weet je:

- Wat de inkoopfactuurpprijs is
- Hoe je van een inkoopfactuurprijs naar de inkoopprijs rekent
- Hoe je van de inkoopprijs naar de inkoopfactuurprijs rekent

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis:
De consumentenprijs van een Kia Picanto is € 18.995,-.
Wat is de nettoverkoopprijs?
A
15.698,35
B
15.006,05

Slide 4 - Quizvraag

Voorkennis:
Een winkelier betaald inkoop € 12,- voor zijn product. Hij wil een brutowinst maken van 20% van de nettoverkoopprijs.

Bereken de nettoverkoopprijs.
A
4,40
B
15,-

Slide 5 - Quizvraag

voorkennis.
Een winkelier maakt €5,- winst op zijn product. De nettoverkoopprijs is €25,-.
A) Hoeveel is de brutowinst in procenten van de verkoopprijs?
B) Hoeveel bedraagt de inkoopprijs?
C) Hoeveel is deze brutowinst in procenten van de inkoopprijs?

Slide 6 - Open vraag

Kies de 2 juiste antwoorden. Welk antwoord hoort op de stippellijn te staan?
De brutowinst van een product is € 8,-.
De inkoopprijs van dit product is € 16,-
De nettoverkoopprijs van dit product is € 24,-.

De brutowinst is .... % van de inkoopprijs
De brutowinst is .....% van de nettoverkoopprijs
A
25% en 33,3%
B
33,3% en 100%
C
50% en 25%
D
50% en 33,3%

Slide 7 - Quizvraag

Nakijken H5 en H7

Slide 8 - Tekstslide

Inkoopfactuurprijs
Als een winkelier goederen inkoopt bij zijn leverancier (groothandel) moet de winkelier ook BTW betalen over de goederen die hij inkoopt. Dit noemen we de inkoopfactuurprijs.

Inkoopfactuurprijs = de prijs die de winkelier aan de leverancier betaald. Deze prijs is inclusief BTW.

Inkoopprijs: de inkoopfactuurppijs zonder de BTW. De inkoopprijs wordt gebruikt om de nettoverkoopprijs en de consumentenprijs te berekenen.

BTW: Deze betaald de winkelier dus aan de leverancier. Deze BTW mag de winkelier later weer terugvorderen (= terugkrijgen) van de belastingdienst.

Slide 9 - Tekstslide

Berekening inkoopfactuurprijs

De BTW die de winkelier heeft betaald in de inkoopfactuurprijs mag de winkelier dus terugvorderen. De winkelier rekent deze btw daarom niet door in zijn verkoopprijs. Het rijtje ziet er als volgt uit:


We zetten de percentages er eens achter. Het rijtje ziet er dan zo uit:
 
BTW laag tarief:





BTW hoog tarief:

Slide 10 - Tekstslide

De inkoopfactuurprijs van een product is € 44,66. Het btw tarief is laag. Bereken de inkoopfactuurprijs.

Slide 11 - Open vraag

De inkoopfactuurprijs van een product is € 12,63. het btw tarief is laag. De inkoopprijs van dit product is dan:
A
11,40
B
10,44
C
11,59
D
9,98

Slide 12 - Quizvraag

Een winkelier heeft goederen ingekocht bij de groothandel. de inkoopprijs van deze goederen is € 1.275,85 exclusief 21% btw. Bereken de inkoopfactuurprijs van deze goederen.

A
1.054,42
B
1.543,78

Slide 13 - Quizvraag

Aan de slag!
Maak alle opgaven van hoofdstuk 8 uit de reader. Gebruik het rijtje!

Klaar? Probeer verder te werken aan H9.

Slide 14 - Tekstslide