Verzekeringen en risico's

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat moral hazard, asymmetrische informatie en het principaal-agent probleem zijn in relatie tot verzekeringen.

Slide 2: Moral Hazard

Moral hazard verwijst naar het gedrag van een verzekerde dat verandert nadat hij of zij een verzekering heeft afgesloten. Het kan leiden tot een verhoogd risico voor de verzekeringsmaatschappij.

Slide 4: Principaal Agent Probleem

Het principaal-agent probleem verwijst naar de situatie waarin de belangen van de principaal (bijvoorbeeld de verzekeringsmaatschappij) en de agent (bijvoorbeeld de verzekerde) niet perfect overeenkomen. Dit kan leiden tot moreel risico en informatieproblemen.

Slide 5: Controlevraag 1

Wat is moral hazard?

Slide 6: Antwoord Controlevraag 1

Moral hazard verwijst naar het gedrag van een verzekerde dat verandert nadat hij of zij een verzekering heeft afgesloten. Het kan leiden tot een verhoogd risico voor de verzekeringsmaatschappij.

Slide 7: Controlevraag 2

Wat is asymmetrische informatie?

Slide 8: Antwoord Controlevraag 2

Assymetrische informatie treedt op wanneer één partij meer informatie heeft dan de andere partij in een transactie. Bij verzekeringen kan dit leiden tot problemen, omdat de verzekerde mogelijk belangrijke informatie achterhoudt.

Slide 9: Controlevraag 3

Wat is het principaal-agent probleem?

Slide 10: Antwoord Controlevraag 3

Het principaal-agent probleem verwijst naar de situatie waarin de belangen van de principaal (bijvoorbeeld de verzekeringsmaatschappij) en de agent (bijvoorbeeld de verzekerde) niet perfect overeenkomen. Dit kan leiden tot moreel risico en informatieproblemen.

Slide 11: Samenvatting

In deze les hebben we geleerd wat moral hazard, asymmetrische informatie en het principaal-agent probleem zijn in relatie tot verzekeringen. Deze concepten zijn belangrijk om te begrijpen hoe verzekeringen werken en welke uitdagingen ze kunnen opleveren.

Slide 12: Vragen

Heb je nog vragen over verzekeringen, moral hazard, asymmetrische informatie of het principaal-agent probleem? Stel ze nu!

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.