Start van de les begin je met 10 minuten lezen in je boek.
Daarna boek op de hoek van je tafel.
Aan het einde van de les zet je het boek netjes op kleur terug in de kast.
Slide 2 - Tekstslide
Lezen 2.3
SO op 9 november gaat over paragraaf 2.4 Schrijven en formuleren
Bloktoets op 23 november gaat over de paragrafen 2.3 Lezen 2.5 Woorden 2.7 Grammatica 2.8 Spelling
Slide 3 - Tekstslide
Lezen 2.3 afronden
Graag jullie reactie/aanvullingen op deze lessonup
Vandaag
Alles over tekstindeling en verkennend lezen
Slide 4 - Tekstslide
Lezen 2.3 tekstindeling
inleiding
- de eerste alinea van de tekst - staat vaak apart van de tekst
- maakt bijna altijd duidelijk wat het onderwerp is
kern
- het middenstuk van de tekst
- bestaat uit één alinea of meer alinea's
- geeft informatie over het onderwerp van de tekst
slot
- de laatste alinea
- herhaalt het belangrijkste uit de tekst - geeft tips
Slide 5 - Tekstslide
Lezen 2.3 verkennend lezen
Leertekst - verkennend lezen (blz. 85)
Voordat je een tekst écht gaat lezen, bekijk je de tekst. Je komt dan al veel over de tekst te weten. Daardoor lees je de tekst makkelijker. Deze manier van lezen noem je verkennend lezen.
Verkennend lezen doe je zo:
Lees de titel en de tussenkopjes.
Lees de inleiding en het slot.
Lees de woorden die vet- of schuingedrukt zijn.
Bekijk de plaatjes en lees de tekst bij de plaatjes.
Lees de informatie onder de tekst (de bron).
Slide 6 - Tekstslide
Lezen 2.3 verkennend lezen
Slide 7 - Tekstslide
Lezen 2.3 verkennend lezen
Leertekst - verkennend lezen (blz. 85)
Stel jezelf daarbij vragen als:
• Wat is het onderwerp van de tekst? (waar gaat de tekst over?)
• Wat weet ik al over het onderwerp?
• Wat voor tekst is het? Bijvoorbeeld een recept, een krantenbericht?