W13 NE 1G H5 Les 2

Hallo lieve leerling uit 2G. Het zijn gekke tijden, maar we doen allemaal ons best! Het is wel vreemd om nu in een lokaal te werken zonder jouw aanwezigheid.
Elke week krijg je een taak voor Nederlands. Daarnaast moet je natuurlijk ook ontspannen door een goed boek te lezen.
Neem de dia’s in de Lesson Up geconcentreerd door. Lees de tekst, bekijk de filmpjes en maak netjes de opdrachten.

Hopelijk zien we elkaar snel weer!


Beste leerlingen,
In deze voor ons allemaal zo moeilijke tijd proberen de docenten jullie op afstand zo goed mogelijk les te geven. Vanaf nu krijgen jullie een weektaak. 

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hallo lieve leerling uit 2G. Het zijn gekke tijden, maar we doen allemaal ons best! Het is wel vreemd om nu in een lokaal te werken zonder jouw aanwezigheid.
Elke week krijg je een taak voor Nederlands. Daarnaast moet je natuurlijk ook ontspannen door een goed boek te lezen.
Neem de dia’s in de Lesson Up geconcentreerd door. Lees de tekst, bekijk de filmpjes en maak netjes de opdrachten.

Hopelijk zien we elkaar snel weer!


Beste leerlingen,
In deze voor ons allemaal zo moeilijke tijd proberen de docenten jullie op afstand zo goed mogelijk les te geven. Vanaf nu krijgen jullie een weektaak. 

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Theorie lezen op bladzijde 154.
  • Neem de Lesson Up geconcentreerd door.
  • Bekijk het filmpje met extra uitleg.
  • Opdrachten maken:
Blz. 154 – 155: startopdracht, opdracht 1 t/m 5
Blz. 256: opdracht 4 en 5
Blz. 156: theorie lezen en zelf informatie op internet zoeken.

Slide 2 - Tekstslide

De lesstof

Open je boek op bladzijde 154. Dit onderdeel gaat over de korte en lange vorm van de bijvoeglijke naamwoorden. Jullie hebben al geleerd wat een bijvoeglijk naamwoord is. We gaan alles nog even herhalen. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is nu weer een bijvoeglijk naamwoord?
Een bijvoeglijk naamwoord vertelt iets over een zelfstandig naamwoord. Het bijvoeglijk naamwoord kan verderop in de zin staan of direct vóór het zelfstandig naamwoord. Als het 'los' in de zin staat, heeft het bijvoeglijk naamwoord de zogenaamde 'verkorte' vorm. Bijvoorbeeld: die zangeres is heel bekend.

Slide 4 - Tekstslide


Sommige bijvoeglijke naamwoorden zijn gemaakt van een werkwoord, bijvoorbeeld: een gebroken schaal of het bevroren brood.

Slide 5 - Tekstslide

korte en lange vorm
Je zegt: 
Die ketting vind ik mooi.
In vind de les echt duf.
Maar: het is een mooie ketting.
Wat een duffe les.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe maken we de lange vorm van het
 bijvoeglijk naamwoord
  1. een -e erachter (mooi +e)
  2. eerst de laatste letter verdubbelen, dan een -e erachter (hip+pe)
  3. haal een a, e, o of u weg, dan een -e erachter (bloot-o+e)
  4. verander de f in een v of de s in een z, dan -e erachter (half: halve, boos: boze)

Slide 7 - Tekstslide

Let op!
Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden hebben maar één vorm en eindigen meestal op -en (stalen buis, katoenen jurk), maar niet altijd (een nylon sok, een fleece trui)

Slide 8 - Tekstslide

Leren we dit al op de basisschool?
Het volgende filmpje is misschien erg kinderachtig, zullen jullie denken, maar de juf en meester leggen heel goed uit wat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is. Druk dus maar snel op de link.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Huiswerk
1. Maak van Spelling hoofdstuk 5 (bladzijde 154 en 155) alle opdrachten, dus ook de startopdracht. 
2. Ga hierna naar bladzijde 256 van je lesboek en maak opdracht 4 en 5. (Een aantal van jullie heeft de opdrachten al gemaakt; dan bof je.) 

3. Volgende week gaan we verder met de bijvoeglijke naamwoorden, die gemaakt zijn van voltooide en onvoltooide deelwoorden. Wij hebben hier in de les al aandacht aan besteed. Misschien wil je de opdrachten op bladzijde 156 en 157 alvast maken, voor zover je dit nog niet gedaan hebt. Succes!

Slide 11 - Tekstslide

Niet vergeten!
Natuurlijk hebben jullie er zelf ook al aan gedacht, maar ik help jullie toch maar even herinneren:  
                                  LEZEN !
              minstens een halfuur per dag

Slide 12 - Tekstslide