2021-II Tekst 1: Dit artikel gaat over uitstelgedrag

2021-II Dit artikel gaat over uitstelgedrag. Je zou het ook later kunnen lezen (maar doe het toch maar nu)
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2021-II Dit artikel gaat over uitstelgedrag. Je zou het ook later kunnen lezen (maar doe het toch maar nu)

Slide 1 - Tekstslide

1. Wat is het belangrijkste doel van de alinea’s 1 tot en met 5? het geven van
A
een beschrijving van het verschijnsel uitstelgedrag
B
een historische schets van uitstelgedrag
C
een voorbehoud bij het optreden van uitstelgedrag
D
voorbeelden van uitstelgedrag

Slide 2 - Quizvraag

Vraag 1
A. Het belangrijkste doel van alinea's 1 t/m 5 is het geven van een beschrijving van het verschijnsel uitstelgedrag. 
~ komt het veel voor?
~ is het van alle tijden?
~ is het nuttig?

Slide 3 - Tekstslide

2. Welk kopje past het best boven de alinea’s 6 en 7?
A
Het nut van een destructieve menselijke eigenschap
B
Snelle behoeftebevrediging
C
Toekomstige beloning
D
Van behoeftebevredigend naar plannend wezen

Slide 4 - Quizvraag

Vraag 2
Welk kopje past het best boven alinea's 6 en 7?

D.
Van behoeftebevredigend naar plannend wezen

Slide 5 - Tekstslide

3. Welk kopje past het best boven de alinea’s 8 tot en met 10?
A
Oorzaken en gevolgen van procrastinatie voor studenten
B
Poelen van procrastinatie bij studenten
C
Studenten makkelijke prooi procrastinatie
D
Wetenschappelijk onderzoek naar procrastinatie onder studenten

Slide 6 - Quizvraag

Vraag 3
Welk kopje past het best boven alinea's 8 t/m 10?

A. Oorzaken en gevolgen van procrastinatie voor studenten

Slide 7 - Tekstslide

4. Welk kopje past het best boven de alinea’s 11 tot en met 13?

A
Faalangst en uitstelgedrag bij studenten
B
Problemen van aangeleerd uitstelgedrag voor studenten
C
Verklaringen voor uitstelgedrag door studenten
D
Verlammende twijfel door uitstelgedrag van studenten

Slide 8 - Quizvraag

Vraag 4
Welk kopje past het bet boven alinea's 11 tot en met 13?

C. Verklaringen voor uitstelgedrag door studenten

Slide 9 - Tekstslide

5. Welke formulering vat het best samen hoe het antwoord van Steel op de
vraag “Waarom lijden we aan irrationeel uitstelgedrag?” (regels 70-71) luidt?
A
Als een directe beloning voor ons handelen ontbreekt, zet ons brein ons niet zo makkelijk tot actie aan.
B
De evolutionaire ontwikkeling van het menselijk brein gaat langzamer dan de ontwikkeling van het temperament.
C
Het menselijk brein is niet voldoende ontwikkeld om aan langetermijnplanning te doen.
D
Ons brein is vooral ingesteld op het vervullen van driften, en werk en studie vallen daar niet onder.

Slide 10 - Quizvraag

Vraag 5
“Waarom lijden we aan irrationeel uitstelgedrag?” (regels 70-71)
In het vervolg van alinea 6 en in alinea 7 geeft de Canadese hoogleraar Piers Steel antwoord op die vraag. 
A. Als een directe beloning voor ons handelen ontbreekt, zet ons brein ons niet zo makkelijk tot actie aan. 

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 6
“‘Naarmate de deadline van het leven nadert, schuiven we steeds minder op de lange baan.’” (regels 112-114)
 
Welke anatomische verklaring wordt daarvoor gesuggereerd in tekst 1?

* anatomie = leer van de vorm en inwendige bouw van organismen


Slide 12 - Tekstslide

Vraag 6 - 1 pt
Als we ouder zijn, zijn onze prefrontale kwabben / is onze prefrontale cortex (beter)
ontwikkeld/(meer) gerijpt.

Beoordeel de spelling en grammatica.

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 7
“Uit onderzoek onder studenten van zowel Nijstad als Steel blijkt dat impulsiviteit de achilleshiel is van degenen die geneigd zijn tot procrastinatie.” (regels 129-133)

 Leg uit wat ermee bedoeld wordt dat impulsiviteit de achilleshiel is vandegenen die geneigd zijn tot procrastinatie, gezien de rest van alinea 9.
Gebruik voor je antwoord niet meer dan 20 woorden. 

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 7 - 1 pt
(Er wordt mee bedoeld) dat iemand die impulsief is vatbaarder is voor
procrastinatie (dan iemand die niet impulsief is). / Als je impulsief/ongeduldig/makkelijk afgeleid bent, is de kans groter dat je
procrastinatie vertoont. 

Maximumlengte van het antwoord: 
20 woorden.
 Beoordeel de spelling en grammatica.

Slide 15 - Tekstslide

Vraag 8 
“Inmiddels zijn er drie vestigingen van Studiemeesters.” (r. 161-163)

Wat suggereert deze uitspraak met betrekking tot het onderwerp van tekst 1?

Slide 16 - Tekstslide

Vraag 8 - 1 pt
De uitspraak suggereert dat er steeds meer studenten zijn die een beroep doen op hulp bij studieontwijkend gedrag / hulp bij het vermijden van uitstelgedrag.

 Beoordeel de spelling en grammatica.

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 9
Siljee constateert dat studenten verschillende redenen hebben om te
soggen.

Noem drie van die redenen. 

Slide 18 - Tekstslide

Vraag 9 - 2 punten
drie van de volgende:

~ aangeleerd (uitstel)gedrag (want een korte eindsprint leverde altijd een voldoende op)
~ jezelf te hoog inschatten / denken dat je het wel redt in de tijd
~ jezelf te laag inschatten / faalangst
~ (allesoverheersende) twijfel (over je keuzes)


 Beoordeel de spelling. 

Slide 19 - Tekstslide

Vraag 9 - 2 pt
drie antwoorden goed: 2 pt
twee antwoorden goed: 1 pt
een of geen antwoorden goed: 0 pt
 
Beoordeel de spelling. 

Slide 20 - Tekstslide

Vraag 10 
Het onderwerp procrastinatie wordt in tekst 1 regelmatig omschreven als iets waaraan men kan “lijden” (regel 70).

Citeer vier andere woorden of woordgroepen uit de alinea’s 2 tot en met 6 waaruit dit blijkt.

Slide 21 - Tekstslide

Vraag 10 - 2 punten
~ nog nooit iemand gelukkig geworden (regels 16-17)
~ gaat eronder gebukt (regels 24-25)
~ (ernstig) last (regels 31, 54)
~ Een kleine troost (regel 45) / Nog een troost (regel 61)
~ geblokkeerd (regel 65)
~ donkere schaduw (over je dagen) (regels 68-69)
~ destructieve menselijke eigenschap (regels 72-73)
~ uit de pas (regel 87) 

Slide 22 - Tekstslide

Vraag 10 - 2 punten

vier antwoorden goed: 2 punten
drie antwoorden goed: 1 punt
minder dan drie antwoorden goed: 0 punten
 
Beoordeel de spelling. 

Slide 23 - Tekstslide

Vraag 11
“heeft de wetenschap slecht nieuws.” (regel 210)

Leg uit wat dat slechte nieuws inhoudt. 

Slide 24 - Tekstslide

Vraag 11 - 1 punt
Er is geen enkel bewijs / Het is niet waar dat je creatiever/productiever wordt door uitstellen. / dat de uitstelperiode als incubatietijd zou fungeren zodat creatieve ideeën tot rijping kunnen komen.

 Maximumlengte van het antwoord: 25 woorden.
 Beoordeel de spelling en grammatica. 

Slide 25 - Tekstslide

Vraag 12
In alinea 15 worden drie adviezen gegeven om procrastinatie af te leren.

Welke drie adviezen zijn dat? 

Slide 26 - Tekstslide

Vraag 12 - 2 pt
~ Zorg voor een prikkelarme omgeving.
~ Maak een streng onderscheid tussen je werk- en ontspanplek.
~ Bouw routines op.

Slide 27 - Tekstslide

Vraag 12 - 2 punten
drie antwoorden goed: 2 punten
twee antwoorden goed: 1 punt
minder dan twee antwoorden goed: 0 punten

 Beoordeel de spelling en grammatica. 

Slide 28 - Tekstslide

Vraag 13
“Het kan ook niet anders, meent Steel.” (regels 250-251)
Leg in eigen woorden uit waarom het volgens Steel niet anders kan dan dat irrationeel uitstelgedrag toeneemt in onze huidige samenleving. 

Slide 29 - Tekstslide

Vraag 13
Er is steeds meer afleiding / Er zijn steeds meer verleidingen (in onze omgeving).

 Maximumlengte van het antwoord: 15 woorden.
 Beoordeel de spelling en grammatica.

Slide 30 - Tekstslide

Vraag 14
1 “Welk onderzoek je er ook op naslaat, vrijwel alle studenten doen aan irrationeel uitstelgedrag."
2 “Elke student kent dan ook de vakterm: procrastinatie.” 
3 “Dé expert op dit terrein, de Canadese hoogleraar Piers Steel van de Haskayne School of Business van de University van Calgary, gooit het op ons brein.” (regels 73-77)
4 “Omdat de prefrontale kwabben veel tijd nodig hebben om te rijpen, zijn jongeren impulsiever en minder goed in langetermijnplanning.” (regels 107-110)
5 “Met elk punt hoger op de uitstelschaal van Nijstad, duikelt het gemiddelde tentamencijfer met 0,76 punt.” (regels 126-128)
6 “Want iemand die studietaken verslonst, kan reuze gedisciplineerd zijn als het om sport gaat.” 
7 “Het goede nieuws is dat procrastinatie – al is het nog zo menselijk – af te leren is.” 

Slide 31 - Tekstslide

Vraag 14 
Welke drie van de uitspraken zijn zo belangrijk dat ze zeker
in een samenvatting van tekst 1 opgenomen moeten worden? 

Slide 32 - Tekstslide

Vraag 14 - 2 punten
1 “Welk onderzoek je er ook op naslaat, vrijwel alle studenten doen aan irrationeel uitstelgedrag."
2 “Elke student kent dan ook de vakterm: procrastinatie.” 
3 “Dé expert op dit terrein, de Canadese hoogleraar Piers Steel van de Haskayne School of Business van de University van Calgary, gooit het op ons brein.” (regels 73-77)
4 “Omdat de prefrontale kwabben veel tijd nodig hebben om te rijpen, zijn jongeren impulsiever en minder goed in langetermijnplanning.” (regels 107-110)
5 “Met elk punt hoger op de uitstelschaal van Nijstad, duikelt het gemiddelde tentamencijfer met 0,76 punt.” (regels 126-128)
6 “Want iemand die studietaken verslonst, kan reuze gedisciplineerd zijn als het om sport gaat.” 
7 “Het goede nieuws is dat procrastinatie – al is het nog zo menselijk – af te leren is.” 

Slide 33 - Tekstslide

Vraag 14 - 2 punten
1, 4, 7

drie antwoorden goed: 2 punten
twee antwoorden goed: 1 punt
minder dan twee antwoorden goed: 0 punten 

Slide 34 - Tekstslide

15. Welke van de uitspraken geeft de hoofdgedachte van tekst 1 het best weer?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 35 - Quizvraag

Vraag 15 - 2 pt

B. Irrationeel uitstelgedrag is een verklaarbaar, menselijk verschijnsel, dat toeneemt in onze samenleving. 

Slide 36 - Tekstslide