Leesvaardigheid beschouwing

Heb je zelf weleens last van procrastinatie?
A
Nooit
B
Soms
C
Vaak
D
Continu
1 / 18
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Heb je zelf weleens last van procrastinatie?
A
Nooit
B
Soms
C
Vaak
D
Continu

Slide 1 - Quizvraag

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Tekstsoorten
Informeren:   uiteenzetting
Opiniëren beschouwing
Overtuigen betoog, brief, column

Meestal: mengvormen

Slide 4 - Tekstslide

De tekst over uitstelgedrag is volgens mij:
A
Een betoog met beschouwende elementen
B
Een uiteenzetting met beschouwende elementen
C
Een beschouwing met betogende elementen
D
Een betoog met uiteenzettende elementen

Slide 5 - Quizvraag

• Uitstelgedrag maakt niet gelukkig, maar we doen het massaal.
• Het is menselijk en heeft te maken met blokkering.
• Een oorzaak kan gevonden worden in het brein, dat zich meer richt op urgente zaken.
• Het heeft negatieve gevolgen voor de economie en voor schoolresultaten. Het leidt niet tot creativiteit.
• Positief: het is af te leren.
• Helaas zorgt de toenemende verleiding wel tot toename van het uitstelgedrag.

Slide 6 - Tekstslide

Noem de kwestie/het probleem/de vraag van deze tekst.

Slide 7 - Open vraag

Niet echt een duidelijke vraag na de inleiding.

Probleem/kwestie: We worden er ongelukkig van, maar doen het massaal.

Vraag: Waarom doen we dit massaal, terwijl we er ongelukkig van worden en het niets oplevert?



Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden van invalshoeken(aspecten)
Juridisch
Maatschappelijk
Gezondheid(szorg)
Psychologisch
Onderwijs
Economisch/financieel

Slide 9 - Tekstslide

Welke invalshoeken komen in de tekst voor?

Slide 10 - Open vraag

Meningen versus feiten
Onderzoeksresultaten: feiten
Wat iemand daar persoonlijk voor conclusies aan verbindt: meningen

Slide 11 - Tekstslide

Tussenvragen
Als ze helpen de hoofdvraag te beantwoorden: ja.
Voorbeeld: de lockdown op school is dus goed voor de besmettingsgraad, maar hoe zit het met de sociale aspecten?
Hier: niet aanwezig.
Wel: verklarende vragen
Waarom lijden we aan irrationeel uitstel? 

Slide 12 - Tekstslide

Afwegingen
Een voordeel  wordt tegen een nadeel afgewogen. 
De lockdown op school levert een bijdrage aan de vermindering van de besmettingen, maar voor scholieren is het sociale aspect zo belangrijk dat de overheid  moet overwegen om voor deze groep een uitzondering te maken. 
In deze tekst niet zo expliciet. Alleen: het goede nieuws/het slechte nieuws.

Slide 13 - Tekstslide

Als de vraag van deze tekst is: waarom doen we het zo massaal, terwijl het alleen negatieve gevolgen heeft, wat is dan het antwoord?

Slide 14 - Open vraag

In hoeverre is deze tekst beschouwend?
A
Beschouwend
B
Deels beschouwend
C
Niet beschouwend

Slide 15 - Quizvraag

Antwoorden
• Een centrale kwestie, maar geen beschouwende vraag
• Het onderwerp wordt vanuit verschillende invalshoeken bekeken
• Bevat meningen
• Bevat tussenvragen, maar alleen verklarend en niet helpend voor de hoofdvraag
• Bevat weinig afwegingen
• Geeft in het slot een aftastend antwoord
• Zet niet sterk aan tot het vormen van een mening, want vooral verklarend

Slide 16 - Tekstslide

Deze tekst bevat een aantal beschouwende elementen, maar is grotendeels verklarend. 
De tekst heeft geen duidelijke hoofdvraag die je van twee kanten kunt bekijken, maar laat je meer zien over de kwestie uitstelgedrag (waarom, is er iets aan te doen?)
Wel wordt het onderwerp vanuit meerdere invalshoeken bekeken en worden zaken ontkracht (voor degenen die denken dat het tot creativiteit leidt…)
De tekst is in mijn ogen niet zo opiniërend. Dat zou hij wel zijn als de vraag was: in hoeverre is procastrinatie negatief voor onze maatschappij en als er voor- en nadelen van het fenomeen waren gegeven. Nu weten we: het bestaat, het is niet goed, maar je kan er iets aan doen.




Slide 17 - Tekstslide

De tekst over uitstelgedrag is volgens mij:
A
Een betoog met beschouwende elementen
B
Een uiteenzetting met beschouwende elementen
C
Een beschouwing met betogende elementen
D
Een betoog met uiteenzettende elementen

Slide 18 - Quizvraag