H6.3 - Klimaat en kustbescherming

Vandaag
  1. Uitleg bij H6§3 deel 1
  2. Wanneer is het eerste AK SO?
  3. Heb je H6§2 opdr 2b t/m 6b af?
  4. Heb je een onderwerp voor je daltontaak die zondag 10 december ingeleverd moet worden?
  5. Start aan opdrachten H6§3
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Vandaag
  1. Uitleg bij H6§3 deel 1
  2. Wanneer is het eerste AK SO?
  3. Heb je H6§2 opdr 2b t/m 6b af?
  4. Heb je een onderwerp voor je daltontaak die zondag 10 december ingeleverd moet worden?
  5. Start aan opdrachten H6§3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H6.3  Klimaat en kustbescherming

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je kennen en kunnen?

  1. waarom er altijd gevaar voor een overstroming van zee is
  2. waardoor de relatieve zeespiegel stijgt
Volgende les:
  • hoe Nederland zich beschermt tegen de zeespiegelstijging
  • hoe de kust wordt versterkt (klimaatadaptatie)

Slide 3 - Tekstslide

waarom er altijd gevaar voor een overstroming van zee is

waardoor de relatieve zeespiegel stijgt

hoe Nederland zich beschermt tegen de zeespiegelstijging

hoe de kust wordt versterkt (klimaatadaptatie)

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kijken we in Nederland überhaupt naar:


Overstromingen door zee en Zeespiegelstijging
??

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de hoogte van Nederland?
  • Nederland ligt voor 26% onder zeeniveau
  • De zeespiegel stijgt door klimaatverandering

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoals Nederland zonder dijken
zou zijn!

(Hoogte kaart Nederland)
omdat, ...?
Nederland voor een deel onder zeeniveau ligt

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Amsterdam staat op palen
Maar, waarom?
https://www.youtube.com/watch?app=desktop&v=xhex5oLWfgg

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veen
"Grond die bestaat uit plantenresten."
Veen
Ziet dit er stevig uit?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bodemdaling / Inklinking
Inklinking veen als gevolg van verdroging

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


 Relatieve zeespiegelstijging

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NL Steeds verder onder de zeespiegel 
Relatieve zeespiegelstijging = 
absolute zeespiegelstijging +
daling van de bodem.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Steeds verder onder de zeespiegel 
  1. De zeespiegel stijgt door klimaatverandering (§1 en §2) : 
  2. Laag-Nederland ligt onder de zeespiegel.  
  3. Door bodemdaling komt het land nog verder onder de zeespiegel te liggen. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NL Steeds verder onder de zeespiegel 
  1. De zeespiegel stijgt door klimaatverandering (§1 en §2) 
    ABSOLUTE zeespiegelstijging
  2. Laag-Nederland ligt onder de zeespiegel.  
    RELATIEVE zeespiegelstijging
  3. Door bodemdaling komt het land nog verder onder de zeespiegel te liggen. 
    RELATIEVE zeespiegelstijging

Relatieve zeespiegelstijging = 
echte zeespiegelstijging +
daling van de bodem.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt het dat de bodem daalt?

Door wegpompen grondwater in polders van Laag-Nederland-> inzakken bodem-> sterkst bij veen

Door winning delfstoffen -> aardgas in Groningen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt het dat de bodem daalt?

In de laatste ijstijd -> dikke laag ijs drukte de aardkorst in -> ijs verdween en Scandinavië wipte op ->Noord-Nederland daalde

Door wegpompen grondwater in polders van Laag-Nederland-> inzakken bodem-> sterkst bij veen

Door winning delfstoffen -> aardgas in Groningen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  1. Uitleg bij H6§3 deel 1
  2. Wanneer is het eerste AK SO?
  3. Heb je H6§2 opdr 2b t/m 6b af?
  4. Heb je een onderwerp voor je daltontaak die zondag 10 december ingeleverd moet worden?
  5. Start aan opdrachten H6§3

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak nu van H6 paragraaf 3 
opdr 1abcd, 5abcd, 6ab
volgende les: 2ab-1d, 4c-1c-2, 7abcd
SO H6 §2+3 Maandag 11-dec
Plenda:
volgende week maandag:
M (AK): H6§3 opdr 1, 2, 4, 5, 6, 7 
Klaar? 
- Werk verder aan de Daltontaak Klimaatinitiatief 10-dec
- Maak een samenvatting van H6§2 en H6§3 (bijvoorbeeld met de "wat moet je kennen en kunnen vragen")
Heb je een vraag? Stel ze nu of in een daltonuur (bij mij op ma/vr, of bij een andere (AK)docent)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  1. Uitleg bij H6§3 deel 2 in Classroom
  2. Wanneer is het eerste AK SO?
  3. Wanneer en waar lever je de Daltontaak in?

Oefenen met:
- "wat moet je kennen en kunnen" vragen
- opdrachten H6 par 2+3 (af)maken

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De Nederlandse kust
Duinen
Op het stand waait het regelmatig flink. Het zand wordt meegenomen door de wind. Wanneer het zand, achter een stukje hout, gras of aangespoelde rommel, blijft hangen ontstaat daar langzaam aan een duin.
Strand
De zee spoelt het strand op. In het zeewater zit zand. 
Elke keer, wanneer het zeewater het strand op spoelt, laat zee de weer een laagje zand achter --> aanslibben.
Zandbanken
De stroming van de zee neemt af waardoor zand sedimenteerd, hierdoor onstaan zandbanken.
aanslibbingskust
Een aanslibbingskust, is een kust die elke keer, wanneer de zee zand neerlegt (sedimentatie), een stukje groter wordt. Nederland heeft een aanslibbingskust, dit kun je zien aan de brede stranden

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De zee bouwt op
  • De Nederlandse kust is een aanslibbingskust. Er ontstaan strandwallen. 
  • Als deze droog staan neemt de wind dit zand mee. 
  • Hierdoor ontstaan kustduinen. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

11. In Nederland wordt zandsuppletie toegepast. Waarom?
A
Om daar waar de bodem in Nederland daalt, de bodem op te hogen.
B
Om dijken langs de rivieren te versterken.
C
Om de stukken land tussen de winterdijken en de rivieren op te hogen.
D
Om stranden en duinen langs de kust te versterken.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is Dijkring 14 zo belangrijk?
A
Den Haag met de regering ligt erin.
B
Schiphol ligt erin
C
De 4 grote steden liggen erin
D
A, B en C zijn alledrie goed

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is relatieve zeespiegelstijging?
A
De absolute zeespiegelstijging ten opzicht van NAP
B
De zeespiegelstijging ten opzichte van de dijkhoogte
C
De absolute zeespiegelstijging én de bodemdaling
D
De bodemdaling gecompenseerd door temperatuurverhoging

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In Nederland is de relatieve zeespiegelstijging groter dan de absolute zeespiegelstijging
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de relatieve zeespiegelstijging
timer
0:20
A
C = 4,5 meter
B
C = 2,3 meter
C
C = 2,2 meter
D
C = 6,8 meter

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een polder?
timer
0:20
A
Een stuk land omringd door dijken waarbinnen de waterstand geregeld wordt
B
Een polder is een lager gelegen gebied in hoog Nederland
C
Een polder is een stuk 'wad' in zee die soms droog komt te liggen bij eb
D
Een polder is een hoger gelegen land dan de omgeving

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe goed is jouw topografie kennis over Nederland
A
Heel goed
B
Redelijk
C
Matig
D
Heel slecht

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij Aardrijkskunde (en in je verder leven ook...) is het heel handig om te weten welke provincies er zijn en waar in Nederland ze liggen. 

Weet je ze nog niet (zo goed), oefen dan met deze link en test je kennis:

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies