In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
H6.3 Klimaat en kustbescherming
Slide 1 - Tekstslide
Wat moet je kennen en kunnen?
waarom er altijd gevaar voor een overstroming van zee is
waardoor de relatieve zeespiegel stijgt
hoe Nederland zich beschermt tegen de zeespiegelstijging
hoe de kust wordt versterkt (klimaatadaptatie)
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
In Nederland altijd gevaar van overstromingen door de zee. Oorzaak: lage ligging Nederland.
1/4e deel Nederland onder de zeespiegel
- Bescherming door dijken en duinen.
- Land door dijken omringd = polder
Slide 4 - Tekstslide
Oude verdedigingswerken:
- 1953: Watersnoodramp in
Zuidwest-Nederland, opstuwing in zee-
gaten) = Deltawerken
- 1933; Afsluitdijk; waterkering tussen Noord-Holland en Friesland die het IJsselmeer afsluit van de Waddenzee.
Slide 5 - Tekstslide
Lezen 6.3
Maken opdracht 1 tm 5
timer
10:00
Slide 6 - Tekstslide
Wat moet je kennen en kunnen?
waarom er altijd gevaar voor een overstroming van zee is
waardoor de relatieve zeespiegel stijgt
hoe Nederland zich beschermt tegen de zeespiegelstijging
hoe de kust wordt versterkt (klimaatadaptatie)
Slide 7 - Tekstslide
Steeds verder onder de zeespiegel
De zeespiegel stijgt door klimaatverandering (§1 en §2) :
Laag-Nederland steeds verder onder de zeespiegel.
Door bodemdaling komt het land nog verder onder de zeespiegel te liggen.
Relatieve zeespiegelstijging =
echte zeespiegelstijging +
daling van de bodem.
Slide 8 - Tekstslide
Hoe komt het dat de bodem daalt?
In de laatste ijstijd -> dikke laag ijs drukte de aardkorst in -> ijs verdween en Scandinavië wipte op ->Noord-Nederland daalde
Door wegpompen grondwater in polders van Laag-Nederland-> inzakken bodem-> sterkst bij veen
Door winning delfstoffen -> aardgas in Groningen
Slide 9 - Tekstslide
Relatieve zeespiegelstijging
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
De zee bouwt op
De Nederlandse kust is een aanslibbingskust. Er ontstaan strandwallen.
Als deze droog staan neemt de wind dit zand mee.
Hierdoor ontstaan kustduinen.
Slide 13 - Tekstslide
Aan de kust
Duinen
Op het stand waait het regelmatig flink. Het zand wordt meegenomen door de wind. Wanneer het zand, achter een stukje hout, gras of aangespoelde rommel, blijft hangen ontstaat daar langzaam aan een duin.
Strand
De zee spoelt het strand op. In het zeewater zit zand.
Elke keer, wanneer het zeewater het strand op spoelt, laat zee de weer een laagje zand achter --> aanslibben.
Zandbanken
De stroming van de zee neemt af waardoor zand sedimenteerd, hierdoor onstaan zandbanken.
aanslibbingskust
Een aanslibbingskust, is een kust die elke keer, wanneer de zee zand neerlegt (sedimentatie), een stukje groter wordt. Nederland heeft een aanslibbingskust, dit kun je zien aan de brede stranden
Slide 14 - Tekstslide
Maakwerk
Maken opdrachten §6.3 opdracht :
1ab, 2, 3, 5, 6a,b, 7
Slide 15 - Tekstslide
Waarom is Dijkring 14 zo belangrijk?
A
Den Haag met de regering ligt erin.
B
Schiphol ligt erin
C
De 4 grote steden liggen erin
D
A, B en C zijn alledrie goed
Slide 16 - Quizvraag
Wat is relatieve zeespiegelstijging?
A
De absolute zeespiegelstijging ten opzicht van NAP
B
De zeespiegelstijging ten opzichte van de dijkhoogte
C
De absolute zeespiegelstijging én de bodemdaling
D
De bodemdaling gecompenseerd door temperatuurverhoging
Slide 17 - Quizvraag
In Nederland is de relatieve zeespiegelstijging groter dan de absolute zeespiegelstijging
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quizvraag
Bereken de relatieve zeespiegelstijging
timer
0:20
A
C = 4,5 meter
B
C = 2,3 meter
C
C = 2,2 meter
D
C = 6,8 meter
Slide 19 - Quizvraag
Wat moet je kennen en kunnen?
waarom er altijd gevaar voor een overstroming van zee is
waardoor de relatieve zeespiegel stijgt
hoe Nederland zich beschermt tegen de zeespiegelstijging