spelling MV znw + leestekens kader 1

We starten met voorlezen
Pak jij alvast je spullen?

Leg ook alvast je huiswerk klaar.
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

We starten met voorlezen
Pak jij alvast je spullen?

Leg ook alvast je huiswerk klaar.

Slide 1 - Tekstslide

Meervoud ZN

Slide 2 - Woordweb

Noem de meervouden van de zelfstandig naamwoorden die onderstreept zijn.

Slide 3 - Open vraag

antwoorden
klassen 
werkweken 
zaklampen 
slaapzakken 
tassen 
broeken  
hemden
washanden
handdoeken
stripverhalen
lunchpaketten
peren
broden
kazen
brieven
mentoren

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn zelfstandig naamwoorden?
A
auto-leraar-vrede-bedorven
B
liefde-honing-Henk-liggen
C
Vrede- Utrecht- Marokkaanse- soep
D
Turk- Amerika- stoel-docent

Slide 5 - Quizvraag

Meervoud van leraar

Slide 6 - Open vraag

meervoud van dag

Slide 7 - Open vraag

Welkom allemaal
We starten met voorlezen.

Pak jij alvast je spullen?

Slide 8 - Tekstslide

meervoud ZN      3.5+5.5 
Doel: je leert ZN in het MEERVOUD te schrijven

opdrachten: 3.5 blz.115 5-6-7-8
klaar: ga verder met 5.5 blz.199 5-6-7-8

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

meervoud van duif

Slide 11 - Open vraag

Meervoud van dictee

Slide 12 - Open vraag

Meervoud van kiwi

Slide 13 - Open vraag

Leg de regel uit de bij kiwi hoort.

Slide 14 - Open vraag

Pak jij alvast je spullen?
We starten met (voor)lezen!
Zie jij het taalvoutje:

Slide 15 - Tekstslide

Waarom is deze tekst moelijk te lezen?
beste halie 
heej halie hoe is het heb je nog een beetje zin in morgen volgens mij is rick onze coach ozzie gaat ook mee, maar alleen om te kijken onze tegenstanders hebben dit seizoen vaak verloren 

Slide 16 - Tekstslide

lesopbouw
  • voorlezen (10 min)
  • instructie leestekens  (7-10 min )
  • aantekeningen maken (5 min)
  • oefenen en opdrachten maken  (20 min)
  • evaluatie (5 min)

Slide 17 - Tekstslide

leestekens
Doel: je weet wanneer je een hoofdletter, eindpunt en komma schrijft.  
Leestekens: 1.5 blz.32     opdrachten: blz.31  8+9                  
                           2.5 blz.72   opdr. 4-5-6

Slide 18 - Tekstslide

Hoofdletters:
  • Begin van een zin
  • Eigen namen
Let op: 's Morgens eet 

Vraagtekens ?????
  • Na een vraagzin. Hoe gaat het met jou?
Uitroepteken!!!!!!
  • Na een uitroep: Doe je best!      Ga weg! 
Komma,,,,,
  • opsomming
Ik eet pizza, patat, appelmoes en kip 
  • voor woorden: maar-omdat-want: Stop ermee, want ik ben bang.
  • Tussen 2 PV: Als je dit maakt, kun je gaan slapen.

Slide 19 - Tekstslide

Goed of fout?
ik ga op vakantie naar Australië
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quizvraag

EVEN OEFENEN....

Slide 21 - Tekstslide

Opdrachten Spelling
  • Maak af: 5.5  blz.199 5-6-7-8 =ZN in het meervoud
  • Leestekens: 1.5 blz.32     opdrachten: blz.31  8+9                                                       2.5 blz.72   opdr. 4-5-6
timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide

Welk leesteken hoort er achter de zin?
Vind jij leestekens moeilijk

A
een punt
B
een uitroepteken
C
een vraagteken
D
niets

Slide 23 - Quizvraag

Welk leesteken hoort er achter de zin?

Ik ben blij dat het bijna vakantie is

A
een punt
B
een uitroepteken
C
een vraagteken
D
niets

Slide 24 - Quizvraag

Welk leesteken hoort er achter de zin?
Schiet toch eens op
A
een punt
B
een uitroepteken
C
een vraagteken
D
niets

Slide 25 - Quizvraag

Waar staat de komma op de juiste plek?
A
Op de tafel staat een vaas, plant en een, kopje.
B
Als de film spannend, is val ik niet in slaap.
C
Ik vind kamp leuk, omdat je elkaar leert kennen.
D
Het boek is grappig want, ik moet er steeds om lachen.

Slide 26 - Quizvraag

Wat jij deze les geleerd?

Slide 27 - Open vraag

Welkom
we starten met (voor)lezen
Pak jij alvast al je spullen?

Slide 28 - Tekstslide

Stille borddiscussie
     Babies                                                                    crème's
                      de auto staat stil            Ga weg?
          Ik houd van appel kiwies en pruimen. 
coca cola                                                           discotheeken             
                                          parapluen                            
 als je huiswerk maakt kun je beter geen muziek luisteren. 
         parapluen                                                                 larfen

Slide 29 - Tekstslide

lesprogramma
  • doel: je kunt nu zn in het mv schrijven
  • doel: je weet wannneer je welke leestekens moet gebruiken
>opdrachten: Kies uit: leestekens blz.45 opdr.7-8
                                                leestekens blz. 87 opdr.6-7
                                               ZN blz . 213 opdr. 5-6-7

>door geef vragen

Slide 30 - Tekstslide

  • bordspel zelfstandig naamwoorden (lln)

  • bekijk de QR-code

  • bedenk toetsvragen

timer
20:00

Slide 31 - Tekstslide

Wat zijn de bijv.n.w. in de zin?
Nederland is een prachtig, maar klein land.

A
Nederland
B
Nederland-prachtig
C
prachtig
D
prachtig-mooi

Slide 32 - Quizvraag

Wat is het meervoud van crème

Slide 33 - Open vraag

Wat mis je in onderstaande zin:
Op de bank ligt een iPad zijn mobiel en een boek.

Slide 34 - Open vraag

Wat beheers jij nog niet zo goed?

Slide 35 - Open vraag