H1 Spelling - leestekens

Binnen is beginnen!
Welkom! 
Ga lekker zitten en pak je spullen (schrift, boek en pen).
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Binnen is beginnen!
Welkom! 
Ga lekker zitten en pak je spullen (schrift, boek en pen).

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les


Je leert over het juist gebruiken van punten, komma's, puntkomma en de dubbele punt.






Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Eerste uur
- Hoofdstuk 1 van spelling (blz. 34 van Nieuw Nederlands)
- Opdracht: waarom leestekens aan de hand van de tekst van Willem Alexander.
- Theorie bespreken en zelf aan de slag met opdrachten.









Slide 3 - Tekstslide

Leestekens

Slide 4 - Tekstslide

Het belang van leestekens!

Slide 5 - Tekstslide

Leestekens
;



Slide 6 - Tekstslide

Leestekens
Leestekens: punt, komma, puntkomma en dubbele punt maken een tekst leesbaar.

Punt: na een zelfstandige zin.
Komma: wanneer je twee zinnen samenvoegt tot een langere zin.
- tussen twee persoonsvormen - vb. Als je opschiet, halen we de trein.
- voor verbindingswoorden - maar, nadat, omdat, terwijl, want

Slide 7 - Tekstslide

Leestekens
Puntkomma: twee zelfstandige zinnen die met sterk met elkaar samenhangen. (Je mag ook een punt zetten)
Vb. Stef wil later chirurg worden; zijn vader werkt ook in het ziekenhuis.

Dubbele punt: twee zinnen waarvan de tweede zin een verklaren of reden vormt bij de eerste zin. 
Vb. Mijn verjaardag was erg geslaagd: al mijn vrienden waren er.

Slide 8 - Tekstslide


Wat jij doet * interesseert me enorm.
A
punt
B
komma
C
puntkomma
D
dubbele punt

Slide 9 - Quizvraag

De toets ging erg goed * ik verwacht minimaal een 9.
A
punt
B
komma
C
puntkomma
D
dubbele punt

Slide 10 - Quizvraag

Jeroen heeft vandaag vrij * zijn
lessen zijn afgelast.
A
komma ,
B
dubbele punt :
C
puntkomma ;
D
punt .

Slide 11 - Quizvraag

Als Irina vaker zou trainen * zou ze volgend jaar zeker in Dames 1 spelen.
A
komma
B
puntkomma
C
dubbele punt
D
punt

Slide 12 - Quizvraag

Heb jij je huiswerk al af - Eline?
Welk leesteken hoort op de plaats van het streepje?
A
komma
B
puntkomma
C
dubbele punt
D
punt

Slide 13 - Quizvraag


Welk leesteken mist in onderstaande zin?
Ik houd van katten eten en tv-kijken

A
komma
B
punt
C
puntkomma
D
dubbele punt

Slide 14 - Quizvraag

We oefenen met de volgende leestekens: komma, punt, puntkomma, en dubbele punt.
A
Goed geschreven
B
Fout geschreven

Slide 15 - Quizvraag

Welk leesteken past op de plaats van de puntjes?

Panda's zien eruit als beren...maar hun gedrag lijkt op dat van katachtigen.
A
punt
B
komma
C
puntkomma
D
dubbele punt

Slide 16 - Quizvraag

Welk leesteken zou je hier gebruiken?

Op de envelop staat[?] niet openen, bevat vertrouwelijke informatie.
A
komma
B
punt
C
puntkomma
D
dubbele punt

Slide 17 - Quizvraag

Zelf aan de slag (10 min.) blz. 34
Maak opdracht 1 en 2. 

- Schrijf bij opdracht 1 op waarom je het leesteken gebruikt.
- Bij opdracht 2 neem je de zin over en gebruik de juiste leestekens.

Slide 18 - Tekstslide

Bespreken opdracht 1 (blz. 35)

Slide 19 - Tekstslide

Bespreken opdracht 2 (blz. 35)

Slide 20 - Tekstslide

Zelf aan de slag (5 min.)
Maak opdracht 3 blz. 35
Je hoeft alleen de juiste spelling van de onderstreepte woorden op te schrijven. 

Ben je klaar? Maar dan opdracht 4 - 'leenwoorden' (blz.35).

Slide 21 - Tekstslide

Bespreken opdracht 3 (blz. 35)

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 4 (blz. 35)

Slide 23 - Tekstslide

Je kunt...
leestekens als punten, komma's, puntkomma's en dubbele punten juist toepassen.

Slide 24 - Tekstslide