Cellen kunnen herkend worden door antigenen. Wanneer je witte bloedcellen de lichaamsvreemde stoffen gaat eten, leert het de antigenen kennen. Zo maken ze voor dat antigen een antistof.
Een antistof is specifiek voor één antigen. > sleutel en slot
Slide 7 - Tekstslide
Je eigen lichaam
Ook onze cellen hebben antigenen in het celmembraan, zo herkent je lichaam welke cellen van jou zijn en welke cellen lichaamsvreemd zijn.
Dit kan helaas ook fout gaan. Hoe heten de ziektes waar je lichaam je eigen cellen kapot maakt?
Slide 8 - Tekstslide
Immuniteit
Immuun:
Na een infectie blijft de antistof in bloed aanwezig
Je wordt niet ziek van de ziekteverwekker
Hoe kun je immuniteit opbouwen?
Natuurlijke immuniteit
Kunstmatige immuniteit
Slide 9 - Tekstslide
Natuurlijke immuniteit
Op een natuurlijke manier
Wanneer iemand ziek is geweest
Lichaam maakt zelf antistoffen aan
Levenslange immuniteit
- Bij eerste infectie: een beetje antistoffen - Ziekteverwekkers zitten nu in geheugen van witte bloedcellen - Bij tweede infectie: sneller antistoffen + meer antistoffen
Slide 10 - Tekstslide
Kunstmatige immuniteit
Op een kunstmatige manier
Door inenting / vaccinatie
Spuit met dode of verzwakte ziekteverwekkers (dit heet een vaccin)
Witte bloedcellen gaan nu antistoffen maken
Wanneer later de echte ziekteverwekkers binnendringen, heeft iemand al voldoende antistoffen
Voorbeeld:
Griepspuit (voor mensen met zwak immuunsysteem zoals ouderen en jonge kinderen)
Coronavaccinatie
Slide 11 - Tekstslide
Vaccinatieschema Rijksvaccinatieprogramma
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Maar waarom heb je toch steeds een verkoudheid of een griepje?
Lang antwoord: Nee, ze zijn zorgvuldig getest en onderzocht. Maar net als heel veel andere stoffen kun je er bijvoorbeeld een allergische reactie op krijgen.
Nog langere antwoord: Nee, want: (4.00 t/m. het einde):
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Heb jij een allergie? Zo ja, waarvoor?
Slide 17 - Open vraag
Allergie
Ook een allergie is een foutje in je immuunsysteem. Je immuunsysteem reageert dan heftig op bepaalde stoffen die eigenlijk niet gevaarlijk zijn (allergische reactie).
Anafylactische shock
Slide 18 - Tekstslide
Wat zijn de genummerde delen in de afbeelding?
A
1 antistof
2 ziekteverwekker
3 antigeen
B
1 antigeen
2 ziekteverwekker
3 antistof
C
1 ziekteverwekker
2 antistof
3 antigeen
D
1 antigeen
2 antistof
3 ziekteverwekker
Slide 19 - Quizvraag
Wat zijn antistoffen?
A
de eiwitten op de buitenkant van de ziekteverwekker
B
object dat zich hecht aan de ziekteverwekker
Slide 20 - Quizvraag
Leg uit waarom je eerst wel even ziek wordt van een ziekteverwekker en later weer opknapt
Slide 21 - Open vraag
Hoe kan het dat je na een vaccinatie niet meer ziek wordt van de desbetreffende ziekteverwekker?