3.1 Waarom sparen?

Hoofdstuk 3: Geld over en te kort
Paragraaf 3.1: Waarom sparen?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3: Geld over en te kort
Paragraaf 3.1: Waarom sparen?

Slide 1 - Tekstslide

3.1 Waarom sparen?
Kennen /kunnen / begrippen:
  • Sparen en de redenen om te sparen
  • Koopkracht
  • Looptijd
  • Depositosparen

Slide 2 - Tekstslide

Waarom sparen?

Slide 3 - Open vraag

Waarom sparen?

  • Sparen voor een grote uitgave (doel)
  • Sparen voor de rente
  • Sparen om tegenvallers op te kunnen vangen

Slide 4 - Tekstslide

Redenen om te sparen
Sparen voor een doel
Sparen uit voorzorg
Sparen voor rente

Slide 5 - Tekstslide

Een hoger rente bedrag
Je krijgt een hoger bedrag aan rente als:
- het rentepercentage hoger is
- er meer geld op je spaarrekening staat
- Je je spaargeld 'vast' zet. 

Slide 6 - Tekstslide

Rente 2% bedrag €2.000.000
€40.000 per jaar aan rente
Rente 2% bedrag €1.000
€20 per jaar aan rente

Slide 7 - Tekstslide

Spaarvormen
Als je gaat sparen kun je bij de bank kiezen voor verschillende spaarvormen:
  • bij elke spaarvorm gelden andere regels;
  • soms meer rente als je het spaargeld een tijd vastzet;
  • soms bonusrente, bijv. als je gedurende een bepaalde tijd geen geld opneemt;
  • soms boeterente als je eerder geld opneemt dan de afgesproken periode.

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel rente krijg je?

Je krijgt meer als je:

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel rente krijg je?

Je krijgt meer als je:
- een hoger rentepercentage krijgt

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel rente krijg je?

Je krijgt meer als je:
- een hoger rentepercentage krijgt
- meer geld op je spaarrekening hebt

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel rente krijg je?

Je krijgt meer als je:
- een hoger rentepercentage krijgt
- meer geld op je spaarrekening hebt
- je geld langere tijd 'vast' zet.

Slide 12 - Tekstslide

Verschillende spaarrekeningen

  • een spaarrekening waar je altijd geld vanaf kunt halen;

Slide 13 - Tekstslide

Verschillende spaarrekeningen

  • een spaarrekening waar je altijd geld vanaf kunt halen;
  • een spaardeposito waar je je geld vast zet voor een bepaalde tijd en tussentijds niet mag opnemen.

Slide 14 - Tekstslide

Als ik spaar voor het geval dat mijn televisie kapot gaat, spaar ik ...
A
voor een doel
B
voor de rente
C
uit voorzorg

Slide 15 - Quizvraag

Rente
A
Betaal je over spaargeld en krijg je over geleend geld
B
Krijg je over spaargeld
C
Krijg je over spaargeld en betaal je over geleend geld
D
Betaal je over geleend geld

Slide 16 - Quizvraag

Wat is geen doel van sparen?
A
sparen voor een doel
B
sparen voor de zekerheid
C
sparen voor een huis
D
sparen voor vermogensopbouw

Slide 17 - Quizvraag

Als ik spaar voor een nieuwe auto, dan spaar ik voor een?
A
doel
B
voorzorg
C
rente

Slide 18 - Quizvraag

Aan de slag
Maken alle opdrachten van paragraaf 3.1

Slide 19 - Tekstslide