Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Leestekens
Welkom
Les Nederlands
Leestekens
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom
Les Nederlands
Leestekens
Slide 1 - Tekstslide
Terugblik:
Welke leestekens hebben we eerder in een les Nederlands geleerd?
? . ! ,
Je hebt toen geleerd deze leestekens te gebruiken in een zin.
Slide 2 - Tekstslide
Waarom LEESTEKENS?
Leestekens maken een tekst duidelijker en beter te lezen.
De lezer kan de tekst zo beter begrijpen.
Slide 3 - Tekstslide
Deze leestekens kennen we al:
punt .
komma ,
vraagteken ?
uitroepteken !
Slide 4 - Tekstslide
Punt.
Aan het einde van een zin zet je een punt, daarmee laat je zien dat de zin is afgelopen.
Vandaag heb ik een hockeywedstrijd.
Morgen ga ik logeren bij mijn vriendin.
Slide 5 - Tekstslide
In welke zin staat de punt goed?
A
Morgen is. het woensdag
B
Morgen is het woensdag.
C
Morgen is het. woensdag
D
Morgen is het woensdag...
Slide 6 - Quizvraag
Komma,
Je schrijft een komma om even te rusten in een zin.
Tijdens het hardop lezen, stop je even bij de komma.
Je gebruikt een komma in een opsomming.
Ik eet graag: Salade, pizza, koekjes en stamp.
Ik heb dat nog niet gedaan, omdat ik geen tijd had.
Slide 7 - Tekstslide
In welke zin is de komma goed gebruikt?
A
Ik ben blij, met m'n cijfer ik had, ook goed geleerd.
B
Ik ben blij met mijn cijfer ik, had ook goed geleerd
C
Ik ben blij, met m'n cijfer ik had ook goed geleerd.
D
Ik ben blij met m'n cijfer, ik had ook goed geleerd.
Slide 8 - Quizvraag
Vraagteken?
Na een vragende zin zet je een vraagteken.
Tot hoe laat ben jij op school?
Neem jij mijn tas mee?
Slide 9 - Tekstslide
In welke zin staan de leestekens goed?
A
Wat is mijn leukste vakantieland.
B
Wat is mijn leukste vakantieland!
C
Wat is mijn leukste vakantieland?
D
Wat is mijn leukste vakantieland...
Slide 10 - Quizvraag
Uitroepteken!
Deze gebruik je aan het einde van de zin, om aan te geven dat iemand hard/luid roept.
Of om een bevel of waarschuwing te geven.
Ik ben beneden!
Ik heb gewonnen!
Kom hier!
Slide 11 - Tekstslide
In welke zin staan de leestekens goed?
A
Ik ben geslaagd!
B
Ik ben geslaagd?
C
Ik ben geslaagd,
D
Ik ben geslaagd.
Slide 12 - Quizvraag
Op dit leesteken eindigt een gewone zin.
Als je iets roept of een bevel geeft, eindigt je zin op dit leesteken.
Een vraagzin eindigt op dit leesteken.
Bij dit leesteken rust je even in een zin.
,
Slide 13 - Sleepvraag
DOEL:
Aan het einde van deze les:
Zijn de geleerde leestekens kort herhaald.
Ken je de leestekens : en ' "
Kun je de nieuw geleerde leestekens toepassen.
Slide 14 - Tekstslide
Deze leestekens gaan we vandaag leren:
Dubbele punt:
Aanhalingstekens: Dubbel of enkel
Slide 15 - Tekstslide
Dubbele punt:
Voor een opsomming.
Als aankondiging.
Mijn lievelingsdieren zijn: Honden, papegaaien, beren
en
tijgers.
Ik heb een nieuwtje: Ik ga werken in Oss!
Slide 16 - Tekstslide
Waar staat de dubbele punt goed in de zin?
A
Fien zei: ik wil een nieuwe fiets.
B
Fien: zei, ik wil een nieuwe fiets.
C
Fien zei, ik wil een: nieuwe fiets.
D
Fien zei: ik wil: een nieuwe fiets.
Slide 17 - Quizvraag
Waar staat de dubbele punt goed in de zin?
A
Ik kan kiezen: uit rood of blauw.
B
Ik kan kiezen uit: rood of blauw.
C
Ik kan: kiezen uit rood of blauw.
D
Ik kan kiezen uit rood: of blauw.
Slide 18 - Quizvraag
Aanhalingstekens " " of ' '
Aanhalingstekens zet je om zinnen heen (enkel of dubbel).
Aanhalingstekens gebruik je:
Bij een citaat - (iets wat iemand letterlijk zegt).
Slide 19 - Tekstslide
Voorbeeld aanhalingstekens:
'Wat zullen we eten?
'
, vroeg Chantal.
'Hier ben ik geboren', zegt Peter.
Eefje zei: "Ik wil geen thee."
"Wat heb je weer lekker gekookt!", zegt Sophie.
Gedachte: (geen aanhalingstekens).
Ik dacht: wat raar dat ik niet naar binnen mag.
Slide 20 - Tekstslide
Extra uitleg aanhalingstekens.
De punt, het uitroepteken of het vraagteken valt binnen de aanhalingstekens.
Je mag zelf kiezen of je enkele of dubbele aanhalingstekens gebruikt.
Bij gedachten zet je geen aanhalingstekens.
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Waar staan de aanhalingstekens goed?
A
Heb je ook zo'n lieve opa? 'zei Piet.'
B
'Heb je ook zo'n lieve opa?', zei Piet.
C
'Heb je ook' zo'n lieve opa? zei Piet.
D
'Heb je ook zo'n lieve opa? zei Piet.'
Slide 23 - Quizvraag
Waar staan de aanhalingstekens goed?
A
'Mijn lievelingseten' is lasagne, zegt mama.
B
Mijn lievelingseten is lasagne, 'zegt mama.'
C
'Mijn lievelingseten is lasagne, zegt mama'.
D
'Mijn lievelingseten is lasagne', zegt mama.
Slide 24 - Quizvraag
Waar staan de aanhalingstekens goed?
A
Jan zei: Ik lust 'geen koffie.'
B
'Jan zei: Ik lust geen koffie.'
C
Jan zei: 'Ik lust geen koffie.'
D
'Jan zei:' Ik lust geen koffie.
Slide 25 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Spelling: Leestekens
Januari 2024
- Les met
32 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7,8
Leestekens
Januari 2022
- Les met
31 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Leestekens
Januari 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Talent_1.9
September 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Spelling H1 - Leestekens
21 dagen geleden
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Uitleg 'komma, dubbele punt, aanhalingstekens en puntkomma' (hfst. 5)
September 2021
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Hoofdletters en leestekens
26 dagen geleden
- Les met
24 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7,8
Leestekens
Februari 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1