HH 4.1 & 4.2 Migratie RZ

HH 4.1 & 4.2 Migratie
OP Tafel: 
-schrift
-pen 
-Ipad
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

HH 4.1 & 4.2 Migratie
OP Tafel: 
-schrift
-pen 
-Ipad

Slide 1 - Tekstslide

Deze les: 
  • Actualiteit migratie 
  • Maken vragen actualiteit
  • Herhaling 4.1 & 4.2 Migratie 
  • Afmaken opdrachten 4.1 & 4.2 
  • Ben je klaar? Met tweetallen werken aan de puzzel 
  • Gemaakte opdrachten en puzzel tellen mee! 
  • Volgende week! SO Paragraaf 4.1 & 4.2 

Slide 2 - Tekstslide

Vragenblad migratie

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Migratie
Verhuizen naar een andere woonplaats

Slide 5 - Tekstslide

Migratie is van alle tijden
Migratie = verhuizen naar een andere woonplaats.

In de oertijd woonden mensen van plaats tot plaats waar voedsel was.

In de middeleeuwen gingen mensen bijvoorbeeld verhuizen naar koloniale gebieden

Slide 6 - Tekstslide

Migratie is van alle tijden
In Nederland gingen na de Tweede Wereldoorlog verhuizen naar andere landen, zoals Canada, VS en Nieuw-Zeeland. Reden?

1960 gastarbeiders naar Nederland om hier te komen werken. Uit welke landen kwamen deze gastarbeiders?

Slide 7 - Tekstslide

Migratie is van alle tijden
Migratieachtergrond = zelf in het buitenland zijn geboren      of één of beide ouders.


Slide 8 - Tekstslide

Vertrekredenen
Reden om ergens weg te gaan. 

Slide 9 - Tekstslide

Vestigingsredenen
Reden om ergens naar toe te gaan. 

Slide 10 - Tekstslide

Redenen voor migratie
Vertrekredenen / pushfactor:                                                                                                                                                 Vestigingsredenen/pullfactor:
- armoede                                                       - werk
- werkloosheid                                              - goede opleiding
- hongersnood                                              - veilig leven
- oorlog  
- discriminatie

Slide 11 - Tekstslide

Wie migreren er naar de EU?
Ieder jaar komen er ongeveer 2 miljoen mensen naar Europa.
Groep 1: arbeidersmigranten.
Veelal hoogopgeleid = kennismigrant.

Groep 2: vluchtelingen.
uit oorlogsgebieden, asielzoekers, soms daardoor illegaal.


Slide 12 - Tekstslide

Wie migreren er binnen de EU?
Daarnaast veel migratie in de Europa. Veel mensen verhuizen naar het noorden en westen, omdat hier de landen het rijkst zijn.

Dit zijn voornamelijk mensen uit Oost-Europa die hier komen werken --> bijvoorbeeld in de landbouw

Slide 13 - Tekstslide

INTEGRATIE & SEGREGATIE

Slide 14 - Tekstslide

Integreren
= Je eigen cultuur behouden maar óók die van je nieuwe land aannemen.

Slide 15 - Tekstslide

Segregatie
Je eigen cultuur behouden en géén nieuwe cultuur aannemen.

Slide 16 - Tekstslide

Ruimtelijke segregatie
Het apart leven van bepaalde bevolkingsgroepen met bepaalde kenmerken in wijken.

Slide 17 - Tekstslide

Gevolgen voor migratie 
- Inwoners van een land moeten ook wennen aan nieuwe culturen. 

- Migratie uit landen als Polen is voor dit land vaak negatief: 
 
1. Te weinig arbeidskrachten. 
2. Veel hoogopgeleiden mensen gaan weg voor een betere baan: Braindrain

Slide 18 - Tekstslide

Bevolkingsgroei 

Bestaat uit: 
Natuurlijke bevolkingsgroei
&
Sociale bevolkingsgroei

Slide 19 - Tekstslide

Bevolkingsgroei door...


📌Oorzaken:
1. Natuurlijke bevolkingsgroei:
     geboorteoverschot = geboortecijfer > sterftecijfer

 2. Sociale bevolkingsgroei:
     vestigingsoverschot = immigratie > emigratie


timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Nu maken: 
  • Opdrachten 4.1 & 4.2 afmaken
  • Daarna 
  • Tweetallen maken en samen puzzel ophalen en maken  

Slide 21 - Tekstslide