Les 1 Migratie van en naar de EU

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Migratie
= Verhuizen naar een andere woonplaats

Slide 3 - Tekstslide

Migratie

Slide 4 - Tekstslide

Migratie

Slide 5 - Tekstslide

Migratie is van alle tijden

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Migratie is van alle tijden

Slide 8 - Tekstslide

Welke bevolkingsgroep kwam na het afschaffen van de koloniën veel naar Nederland?
A
Indiërs
B
Afrikanen
C
Chinezen
D
Surinamers

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Wat betekent het begrip arbeidsmigrant?
A
Als je zonder geldige papieren in een land verblijft.
B
Iemand die (tijdelijk) in een ander land gaat wonen om er te werken.
C
Verhuizen naar ander land/woonplaats voor werk.
D
Hoogopgeleide migrant die verhuist voor werk.

Slide 11 - Quizvraag

Waarom emigreerden veel mensen na de Tweede Wereldoorlog naar Canada?
A
Ze hoopten op een beter leven in het nieuwe land.
B
Ze wilden graag goed Engels leren spreken
C
Ze waren het Nederlandse weer zat.
D
Ze konden daar stukken land kopen.

Slide 12 - Quizvraag

Vertrekredenen
Reden om ergens weg te gaan. 

Slide 13 - Tekstslide

Vestigingsredenen
Reden om ergens naar toe te gaan. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat zijn voorbeelden van vertrekredenen om te verhuizen? Noem er 2.

Slide 16 - Open vraag

Wat zijn voorbeelden van vestigingsredenen om te verhuizen? Noem er 2.

Slide 17 - Open vraag

Opdracht in het werkstuk:
Je hebt nu 2 landen gekozen:
1 vertrekland
1 vestigingsland.

Per land beschrijf je de vertrekredenen (minimaal 2)
en de vestigingsredenen (minimaal 2).

Slide 18 - Tekstslide