Oefenen SO grammatica

Dit is een kopie van de oefentoets.
DOEL:  ontdekken wat je wel en niet weet/kunt 
zodat je kunt leren en oefenen.

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Dit is een kopie van de oefentoets.
DOEL:  ontdekken wat je wel en niet weet/kunt 
zodat je kunt leren en oefenen.

Slide 1 - Tekstslide

uitleg
tussen de dia's heb ik steeds een toelichting geplaatst
die vervangt NIET de paragrafen grammatica van H1 t/m H6

Slide 2 - Tekstslide

In een zin kan maar één bijwoordelijke bepaling staan.
A
juist
B
niet juist

Slide 3 - Quizvraag

uitleg
de bijwoordelijke bep. is een zinsdeel dat (meestal) een tijd of een plaats aangeeft of hoe iets gebeurt:
Vanmorgen heeft Jasper in zijn keuken geconcentreerd les gegeven. 

Slide 4 - Tekstslide

Als een voorzetsel bij een splitsbaar werkwoord hoort, noem je het geen voorzetsel.
A
juist
B
niet juist

Slide 5 - Quizvraag

uitleg
Jasper lette niet goed op, maar hij legde wel goed uit.
het is niet OP de kast of UIT de kooi.
Het voorzetsel hoort bij het werkwoord opletten / uitleggen

Slide 6 - Tekstslide

Pim heeft DE EINDEXAMENKLAS hun laatste cijfer gegeven.


hoe noem je het zinsdeel in hoofdletters?
A
lijd.vw
B
meew.vw
C
bijw.bep

Slide 7 - Quizvraag

uitleg
Hiervoor moet je de juiste vragen kunnen stellen aan het gezegde:
gez= heeft gegeven
ond = wie heeft gegeven?
lv= Wat heeft Pim gegeven?
mv= aan wie heeft Pim hun laatste cijfer gegeven?
bwb: x (want alle woorden in de zin zijn hierboven al gebruikt)

Slide 8 - Tekstslide

DE SCHRIJFOPDRACHT had Max al voor het weekend ingeleverd.


hoe noem je het zinsdeel in hoofdletters?
A
lijd.vw
B
meew.vw
C
bijw.bep

Slide 9 - Quizvraag

uitleg
gez= had ingeleverd
ond= wie had ingeleverd?
lv= wat had Max ingeleverd?
mv= Aan wie had Max de schrijfopdracht ingeleverd?
bwb= al voor het weekend (want dat is nog over)

Slide 10 - Tekstslide


Wanneer zou de minister van onderwijs ons het einde van het thuiswerken aankondigen?  
noteer:  gez.   ond.    lv.    mv    bwb                   

Slide 11 - Open vraag

uitleg
zoek het gezegde en stel de vragen. Deze stap MOET je kunnen zetten, anders gaat ontleden altijd mis.
gez= zou aankondigen

Slide 12 - Tekstslide


Voor het volgen van een MEET kamt  Maxime altijd haar haren.
noteer:  gez.   ond.    lv.    mv    bwb                   

Slide 13 - Open vraag

uitleg
zoek het gezegde en stel de vragen. Deze stap MOET je kunnen zetten, anders gaat ontleden altijd mis.
gez=  kamt

Slide 14 - Tekstslide

Wie kan de einddatum van de maatregelen voorspellen?

Wie= ....
A
ond
B
lv
C
mv
D
bwb

Slide 15 - Quizvraag

uitleg
Ook hier begint alles met de werkwoorden (het gezegde)
gez= kan voorspellen
ond= wie kan voorspellen? --> wie

(Lastig? Je kunt een naam zetten op de plek van WIE)

Slide 16 - Tekstslide

Wie heeft Jasper een tien gegeven voor het artikel?

Wie= ....
A
ond
B
lv
C
mv
D
bwb

Slide 17 - Quizvraag

uitleg
weer beginnen met het gezegde: heeft gegeven
en dan vragen stellen tot 'wie' het antwoord is.

en weer kun je 'wie' vervangen door een naam. Dan is het duidelijker.

Slide 18 - Tekstslide

Het is niet makkelijk om binnen te blijven tijdens dit mooie weer.
zelfst.nw
lidw
ww
bijv.nw
aanw.vnw
vrag.vnw
voorzetsel
bijwoord
is
te
tijdens
dit

Slide 19 - Sleepvraag

uitleg
Dit is vooral KENNIS
dus leerwerk

Slide 20 - Tekstslide

Wat wil deze oude man van mij?
zelfst.nw
lidw
ww
bijv.nw
aanw.vnw
vrag.vnw
voorzetsel
bijwoord
wat
deze
oude
van

Slide 21 - Sleepvraag

Maak een zin waarin het woord 'geschilderd' een bijvoeglijk nw is.

-je mag de vorm van het woord niet veranderen-

Slide 22 - Open vraag

uitleg
je moet hier....
1- weten wat een bijvoeglijk nw is.
2- weten dat je werkwoorden als bijvoeglijk nw kunt gebruiken
3- het verschil zien tussen een werkwoord en een bijvoeglijk naamwoord
 

Slide 23 - Tekstslide

EINDE

Slide 24 - Tekstslide