Oefenen verwerkingsopdracht

Test je kennis
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
SBAAMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Test je kennis

Slide 1 - Tekstslide

Ik heb voldoende kennis van botten & spieren in het Latijns!
Ik denk het wel
Ik ben bang van niet

Slide 2 - Poll

Ik heb voldoende kennis van hoe een spier werkt
Yess
Not really

Slide 3 - Poll

Ik heb voldoende kennis van de energiesystemen
Ja
Nee

Slide 4 - Poll

Ik ken de vlakken & assen en welke bewegingen daarin plaatsvinden
Gaat best ok
Snap er niks van

Slide 5 - Poll

De quadriceps bestaan uit 4 spieren. De vastus lateralis ligt
A
aan de binnenkant
B
aan de buitenkant
C
in het midden
D
"verstopt"achter de rest

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen de gastrocnemius en de soleus?
A
De gastrocnemius is bi-articulair
B
De soleus is bi-articulair
C
Er is geen verschil, alleen de naam

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

De hamstrings bestaan uit deze 3 spieren

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Hoe heet deze belangrijke stabilisator?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Hoeveel functies heeft de trapezius?
A
1: alleen retractie
B
2: elevatie-retractie
C
3: elevatie-retractie-depressie
D
4: elevatie-depressie-retractie-protractie

Slide 13 - Quizvraag

Welke van onderstaande spieren heeft als functie alleen flexie in de elleboog?
A
Biceps brachii
B
Biceps femoris
C
Brachioradialis
D
Brachialis

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel gewrichten zijn betrokken bij de Hip Thruster?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 16 - Quizvraag

Welke bewegingen worden er gemaakt bij het omhoog duwen?
A
Plantairflexie, flexie, retroflexie
B
Dorsaalflexie, extensie, anteflexie
C
Dorsaalflexie, extensie, retroflexie
D
Plantairflexie, flexie, anteflexie

Slide 17 - Quizvraag

Analyseer de spier actie

Slide 18 - Tekstslide

Bij de neerwaartse en opwaartse beweging zijn dezelfde spieren actief
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

In de neerwaartse beweging van de squat is de contractie
A
Concentrisch
B
Excentrisch
C
Concentrisch & excentrisch
D
Isometrisch

Slide 20 - Quizvraag

Analyseer de vlakken en assen

Slide 21 - Tekstslide

De jumping jack vindt plaats in het
A
Sagitale vlak
B
Transversale vlak
C
Longitudinale vlak
D
Frontale vlak

Slide 22 - Quizvraag

Welke vlakken en assen horen bij de Russian Twist? Denk aan
FieTS - SLoT
A
Frontale vlak - Sagitale as
B
Transversale vlak - Longitudinale as
C
Sagitale vlak - transversale as
D
Longitudinale vlak - transversale as

Slide 23 - Quizvraag

Analyseer de beweging in de elleboog

Slide 24 - Tekstslide

Wat gebeurt er bij het omlaag gaan in de elleboog en waarom?
A
Flexie, bicep concentrisch
B
Extensie, tricep concentrisch
C
Extensie, bicep excentrisch
D
Flexie, tricep excentrisch

Slide 25 - Quizvraag

Wat voor soort contractie maakt een sporter die een barbell boven zijn hoofd vasthoudt?
A
Concentrisch
B
Isometrisch
C
Excentrisch
D
Dynamisch

Slide 26 - Quizvraag

Een excentrische contractie = altijd met de zwaartekracht mee omlaag
Waar, je remt de zwaartekracht af
Nee, dat is concentrisch

Slide 27 - Poll

Bij welk energiesysteem merk je verzuring?
A
Anaeroob a-lactisch
B
Aeroob
C
Creatine Fosfaat
D
Anaeroob lactisch

Slide 28 - Quizvraag

Hoe lang kun je in het anaeroob-lactisch systeem energie vrijmaken?
A
20 sec
B
zo lang als je glucose voorraad hebt
C
2-3 minuten
D
5 a 6 seconden

Slide 29 - Quizvraag

Welk type spiervezels zijn dominant bij duursporters?
A
Type 1
B
Type 2
C
Slow twitch
D
Fast twitch

Slide 30 - Quizvraag

Op hoeveel procent van je 1RM train je op hypertrofie?
A
70-85%
B
85-100%
C
55-70%
D
30-55%

Slide 31 - Quizvraag

Wat gebeurt er als je ATP op is?
A
Dan krijg je honger
B
Dan ga je dood
C
Dan is het gewicht te zwaar
D
Niks bijzonders

Slide 32 - Quizvraag

Van welke brandstof maakt je lichaam als eerste ATP van nadat het op is?
A
Glycogeen
B
Glucose
C
Zuurstof
D
Creatine Fosfaat

Slide 33 - Quizvraag

Wat is de hersteltijd van ATP?
A
60% herstel in 1 uur
B
70% herstel na 30 seconden
C
84% herstel in 30 minuten
D
97% herstel in 2 uur

Slide 34 - Quizvraag

Wat is er aan de hand als je spierpijn hebt?

Slide 35 - Open vraag